100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Een inleiding in de psychologie in 11 3/4 hoofdstukken, ISBN: 9789464143522 psychologie $4.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Een inleiding in de psychologie in 11 3/4 hoofdstukken, ISBN: 9789464143522 psychologie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting met experimenten

Preview 4 out of 53  pages

  • No
  • 1,2,3,5,6,7,9,11
  • June 24, 2022
  • 53
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Psychologie
1. Om te beginnen
 Over waar psychologie over gaat en hoe psychologen onderzoek verrichten



 What’s in a name?
- Het boek gaat over wetenschappelijk verantwoorde kennis in verband met psychologie
- Het idee dat mensen hebben over psychologische kennis op basis van de media en de
populariserende literatuur, is veelal verkeerd.
- In dit hoofdstuk het verschil van de wetenschappelijke psychologie en de psychologie van
dagelijks leven
- In Amerika 48 divisies in de psychologie (soorten)



 Belang van kritisch denken
- Uit onderzoek blijkt dat 40-75% vd mensen geloof hecht aan verschijnselen zoals
telepathie, helderziendheid, bioritmen en psychische heelkunde
- Studie daryl Bem
 100 studenten (50/50 man/vrouw) namen deel, 36 proefbeurten en bij elke proefbeurt
toonde de computer 2 gordijnen en proefpersonen: kiezen.
 Bem zei na dit gekozen te hebben dat er onder 1 gordijn een erotische scene te zien is,
dus deze willen ze vermijden
 In 53% kozen ze voor de erotische scene
 Conclusie  toekomst voorspellen
 Reactie: francis, wagenmakers, wetzels, borstboom en van der maas, zeggen dat dit
onmogelijk waar kan zijn
- Na een eeuw empirische studies is er nog steeds geen enkel betrouwbaar bewijs voor het
bestaan van dergelijke fenomenen geleverd



 Freud en de psychologie
- Grootste psycholoog die mensen meestal kennen
- Freuds methode van onderzoek: psychoanalyse (ook stanovitch) (het afleiden van
wetmatigheden uit klinische gevalstudies) en is niet representatief voor de gangbare
psychologische onderzoeksmethoden

 Een beknopt historisch overzicht
- In 1878 opende Wilhelm Wundt het eerste laboratorium voor experimentele psychologie
- Wetenschappelijke psychologie heeft wortels in filosofie en de fysiologie
 Zowel geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden (verklaring staat centraal)
 Zowel positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (predictie staat centraal)
- Filosofische traditie
 Rationalisme: ratio als enig toelaatbare criterium voor geldige kennis beschouwde en
lichaam en geest gescheiden identiteiten waren
 Angelsaksische traditie van empirisme en associationisme: geldige kennis enkel
verkregen via onbevooroordeelde zintuiglijke kennis


1

, - 1ste experimenteel psychologen beschouwden het bewustzijn als principale object van de
psychologie daarna pas bestuderen van het onbewuste
- Na WOII: psychologie: gedragswetenschap (behaviorisme): achterhalen van verbanden
tss stimulus en reactie. Waarbij de studie van mentale processen als onwetenschappelijk
werd beschouwd. In deze behaviorische periode bestuurden ze vooral diergedrag
- Sinds 1960 staan de informatieverwerkinsgmogelijkheden van centraal in psychologisch
onderzoek en deze studie wordt de cognitieve psychologie genoemd.



 Methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek
- 3 belangrijkste kenmerken van het soort van wetenschappelijke kennis in dit boek
voorkomt:
 Systematisch empirisme
 Systematisch waarnemen van de werkelijkheid.
 De wetenschappelijke gemeenschap niet overtuigen van zijn inzicht zonder
empirisch verzamelde evidentie voor zijn beweringen te geven.
 Het gebrek aan systematisch empirisch onderzoek kan leiden tot wetenschappelijke
dwalingen
 Bij de gele koorts was er een dokter Rush die dacht dat hij het kon
behandelen. Dus behandelde hij ook zichzelf maar er gingen mensen dood
door zijn behandeling en toch gaf hij dit niet toe, hij schreef ze toe aan de
ernst van de ziekte.
 Verifieerbare kennis
 Dat kennis repliceerbaar moet zijn
 Een bevinding ve onderzoeker kan pas wetenschappelijk aanvaard worden wanneer
anderen zijn observaties kunnen overdoen na het toepassen van dezelfde
procedure.
 Systeem van peer-review: publicatie beoordeeld door collega’s die werkzaam zijn in
hetzelfde onderzoeksdomein
 Toetsbare theorieën en uitspraken
 Enkel oplosbare problemen worden onderzocht
 Wetenschappelijke theorieën moeten toetsbare theorieën zijn en uitspraken die de
status van wetenschappelijke kennis willen verkrijgen, moeten falsifieerbaar zijn
 Vb: stanovich geeft een vb van psychoanalytische biografieën. Abrahamsen verklaart
in zijn boek nixon vs nixon, president nixon luisterde de democratische kandidaat bij
verkiezingen af die tot herverkiezing leidde en daarna aftreden. Watergateschandaal
vanuit nixons onbewuste oedipale drang nr falen
 Vb: psychoanalytische verklaringen van het syndroom van gilles de la tourette
(echolatie: drang om te vloeken en obscene: om woorden uit te spreken) en
aangetoond dat de stoornis gevolg is van een neurologisch deficit.
- Van kennis tot wetenschappelijke wet
 Een theorie geeft een relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om
data of gegevens te verklaren en predicties te maken over resultaten van empirische
studie
 Hypothese is een specifieke predicitie afgeleid van een theorie, toegepast in de context
van een concreet onderzoek
 Als de data de hypothese tegenspreken, moet een nieuwe theorie ontwikkeld worden
die de data wel kan verklaren

2

,  Een wetenschappelijke wet is er wanneer een relatie tss verschillende variabelen
frequent geconfirmeerd is
- Vijfstapsproces:
 Hypothese ontwikkelen (= een toetsbare uitspraak die het resultaat voorspelt)
 Gecontroleerde test (= onafhankelijke variabele)
 Objectieve gegevens verzamelen (= gegevens (data) en afhankelijke variabele)
 Analyseren van de resultaten (= statistische analyse van de resultaten)
 Publiceren, becritiseren, en repliceren van de resultaten



 Onderzoeksmethoden
- Psychologie neemt als wetenschap een bijzondere plaats in: het gedrag kan zowel op een
positiefwetenschappelijke manier als via geesteswetenschappelijke methoden
bestudeerd worden
I. Naturalistische observaties
 Buiten het laboratorium
 In real-life omgeving
 Meer gecontroleerd onderzoek
 Niet gemanipuleerd gedrag
II. Gevalstudies (case studies)
 Phineas Gage ( buis door schedel en veranderde gedrag)
 Uitvoerige studie van 1 bijzonder (leerrijk) geval (zeer gedetailleerd onderzoek)
III. Interviews
 Directe (mondelinge) bevraging
 Meestal zelfde vragen
 Rapportering niet evident
IV. Surveys
 Indirecte (schriftelijke) bevraging
 Verzamelen van een steekproef van opinies daarna besluit hele populatie
 Gesloten en open vragen
 In de boekjes
V. Tests
 IQ, persoonlijheidsaspecten, attitudes,..
 Standaardisatie: altijd op dezelfde manier, zelfde instructies
 Betrouwbaarheid: altijd zelfde uitkomst, nauwkeurig, meetresultaat varieert niet met
de tijd
 Validiteit: meet het wat ik wil meten
VI. Correlationele studies
 Bestudeert een steekproef, noteert karakteristieken van elk bestudeerd object en gaat
vervolgens na of er een verband is tussen die karakteristieken
 Correlatiecoëficiënt als maat van lineaire samenhang tussen 2 variabelen (tss -1 en +1),
waarde 1 betekent perfect lineair verband, waarde -1 betekent dat er een perfect
omgekeerd verband is. Bij -1 en 1 kunnen dus de waardes exact voorspeld worden van
1 gegeven van de 2. 0= geen verband
 Betekent niet perce causaal verband (struisvogels en babys)
 Correlatie kan ook het gevolg zijn van het gebruiken van een selecte steekproef
VII. Experimenten
 Een situatie die gecontroleerde observatie toelaat

3

,  Manipulatie van studie
 2 groepen, de behandeling verschilt enkel in het systematisch manipuleren van
1/meerdere kritische variabelen: alle andere aspecten worden zorgvuldig constant
gehouden
 Invloed van verwarrende/storende/confounding variabelen te kunnen uitsluiten
 Onafhankelijke (gemanipuleerde variabele)/afhankelijke variabele (gemeten variabele,
waarop die gemanipuleerde variabele een mogelijk effect heeft)
 Bv: onderzoek naar wie beter salto kan: bruinharige of blonde meisjes. Afhankelijke is
dan de goedheid van de salto en de onafhankelijke de haarkleur
 Metingen zijn steeds verstoord door een foutencomponent maw metingen zijn nooit
perfect. Dus meestal op basis van gemiddelde waarden
 Daarna nagaan of alles statistisch significant is
 Interne validiteit: experiment foutloos is opgezet en uitgevoerd en daarmee belangrijk
dat het beste is als de proefpersonen de onderzoekhypotheses niet kennen daardoor
dubbelblind experiment: als ze de hypothese weten, andere resultaten
 Externe validiteit: resultaten van het experiment veralgemeend kunnen worden naar
situaties buiten het labo  in het dagelijkse leven



 Enkele exemplarische voorbeelden
- Zitten er grootmoedercellen in onze hersenen?
 Stanovitch vind freuds psychoanalyse van een bedenkelijke wetenschappelijke waarde
 Voorbeeld van gevalstudie
 Het bestaan van dergelijke patiënten (hersenonsteking), ongeacht of het er nu 1 of
meerdere van elke soort zijn, heeft uiteraard implicaties voor de structuur van het
semantische geheugen (deel waar de betekenis van woorden is opgeslagen). Indien het
mogelijk is dat door een letsel deze info intact is en door een ander letsel omgekeerd
kan voorkomen  beide bronnen van info functioneel onafhankelijk van elkaar worden
bewaard in het geheugen.
- Vragenlijsten en het voorspellen van gedrag
 Persoonlijkheidsmeting via een vragenlijst betrouwbaar? En wat zegt dit over je
gedrag?
 Onderzoek van Claeys en medewerkers
 1. Klassieke vragenlijst met 5 persoonlijkheidsfactoren beoordelen van 1-7
 2. Zelfbeoordeling: slechts 1 item ook met schaal
 3. Vrijezelfbeschrijvingsmethode: volledig mogelijk jezelf beschrijven adhv 10
adjectieven
 Zwakke voorspelling van het gedrag heeft te maken dat gedrag niks stabiel is door
de tijd heen en in verschillende situaties
- Wat heet dan gelukkig zijn?
 William james: hoewel mensen in alle tijden geluk hebben nagestreefd, is het
wetenschappelijk onderzoek naar geluksgevoel pas vrij recent begonnen
 Geluk heeft 2 componenten: cognitieve evaluatie van tevredenheid met leven in het
geheel en affectieve component die refereert aan positieve en negatieve emoties
 Negatieve emoties hebben een sterker effect in individualistische dan in
collectivistische landen.
 Positieve emoties hangen sterker samen met levenstevredenheid in landen die
zelfexpressie benadrukken dan in landen waarin overleving centraal staat.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller silkeputzeys. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86
  • (0)
  Add to cart