Innovaties: zijn nuttige vernieuwingen. Nuttig betekent dat gebruikers beter worden van de
vernieuwing. Innovaties maken mensen wijzer, vrolijker, gelukkiger, gezonder of rijker,
besparen ons tijd, geld of moeite.
Innovatiemanagement: is het leidinggeven aan innovatieprocessen binnen organisaties. De
twee belangrijkste taken van innovatiemanagement zijn:
1. Het waarborgen van de goede voortgang van innovatieprocessen.
2. Het waarborgen van een continue stroom van innovaties.
Innovativiteit: verwijst naar het vermogen van een
organisatie om regelmatig betere producten en betere
werkwijzen te bedenken, te ontwikkelen en op de markt
te brengen of in te voeren.
Uitvinden: het ontdekken van een nieuwe methoden, middel of apparaat.
Innoveren: is het proces van omzetten van een uitvinding of een creatief idee in iets dat
commercieel gezien bruikbaar of waardevol is. Innoveren is dus het toepassen van
uitvindingen.
Creativiteit: is het vermogen om originele ideeën te bedenken. Dat is onontbeerlijk voor
innoveren, anders vind je geen originele oplossingen.
Het tempo van veranderen is in de afgelopen jaren toegenomen.
Tien jaar geleden werden er in de Verenigde Staten zo’n 7.000
nieuwe producten per jaar geïntroduceerd, nu zijn er dat 17.000.
Het overlevingsvermogen van ondernemingen is afhankelijk van de
mate en snelheid waarin zij in staat zijn zich aan te passen aan
veranderingen in de markt.
Een trend die recentelijk veel aandacht krijgt is globalisering. Voor
Europa creëert globalisering zowel een kans als een noodzaak om te innoveren.
1. Innoveren is niet nodig.
Het gaat goed met onze organisatie. De verkopen en winst groeien elk jaar. Klanten stromen
toen, zijn heel tevreden en blijven terugkomen. Dit soort organisaties moeten meer oog
hebben voor strategische gezondheid. Indicatoren hiervan zijn: klanttevredenheid, structurele
veranderingen in de markt, nieuwe wetgeving, de motivatie van werknemers, het aantal
producten in de innovatiepijplijn of reacties van leveranciers en afnemers.
2. Angst voor verandering.
Creatieve destructie staat voor: het creatieve nieuwe vernietigt het oude bestaande. Hierdoor
zijn mensen en organisaties bang om het bestaande kwijt te raken aan iets waarvan ze niet
weten of het wel rendabel zal zijn.
3. Geen risico’s durven nemen.
Gezien de cijfers van de afgelopen jaren zijn organisaties huiverig geworden om te
innoveren. Omdat slechts een paar innovaties leiden tot innovatieve successen. Onderzoek
heeft uitgewezen dat er 3000 ideeën nodig zijn om een commercieel succes te produceren.
1
, 4. Geregeerd door de waan van de dag.
Binnen veel organisaties is er gewoonweg de tijd niet om
samen na te denken over innovatieve oplossingen. Binnen
dit soort organisaties wordt er vooral op korte termijn
gedacht. Echter zullen dit soort organisaties zich ook meer
moeten richten op de lange termijn, waardoor ze meer tijd
zullen tijd maken voor R&D.
Exploreren: staat voor experimenteren, zoeken, variëren, risico nemen, spelen en
ontdekken. Exploreren leidt tot nieuwe producten, diensten en processen. Exploreren is ook
het verleggen van grenzen, hiermee worden natuurlijk risico’s genomen omdat er altijd de
kans is op falen.
Exploiteren: heeft te maken met verfijnen, kiezen, produceren, selecteren, uitvoeren en
efficiency. Des te vaker je iets doet, des te beter weet je hoe je het moet doen. Exploiteren is
verbeteren; een natuurlijk proces als de ervaring toeneemt. Exploiteren is een continu proces
gebaseerd op de idee dat de wereld nooit perfect is.
Exploreren en exploiteren vullen elkaar aan, maar zijn ook elkaars concurrenten. Middelen
zoals tijd en geld kun je maar één keer gebruiken. Echter moeten organisaties beiden
toepassen binnen hun onderneming.
Hoofdstuk 2. Innoveren: van geluk naar opzet.
Bedrijven die meer tijd en geld investeren aan innovatieve projecten zijn niet per definitie
beter dan anderen. Deze bedrijven maken ook niet meer winst of groeien sneller dan andere
bedrijven. Bij het proces of een innovatief idee een succesvol idee kan worden, spelen er
een aantal factoren mee:
1.Het nieuw product: het relatieve voordeel van het nieuwe product is de belangrijkste
succesfactor. Hierbij gaat het erom dat klanten een inschatting maken of het nieuwe
relatief voordeliger is dat het al bestaande.
2.Het innovatieproces: het is belangrijk dat er een expliciet proces is en dat dit proces
wordt beheerd. Hiervoor dient een stappenplan in gebruik te worden genomen,
waardoor belangrijke beslissingsmomenten niet over het hoofd worden gezien.
3.De organisatie: innovaties moeten aansluiten bij de organisatie doelstellingen. Hoe
duidelijker het management deze formuleert, des te beter kunnen innovatieprojecten
hierop worden afgestemd.
4.De markt: uiteindelijk beslist de markt over het succes van het nieuwe product. Hoe
groter het marktpotentieel hoe eerder de organisatie dit vroegtijdig kan inschatten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JE87. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.