Staatssoevereiniteit= de beslissingsbevoegdheid van de overheid op het grondgebied van de staat
en de enig die wet- en regelgeving kan opstellen.
Beperking soevereiniteit:
1. vrijwillig overdragen (alleen in belang van land en bijdrage aan welzijn inwoners)
2. onvrijwillig beperkt (binnenvallen ander land of mandaat van Veiligheidsraad van VN)
Internationale organisaties:
- Gouvernementele organisatie= een samenwerkingsverband tussen staten. De oprichting
gebeurt in een verdrag met daarin de doelstellingen en de middelen.
- Non-gouvernementele organisatie (ngo)= groep personen, onafhankelijk van staten. Heeft
vaak ideële doelstelling(en), hoeft niet internationaal te zijn. Hebben geen stemrecht, maar
een adviserende rol in internationale vergaderingen.
Het internationale recht regelt de betrekkingen tussen staten. Staten kunnen afspraken met elkaar
maken door verdragen te sluiten. Ze kunnen ook een gouvernementele organisatie oprichten. De
mate van overdracht van soevereiniteit bepaalt het karakter van de organisatie.
- intergouvernementele organisatie= als lidstaten geen soevereiniteit afstaan, samenwerking
tussen lidstaten;
- supranationale organisatie= als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan, staat boven
de lidstaten.
De EU is een supranationale organisatie. Lidstaten hebben namelijk een groot gedeelte van hun
beslissingsbevoegdheid overgedragen, waardoor de organisatie regels kan opleggen aan de
lidstaten. Bij een intergouvernementele organisatie beslissen de lidstaten altijd gezamenlijk.
Op dit moment gelden de volgende 2 verdragen:
1. het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
2. het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VwEU)
Daarnaast is het Handvest van de grondrechten van kracht.
Het EGKS-verdrag is gesloten om de markt van kolen en staal onder onafhankelijk gezag te
plaatsen. In de loop van de tijd zijn er nieuwe verdragen gesloten, waardoor de doelstellingen van
de organisatie steeds werden uitgebreid. De huidige doelstellingen zijn:
- Vrede en welzijn
- Vrijheid en veiligheid (vrij verkeer personen, goederen, kapitaal en diensten)
- Interne markt
- Monetaire unie (gezamenlijke munt)
- Extern mensenrechtenbeleid (art 2 VEU en art 3 lid 5 VEU).
De interne markt is een gezamenlijke markt waar de handel geen belemmeringen ondervindt. De
interne markt heeft 3 onderdelen:
, 1. het vrije verkeer (mag niet belemmerd worden)
2. staatssteun (subsides)
3. mededinging (kartelvorming, misbruik machtspositie)
Het is de taak van de EU om ervoor te zorgen dat op deze 3 gebieden de handelsbelemmeringen
worden weggenomen.
Door regelgeving die tot doel heeft de interne markt te bewerkstelligen hebben lidstaten een
beperkte bandbreedte om maatregelen vast te stellen die de eigen economie stimuleren. Het
beschermen van de nationale economie (protectionisme) is nadelig voor de interne markt in zijn
geheel en is daarom verboden.
Voordelen interne markt:
- het welvaartsniveau zal stijgen
- uitbreiding van de keuzemogelijkheden
- prijsdalingen
Nadelen interne markt:
- meer concurrentie (producten in lage-loon-landen, goedkoper produceren)
- specialisatie (nederland heeft een kenniseconomie, maar is afhankelijk van productie van
goederen uit het buitenland).
Het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel zijn 2 belangrijke principes van de EU. Het
is verboden om te discrimineren o.g.v. nationaliteit. Een uitzondering hierop is mogelijk, maar dan
moet er wel een evenredige manier onderscheid worden gemaakt. Dit betekent dat het minst
belemmerende alternatief moet worden gekozen.
Basisbeginselen EU
Beginsel Betekenis Voorbeeld Artikel
Loyale samenwerking Lidstaten doen niets Nederland mag geen Art. 4 lid 3 VEU
wat strijdig is met het wet aannemen die
verdrag en voeren het vrije verkeer van
alle verplichtingen uit goederen belemmert
die uit Europees
recht voortvloeien
Attributiebeginsel De EU is alleen Art 38. VwEU geeft Art 5 lid 2 VEU
bevoegd als de EU de
daarvoor een mogelijkheid om
grondslag bestaat in beleid op het gebied
het verdrag van landbouw te
ontwikkelen
Subsidiariteitsbeginsel De lidstaten bepalen Het effect van regels Art 5 lid 3 VEU
zo veel mogelijk zelf. tegen
Pas als het beter luchtverontreiniging is
gezamenlijk geregeld groter als de EU deze
, kan worden, is de EU opstelt dan als alleen
bevoegd Nederland dit doet
Evenredigheidsbeginsel Voor het bereiken De Nederlandse Art 5 lid 4 VEU
(proportionaliteits- van een doel moet overheid mag een
beginsel) altijd het minst product niet
ingrijpende middel verbieden, maar mag
worden gekozen wel verplichten dat er
een waarschuwing op
het etiket komt
Gelijkheidsbeginsel Discriminatie o.g.v. De Nederlandse Art 18 VwEU
Nationaliteit is overheid mag
verboden personen uit andere
lidstaten niet anders
behandelen dan
Nederlanders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cybermouse75. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.