Dit document is een samenvatting van alle stof voor het tentamen van het vak Rechtsbescherming tegen de overheid. Het bestaat uit een samenvatting van alle hoor- en werkcolleges en de verplicht voorgeschreven stof.
Week 1 – Het constitutionele kader van rechtsbescherming tegen de overheid
Bestuursrecht: overheidsbestuur, besturen
Democratische rechtsstaat: beginselen, 3 dimensies
Bestuursrechtelijke rechtsgang: algemene & bijzondere -> aanvullende
rechtsbescherming door burgerlijke rechter: arrest Guldemond/Noordwijkerhout
Toetsing inhoud ministeriële regeling: door de bestuursrechter, aan de Grondwet, aan de
beginselen van behoorlijk bestuur (evenredigheidsbeginsel: art. 3:4 lid 2 Awb: arrest HR
Landbouwvliegers 1986, ABRvS inzake Maxis/Praxis 1996, ABRvS Keuringsplaats
Scheerwolde, ABRvS Alcoholslot & Widdershoven, beginsel van zorgvuldige
besluitvorming: art. 3:2 Awb: CRvB Verdeelmodel Participatiewet)
Toetsingsverbod: art. 120 Gw
Partijdigheid rechter: wraking
Week 2 – Bestuursprocesrecht
Effectieve & finale geschillenbeslechting: bestuurlijke lus, judiciële lus, zelf in de zaak
voorzien, gebrek passeren, rechtsgevolgen in stand laten (ABRvS Inrijverbod Hattem)
Schueler: streven naar subjectivering en finaliteit
Negatieve gevolgen bestuursrechtspraak en 3 keerzijden rechtsbescherming
Rechterlijke procedure: ontvankelijkheid -> belanghebbende
- OPERA: direct belanghebbende, en indirect belanghebbenden: stichtingen (ABRvS
Tuibrug)
- gevolgen van enige betekenis: ABRvS Gevolgen van enige betekenis
- procesbelang
- relativiteitsvereiste: ABRvS Brummense Elzenbos -> uitzondering in ABRvS Tuibrug:
verweven/parallelle belangen)
Rechtsmiddelen en termijnen
Week 3 – Nationaal bestuursrecht en het EU-recht
Doorwerkingsinstrumenten
Schaarse vergunningen: van Weeren, gelijkheidsbeginsel, Wolfswinkel (ABRvS 2
november 2016 Vlaardingen, Conclusie AG Widdershoven 25 mei 2016)
Beginselen van behoorlijk bestuur: evenredigheidsbeginsel en subsidiariteit
Art. 43 EG: HvJ EU Engelmann, art. 49 EG: HvJ EU Betfair, quasi-inbesteden: HvJ EU
Teckal
Week 4 – Wet- en regelgeving
Wetgevende bevoegdheid: attributie, delegatie, mandaat
Centrale overheid en decentrale overheden
Kwaliteitseisen wet
3 functies: legitimerende, instrumentele en waarborgfunctie
Problemen: oorzaken en oplossingen
Concretiserende besluiten van algemene strekking (cbas), beleidsregels, richtlijnen,
algemeen verbindend voorschrift (avv), AMvB
Right to Challenge
Democratie- en bestuurswetgeving: democratiebeginsel en democratie tekort
3 type regels: wettelijke zorgplicht, command & control wetgeving en zelfregulering
,Week 5 – Overheid en privaatrecht
Tweewegenleer, gemengde rechtsleer, doorkruisingsleer (HR Windmill)
HR Amsterdam/Ikon: bij privaatrechtelijk overheidshandelen ook toepassing abbb, HR
Rasti Rostelli: en ook grondrechten in acht nemen
HR Vlissingse brandweerkosten: kostenverhaal bij privaatrechtelijk overheidshandelen,
let op doorkruisingsleer, HR Frauderende belastingadviseur: kostenverhaal burgers
Maastrichtse school, de Haan, Scheltema
3 soorten overeenkomsten: potloden-, beleids- en bevoegdhedenovereenkomst
Onrechtmatig handelen door overheid, Wet nadeel compensatie en schadevergoeding bij
onrechtmatige besluiten
Week 6 – Algoritmisch bestuursrecht
Heukelom: responsieve rechtsstaat en digitale overheid: blockchain en smart contracts
Poorter & Goossens: effectieve rechtsbescherming bij algoritmische besluitvorming in het
bestuursrecht
Black box, algoritmes, AERIUS I en II, AI, ex tunc toetsing
Rule-based & case-based algoritmes: maatwerk- en invoergegevens
,Week 1 – Het constitutionele kader van rechtsbescherming tegen de overheid
Leerdoelen:
- de constitutionele positie van de rechter uiteenzetten en verklaren;
- de historische ontwikkeling van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming schetsen en
verklaren;
- de staatsrechtelijke verhouding tussen wetgever, bestuur en rechtspraak weergeven en
becommentariëren;
- de indringendheid van de rechterlijke toetsing in relatie tot de beginselen van willekeur,
evenredigheid en proportionaliteit weergeven en analyseren;
- de rechtsvormende taak van de rechter omschrijven en problematiseren;
- de constitutionalisering van het procesrecht, en met name de ontwikkelingen omtrent het recht
op een eerlijk proces, weergeven, duiden en analyseren
Bestuursrecht
Aard en karakteristiek:
Bestuursrecht: recht voor, van en tegen het overheidsbestuur
• voor: bestuursrecht geeft grondslag voor bestuursoptreden (instrumenteert)
• van: uitoefening van bevoegdheden
• tegen: biedt burger waarborgen tegen bestuursoptreden
Overheidsbestuur:
• 2 betekenissen: bestuursorganisatie of activiteit (functie van besturen)
• bestuurlijke functie: in leer van trias politica onderscheiden van wetgevende en rechtsprekende
functie
• volgens trias politica is uitvoerende macht belast met uitvoering van de door de
volksvertegenwoordiging vastgestelde wetten -> maar is meer dan alleen uitvoering wet, bestuur
vervult ook vormen van wetgevende en rechtsprekende taken
Besturen:
• niet alleen het nemen van concrete beslissingen waarbij belangen van individuele burgers
betrokken zijn (microniveau), maar ook het door de overheid besturen van de samenleving als
geheel via wet- en regelgeving (macroniveau)
• moderne opvatting bestuur: wetgevende en bestuurlijk-uitvoerende functies verweven -> beide
functies zijn betrokken bij de ontwikkeling, vaststelling en uitvoering van overheidsbeleid
• bestuur is het van overheidswege behartigen van het algemeen belang (bestuursrecht: het
juridische aspect daarvan) -> dient een dwingende reden te zijn voor overheidsingrijpen, wil het
gelegitimeerd zijn, anders dient de behartiging van het betrokken belang aan de samenleving te
worden overgelaten
• algemeen belang: sociale grondrechten, waar de overheid zorg moet dragen voor de
verwezenlijking -> overheid mag wel oog hebben voor particuliere belangen, maar moet deze
afwegen tegen het algemeen belang
Functie bestuursrecht:
• legitimerende functie: bestuursrecht voorziet in juridische grondslag voor bestuursoptreden door
in het leven roepen van bestuursorganen, toekennen van bestuursbevoegdheden en regelen van
besluitvormingsprocedures
• instrumentele functie: rol die het bestuursrecht speelt t.b.v. de vaststelling en uitvoering van
overheidsbeleid (middel tot het bereiken van bepaalde doeleinden: nastreven algemeen belang)
• waarborgfunctie: beschermt/waarborgt de rechtspositie van de burgers t.o.v. de overheid
(waarborgen: bijzondere wet, algemene materiële en formele waarborgen Awb en beginselen van
behoorlijk bestuur)
-> de 3 functies worden gelijktijdig uitgeoefend en kunnen op gespannen voet staan
, Democratische rechtsstaat
• idee van democratische rechtsstaat is normatief het uitgangspunt voor het gehele
bestuursrecht, toetsingskader en bestuursrechtelijke wetgeving
• kern: overheid mag uitsluitend handelen ter verwerkelijking van het recht, o.b.v. het recht en
i.o.m. het recht
• overheidsrecht moet worden beoordeeld vanuit 3 dimensies/invalshoeken:
- democratie: burgers hebben zeggenschap over overheidshandelen
- liberale rechtsstaat: vrijheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid van burgers t.o.v. overheid
- sociale rechtsstaat: overheid schept omstandigheden die het de burger mogelijk maken
gestalte aan zijn leven te geven
-> 3 dimensies staan in permanente spanning met elkaar, zijn beginselen, kunnen geen van allen
volledig worden verwerkelijkt, omdat ze ten koste van elkaar gaan
-> kern 3 dimensies: iedere overheidshandeling in strijd met positieve recht is onrechtmatig
Centrale beginselen democratische rechtsstaat: zeggenschap, vrijheid, rechtszekerheid,
rechtsgelijkheid en sociale rechtvaardiging
Nadere beginselen die een uitwerking vormen van de centrale beginselen:
• Beginselen dimensie van democratie: zeggenschap van de burger: beslissen door algemene
vertegenwoordigende organen, kiesrecht, politieke verantwoordelijkheid, burgerschapsrechten,
decentralisatie, inspraak en openbaarheid
• Beginselen dimensie liberale rechtsstaat (vrijheid, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid):
wetmatigheid, machtsverdeling, grondrechten, rechterlijke controle, voorlichting
• Beginselen dimensie sociale rechtsstaat/rechtvaardiging: effectiviteit en doelmatigheid
Kiesrecht strekt zich niet uit tot alle overheidsambtenaren. Niet rechtstreeks gekozen bestuurders
moeten daarom aangewezen worden door een algemeen vertegenwoordigd orgaan (invloed van
kiezers is relatief het grootst als de democratische legitimatie van besluitvorming op zo klein
mogelijke schaal plaatsvindt.
Inspraak = het daadwerkelijk kunnen beïnvloeden van overheidsbeleid d.m.v. discussie met
overheid -> zeggenschap van burgers kan alleen verwezenlijkt worden als men kennis kan
nemen van hetgeen binnen de overheid omgaat, openbaarheid van gegevensdragers en
vergaderingen (WOB: wet openbaarheid bestuur)
Bestuur moet consistent en o.b.v. adequaat bekendgemaakte algemene regels besturen ->
verbod op te grote concentratie van overheidsmacht in 1 hand: machtsverdeling
Overheid moet min mogelijk ingrijpen in rechten en vrijheden van burgers: liberale grondrechten
Overheid moet burger voorlichten over zijn rechtspositie t.o.v. bestuur om rechtszekerheid te
garanderen
Rechterlijk controle op overheidshandelen: geen absoluut vereiste, heeft 2 functies:
• zorgen dat de overheid zich aan de wet en regels houdt
• bescherming van rechten van individuele rechtszoekers
Dimensie sociale rechtsstaat:
• ziet op positief-inhoudelijke deel van overheidsactiviteit: doel Staat
• overheidshandelen mag alleen gericht zijn op verwerkelijking van sociale rechtsstaat, dus
burger mogelijk maken zijn leven gestalte te geven
• effectiviteit van overheidsoptreden van belang: moet ook daadwerkelijk leiden tot verwerkelijken
van sociale rechtvaardigheid, geschiedt met middelen die de overheid ten dienste staan
• meer doelmatigheid, sociale rechtsstaat geoptimaliseerd kan worden -> moet worden gekozen
voor een instrument dat relatief de minste lasten voor de algemene middelen meebrengt
• overheid heeft pas een taak wanneer het particulier initiatief het betrokken belang niet adequaat
kan behartigen -> publieke belangen: maatschappelijke belangen die de overheid zich aantrekt in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LawStudentTilburgUniversity. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.