100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting HOOFDSTUK 2: CARDIOVASCULAIR STELSEL $4.79
Add to cart

Summary

Samenvatting HOOFDSTUK 2: CARDIOVASCULAIR STELSEL

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat het hoofdstuk: ‘ CARDIOVASCULAIR STELSEL‘ gegeven door prof. Snyders van het vak fysiologie van het orgaanstelsel. Behaald resultaat: 17/20

Preview 4 out of 42  pages

  • June 24, 2022
  • 42
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 2: Cardiovasculair stelsel


Inleiding: functionele anatomie
Het hart ligt in de linker thoraxholte. Doordat het hart een gespierde zak vormt, gaat het ervoor
zorgen dat bloed door het organisme gepompt kan worden: 70-75 mL bloed door aorta per cyclus.

Het circulatiesysteem
Het bloed keert van de periferie terug via de vena cava superior en inferior naar het rechter atrium.
Het bloed wordt overheen de tricuspidalisklep gepompt naar het rechter ventrikel en komt dan
terecht in de arteria pulmonalis.
Opm: enige arterie in ons lichaam dat gedesatureerd (zuurstofarm) bloed bevat!

Vanaf hier gaat het bloed verder naar de longcirculatie waar het bloed terug geoxygeneerd wordt.
Via de pulmonale venen wordt het bloed terug gevoerd naar het linker atrium.
Opm: enige venen in ons lichaam die zuurstofrijk bloed bevatten!

Het zuurstofrijk bloed wordt dus naar de periferie gestuurd via v. pulmanlis naar het linker atrium.
Het bloed wordt overheen de mitralisklep gepompt in het linker ventrikel en wordt dan overheen de
aortaklep geïnjecteerd in de aorta waardoor het bloed naar de periferie vloeit.




Uitwisseling van voedingsstoffen/afvalstoffen met de weefsels vindt plaats thv het capillair netwerk.
Na de uitwisseling keert zuurstofarm bloed terug via de vena cava superior en inferior naar het
rechter atrium en rechter ventrikel.

Varianten op het systeem:
1. De lever
- rechtstreekse arteriële bevloeiing via a. hepatica vanuit aorta
- bevloeiing vanuit mesenterisch systeem (vanuit maag-darm stelsel)
via mesenterische arterie
2. De dunne darm
stoffen die geabsorbeerd worden thv de dunne darm gaan niet rechtstreeks naar vena cava
maar eerst via portale venen naar de lever en dan vanuit lever naar systematische circulatie.
DUS arteriële bevloeiing, capillair netwerk voor uitwisseling van stoffen en dan veneuze
return naar het hart.

,Pompen van het circulatiesysteem
Het systeem bevat 2 pompen in serie:
- rechter ventrikel pompt bloed naar de pulmonale circulatie
- linker ventrikel pompt bloed naar de systematische circulatie
Aangezien de 2 pompen in serie staan in een gesloten systeem, moeten deze hetzelfde debiet
hebben: debiet RV = debiet LV (5-30 L/min) dus veneuze input = arteriële output !!
 Het debiet in de aorta, nog voordat men de eerste vertakking heeft, en het debiet dat terugkeert
naar het rechter atrium vanuit de vena cava superior/inferior moet hetzelfde debiet zijn als dat
van het linker ventrikel of rechter ventrikel.


Als er 5L gepompt wordt per minuut, komt er 5 L/min binnen
en gaat er ook 5 L/min moeten terugkeren naar het rechter
atrium want gesloten systeem en bloed is niet
samendrukbaar!


Het totale debiet in alle capillairen die vanuit de aortaspringen is ook
gelijk.

Bij inspanning: skeletspieren moeten meer arbeid leveren dus
hebben meer zuurstof nodig dus hoger hartdebiet nodig.
debiet in rust 5-6 L/min
debiet inspanning 20 L/min




De aanpassingen van het debiet wordt gecontroleerd door intrinsieke eigenschappen van het hart
zelf maar er is ook een beïnvloeding door het autonoom zenuwstelsel (OS en PS). Neurale en
humorale factoren gaan zorgen voor aanpassing van het debiet in functie van de wisselende noden.
voorbeeld: bij zware inspanning gaat het hartritme toenemen (contractiliteit stijgt) en gaat er
vasodilatatie van de bloedvaten bij de spieren optreden zodanig dat zuurstof
efficiënter kan worden opgenomen door de spieren.


Verschil tussen pulmonaire en systematische circulatie:
debiet 1:1
druk 1:5  druk in systematische circulatie is 5x hoger !
Opm: reden is niet omdat deze langer is, oorzaak ligt bij anatomische
verschillen

Bloeddruk = weerstand x debiet

Door de hogere druk, zal er ook een hogere weerstand aanwezig zijn in de systematische circulatie
want debiet is gelijk. Hierdoor is de wand van rechter ventrikel dikker dan die van de linker want de
linker moet grotere druk kunnen opbouwen. Het linker ventrikel moet dus een veel hogere arbeid
leveren want debiet is gelijk.

,Hersenen: 750 mL bloed / min
Hart: zeer efficiënt met ongeveer 250 mL/min wat maar 4% van het hartdebiet uitmaakt
 nodig voor inspanning om debiet aan bloed naar de rest van het lichaam te
transporteren
Skeletspieren: in rust krijgen deze nog 1200 mL/min
 in rust zijn de spieren niet volledig ontspannen, een basale spiertonus die
zuurstof verbruikt is altijd aanwezig: productie van ATP en warmte.
Op deze manier wordt de lichaamsT op 37°C gehouden.
Nieren: 1100 mL/min (20% vh hartdebiet)  nieren spelen belangrijke rol in systeem
Abdominale organen: ook 20% vh hartdebiet
Huid: 550 mL/min  beperkte bevloeiing

Totaal hartdebiet = 5 à 6 L / min

Wat gebeurt er bij inspanning?
Hersenen: nog steeds 750 mL/min, ook bvb wanneer men slaapt blijft het debiet gelijk.
Hart: stijging naar 750 mL, als het hart 3x harder moet werken zal het debiet naar het hart
zelf ook stijgen. Procentueel blijft hetgene het hart nodig heeft gelijk (4%).
Skeletspieren: debiet stijgt het hartst, naar 12500 mL/min.
Nieren: daling van de perfusie
Abdominale organen: daling van de perfusie
Huid: perfusie neemt toe. De skeletspieren werken harder waardoor meer warmte geproduceerd
wordt, deze warmte moet terug worden kwijtgeraakt dmv zweten.


Hartkleppen: unidirectionele flow

Anatomie
- kleppen tussen atria en ventrikel: tricuspidalisklep (rechter) en mitralisklep (linker)
- kleppen tussen ventrikel en arterie: pulmonalisklep tussen rechter ventrikel en a. pulmonalis
aortaklep tussen linker ventrikel en aorta

Doorslag van de kleppen bij het dichtgaan wordt vermeden door:
- pulmonalisklep / aortaklep: bestaan uit 3 half-maanvormige klepbladen, wanneer ze dichtslaan
komen de 3 bladen mooi tegen elkaar waardoor doorslag van de kleppen vermeden wordt.
- tricuspidalis/mitralis: hangen met BWvezels vast aan de basis, als klep open gaat is er geen
doorvloeiiing, als klep dicht moet is er geen doorslag doordat het ophangsysteem ervoor zorgt dat
de klep niet terug naar boven kan flapperen in rechter of linker atrium.

, Belang van het kleppensysteem: unidirectionele flow
De hartkleppen zijn nodig voor de unidirectionele flow en dus de efficiënte werking van het hart.

Stel: hart = aanvoerbuis + afvoerbuis met ertss zak die kan relaxeren en contraheren.
 Relaxatie: volume neemt toe door bloed langs beide kanten aan te zuigen
 Contractie: volume daalt waardoor bloed wegstroomt in beide richtingen
 situatie is niet ideaal




Stel: 1 klep aanwezig, 1 richting wordt geblokkeerd
 Relaxatie: bloed wordt aangezogen van beide kanten
 Contractie: volume daalt, bloed stroomt weg in 1 richting
 Pendelvolume blijft over: deel van het volume dat net werd weggepompt, wordt direct
terug aangezogen




Hoe het hart werkt: 2 kleppen in serie
 Relaxatie: bloed wordt aangezogen van links en komt in ventrikel
 Contractie van ventrikel: volume daalt, bloed stroomt weg langs andere richting (rechts)
 Geen pendelvolume: linkse deel = ventrieel gedeelte
rechtse deel = atrieel gedeelte




Pathologie: aortainsufficiëntie
Bij het niet volledig sluiten van de klep, zal er opnieuw op het moment dat ze dicht moet
zijn, wanneer er bloed wordt aangezogen niet enkel bloed uit het veneuze systeem
worden aangezogen maar ook vanuit de aorta (pendelvolume).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BMWUAstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.79
  • (0)
Add to cart
Added