100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Een beknopte samenvatting van het Handboek Wijsbegeerte van p.1 t/m p.138 en een samenvatting van de door docenten toegevoegde stof aan de cursus (filosofie middeleeuwen). $3.73
Add to cart
Van Socrates tot Wittgenstein: grote filosofen doo
Summary
Een beknopte samenvatting van het Handboek Wijsbegeerte van p.1 t/m p.138 en een samenvatting van de door docenten toegevoegde stof aan de cursus (filosofie middeleeuwen).
436 views 7 purchases
Course
Van Socrates tot Wittgenstein: grote filosofen doo
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Handboek wijsbegeerte
Een beknopte samenvatting van het Handboek Wijsbegeerte van p.1 t/m p.138 en een samenvatting van de door docenten toegevoegde stof aan de cursus (filosofie middeleeuwen). Alle grote filosofen tot Wittgenstein worden kort behandeld.
Van Socrates tot Wittgenstein: grote filosofen doo
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
CElena
Reviews received
Content preview
Samenvatting Van Socrates tot Wittgenstein: Handboek Wijsbegeerte
Hoofdstuk 3: Het Subject in het Centrum. De Moderne Tijd.
Een nieuwe tijd breekt aan:
Vanaf de 16e eeuw doet zich een grote verandering voor in de westerse cultuur:
de neuzeit breekt aan. Onderdeel daarvan zijn veranderingen in de filosofie.
Kenmerkend van deze verandering is dat de mens, het subject, centraal komt te
staan, vandaar ook ‘de ontdekking van het subject’. Niet zozeer de mens zelf
wordt ontdekt maar het feit dat het een bewust denkend en handelend ik is.
Gepaard hiermee gaat de opkomst van de nieuwe wetenschap. Men
baseert zich niet meer (zozeer) op Aristoteles en het scholastieke denken maar
gaat op zoek naar nieuwe manieren. De wereld gaat dus op een andere manier
verklaard worden.
Deze nieuwe wetenschappen bevinden zich deels op het terrein van de
traditionele filosofie. Dat zorgt ervoor dat zij met elkaar in confrontatie komen.
Tot en met de 18e eeuw (Kant) zal deze confrontatie duren.
Er zijn verschillende fases in de moderne tijd te onderscheiden.
Renaissance (of humanisme):
o Desiderius Erasmus en Thomas Morus
o Begin 14/15e eeuw ongeveer
o Loskomen van de middeleeuwse scholastiek door opnieuw
aansluiting tot de oudheid te zoeken.
o Tegelijkertijd de Reformatie: relatie tussen God en gelovige komt
centraal te staan (weer het centraal staan van het subject).
o Filosofen gaan in deze tijd werken aan nieuwe, grote systemen om
de wereld te verklaren.
Deze is o.b.v. de menselijke rede zelf.
Verlichting:
o Begin 18e eeuw ongeveer
o Nadruk op mens neemt nog meer toe
o Betekent ‘het aandurven om zelf te denken’.
o Kritisch van karakter: alles wat de rationele toets niet doorstaat
moet betwijfeld worden.
Alles in de wiskunde en natuurwetenschappen komt het
meest in de buurt van redelijk denken.
o Emancipatorische tendens, zowel theoretisch als praktisch.
De mens moet zich uit traditionele bindingen losmaken, zowel
op denkend, moreel, politieke en economisch gebied.
De mens zou namelijk recht hebben op zijn ontplooiing van de
menselijke vrijheid.
Dit zie je ook terug in de eerste formuleringen van de
mensenrechten.
De mens bezit een bepaalde waarde en de
werkelijkheid moet redelijk zijn.
o Vooruitgangsgedachte: de hele wereld is op weg naar een betere
tijd.
Wetenschap is daar een middel toe.
o Denis Diderot en Jean Le Rond D’Alembert
Met de moderne tijd komt dus ook een ‘Modern Weten’. Wat houdt dit precies in?
, Het pre-moderne weten was één. Dit hield in dat alle vormen van weten zich
(zoals meetkunde en theologie) in één strakke hiërarchie bevonden. Hoe hoger in
de hiërarchie, hoe ‘meer waar’ dit weten was. Het is dus één overkoepelende
synthese (met christelijke achtergrond).
Het nieuwe weten:
Nieuwe methodologie
o Experimenten, wiskunde, empirische toetsing.
o Begint overigens in de filosofie maar maakt zich hier langzaam van
los en begint zich als iets nieuws te profileren. Dit is de uitsplitsing
van de filosofie en natuurwetenschap.
Dit was mogelijk door het grote succes van de
natuurwetenschap [bv. Verklaren natuur; manipuleren
natuur]. Dat maakte dat ‘kennis’ ansich gelijk kwam te staan
met ‘op natuurwetenschappelijke wijze verkregen kennis’.
Gedifferentieerd weten
o Er zijn verschillende aspecten van het weten en zij zijn niet
hiërarchisch geordend.
Het centraal staan van het subject
o De menselijke geest wordt de oorsprong en het fundament van het
weten. Zij is het moderne subject.
Dit houdt in dat men inziet dat het subject actief is in het
kenproces.
Dit heeft als gevolg dat er een groot verschil ontstaat tussen
subject enerzijds en object anderzijds.
Het is niet zozeer een gegeven dat dit moderne subject het
fundament van kennis is; het is tegelijkertijd ook een opgave.
Men moet dit nastreven om in werkelijkheid een subject te
zijn (vanaf de 18e eeuw).
Het Rationalisme: René Descartes
Hij heeft als doel om een filosofie te ontwerpen die is aangepast aan de nieuwe
ontwikkelingen. Hij wilt hiervoor wiskunde gebruiken, omdat deze zo helder en
zeker is. Dit komt tot stand in zijn idee van mathesis universalis: alle kennis van
de werkelijkheid moet worden begrepen a.d.h.v. een mathematische methode.
Hiervoor heeft hij één zeker punt nodig van waaruit hij kan vertrekken.
o Dit punt gaat hij vinden a.d.h.v de methodische twijfel [theoretische,
doelbewust gekozen tactiek]:
Vroegere inzichten van o.a. filosofen komen niet in aanraking
als bron van zekerheid.
Zintuigen zijn ook geen bron van zekerheid.
Zo zien wij soms illusies – dan bedriegen onze zintuigen
ons.
Zo dromen wij soms – dan denk je iets waar te nemen,
maar dat is niet zo. We kunnen er dus niet vanuit gaan
dat je zintuigelijke waarnemingen effectief zijn.
Mathematische kennis kan ook geen bron zijn.
Wiskundige zekerheid is afhankelijk van de werking van
onze geest, maar we weten niet of de voorstellingen
van onze geest overeenkomen met de werkelijkheid.
o Hij komt uit eindelijk tot de conclusie dat als hij over alles twijfelt hij
niet kan twijfelen aan het feit dat hij twijfelt. Dat leidt hem tot de
conclusie: ‘Ik denk, dus ik ben’.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CElena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.