Een simpele beschreven samenvatting adhv de leerdoelen in youlearn.
Niet te ingewikkeld, dus lekker duidelijk en dus beter te begrijpen/onthouden.
Waarom moeilijk doen, als het ook makkelijk kan?
Thema 1:
Beschrijven waarom wetenschap wordt beoefend
Wetenschap is de zoektocht naar kennis via een systematische methode. Zodat we de
wereld beter begrijpen en kunnen beïnvloeden. Wetenschap is verder de meest objectieve
manier van kennisvergaring die we hebben.
Beschrijven wat de empirische onderzoek cyclus is en uit welke fasen deze
bestaat
Dat is een onderzoek waarbij data wordt verzameld:
Onderzoeksvraag formuleren
Studie ontwerpen
data Verzamelen
data Analyseren
Rapporteren
OSVAR
Alle fasen van de empirische onderzoekscyclus kunnen niet door elkaar lopen.
Het vastleggen van de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet en methode van dataverzameling
en -analyse wordt preregistratie genoemd
Beschrijven wat dubieuze onderzoekspraktijken zijn.
Onderzoek doen gebaseerd op het verkrijgen van een gewenst resultaat. In plaats van het
zuiver uitvoeren van onderzoek.
Beschrijven wat variabelen zijn en welke functies ze kunnen hebben
Een variabele is iets wat varieert of zou kunnen variëren
Beschrijven wat constructen zijn
Een construct is een psychologische variabele. Je kan dit niet observeren. Zijn geen
eenheden om te meten (behalve bij IQ). Een variabele die enkel in theorie bestaat
1
, Beschrijven wat het verschil is tussen variabelen en constructen
Een variabele is meetbaar, een construct bevat geen eenheden. Een variabele is direct
observeerbaar, een construct niet.
Beschrijven wat operationalisaties zijn
Een operationalisatie is een manier om een construct (een psychologische variabele) te
meten.
Beschrijven wat meetinstrumenten zijn
Getallen toekennen. Een variabele kwantificeren.
Vaak gebruik van antwoordschalen 1-2-3-4-5
Beschrijven wat manipulaties zijn
Iets beïnvloeden. Bekijken of er verband is wanneer je iets weglaat of toevoegt.
Beschrijven wat datapunten en -reeksen zijn
Een vraag uit een vragenlijst. Datareeks is een verzameling van getallen.
Uitleggen hoe variabelen, operationalisaties, meetinstrumenten en
manipulaties zich tot elkaar verhouden
Om een psychologische variabele te onderzoeken, een construct, moet je deze
operationaliseren (het onderzoek werkbaar maken) dit kan je doen middels een
meetinstrument of een manipulatie toe te voegen. Een meetinstrument brengt iets in kaart.
De manipulatie geeft weer of er een causaal verband is.
Een meetinstrument wordt gemeten met verschillende indicatoren.
Manipulatie heeft één indicator -> er wordt iets beïnvloed.
Bijvoorbeeld soort film kan beïnvloeden -> stemming
Uitleggen wat een meetmodel is en hoe deze eruit ziet.
Een meetmodel is een manier om de operationalisatie van een variabele visueel te maken.
DMV een ovaal (variabele/construct) of rechthoek (indicatoren).
Door het manipuleren van variabelen in een experimenteel onderzoek kan onderzocht
worden of er een causaal verband bestaat tussen twee variabelen, oftewel, of een
verandering in de ene variabele een verandering in de andere variabele veroorzaakt.
2
, Beschrijven wat betrouwbaarheid is
Wanneer je een meting herhaald en dit hetzelfde resultaat oplevert
Beschrijven wat validiteit is
Dat een meetinstrument meet wat het moet meten
Uitleggen hoe verschillende opvattingen van validiteit zich tot elkaar
verhouden
Causale opvatting van validiteit: je weet pas of een meetinstrument valide is, wanneer je
weet hoe het meetinstrument werkt. Causale opvatting van validiteit is dat je pas weet of iets
valide is indien je
A) weet dat het construct bestaat en,
B) verschillen tussen individuen tot uiting worden gebracht middels het meetinstrument (waar
iets zelden aan voldoet overigens)
Constructvaliditeit: wordt de testuitslag ondersteund door uitkomsten op ander vlak (bv
andere items/schalen van het onderzoek, observaties)
Uitleggen hoe validiteit zich verhoudt tot betrouwbaarheid
Je moet eerst weten of een meetinstrument meet wat je wilt meten. Vervolgens ga je dit een
aantal keer herhalen. Indien er een zelfde uitslag uit voort komt, is er sprake van
betrouwbaarheid.
Niet betrouwbaar-> de stippen liggen ver van elkaar
wel valide -> stippen gecentreerd zijn rond midden.
Beschrijven wat een (niet-) systematische meetfout is
Wanneer je iets onderzoekt (bv een depressief persoon) en hij/zij moet elke dag ‘gemeten’
worden hoe hoog hij scoort op somberheid. Wanneer iemand een hele nacht niet heeft
kunnen slapen doordat er brand was bij de buren, spreken we van een NIET-systematische
meetfout. Een toevalligheid. Een toevallige afwijking van iemand of iets zijn ware score
3
, Uitleggen hoe een (niet-) systematische meetfout zich verhoudt tot
betrouwbaarheid en validiteit
Een niet systematische meetfout geeft niet de werkelijke score weer. Dus een vertekend
beeld. De score is dan niet betrouwbaar. Herhalen van onderzoek is nodig om dit er uit te
halen. (juist en soms heb je vele herhalingen nodig om tot iets of iemand zijn ware score te
komen)
Beschrijven wat het verschil is tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
Bij kwantitatief onderzoek richt je op getallen/datareeksen.
Bij kwalitatief onderzoek focus je op het perspectief van deelnemers, deze interpreteren en
begrijpen.
Beschrijven wat populaties zijn
Een groep mensen/onderzoekseenheden. bv. Mensen, honden, ziekenhuizen, auto’s enz).
Uitleggen waarom populaties niet rechtstreeks te onderzoeken zijn
Populaties zijn te groot om te onderzoeken, niet haalbaar. Ook is het zo dat op het moment
dat een populatie gemeten wordt, de dag erna het onderzoek niet meer herhaalt kan worden
aangezien de populatie al veranderd is (mensen sterven, mensen worden geboren enz).
Beschrijven wat steekproeven zijn en welke functie deze vervullen
Daar een populatie te groot is om als geheel te onderzoeken, worden er steekproeven
gebruikt. Hoe groter je steekproef is, hoe groter de kans dat dit de werkelijkheid van een
populatie geeft.
Beschrijven wat de steekproeffout is
Een te klein aantal in een populatie gebruiken. Geeft geen werkelijke weergave van de
populatie. Een steekproef die per toeval bestaat uit uitzonderlijke onderzoekseenheden die
de score verbuigen. Bv een onderzoek naar lengte Nederlanders (die groter zijn dan
gemiddeld) en dan per toeval buitensporig veel kleinere Nederlanders in je steekproef
hebben waardoor je de conclusie trekt dat Nederlanders kleiner dan gemiddeld zijn ipv
andersom).
Uitleggen hoe selecte en aselecte steekproeven verschillen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller senniewennie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.