Complete samenvatting voor het vak burgerlijk recht 3. Inclusief belangrijke arresten, voor alle verplichte arresten zie de samenvatting daarvan of koop de bundel! Overzichtelijk samengevat in slechts 32 pagina's, gerangschikt naar hoorcollege onderwerpen.
Schematische samenvatting Burgerlijk recht 3
Aansprakelijkheidsrecht algemeen
Uitgangspunt = iedereen draagt zijn eigen schade, tenzij er een goede reden is om de schade af te wentelen.
Rechtvaardiging van de verplaatsing van de schade? Een belangrijk kenmerk van het aansprakelijkheidsrecht is
dat het de doelstelling heeft het slachtoffer volledig te compenseren, dat wil zeggen in de positie wil brengen
waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
Functies:
- Compensatie – volledig herstellen van schade
- Selectie – bepalen in welke gevallen schade wordt gecompenseerd
- Preventie - voorkomen van schade (t.o.v. verzekeringen: no-claim korting, dekking is vaak afhankelijk
gesteld van het in acht nemen van bepaalde veiligheidsvoorschriften en sociale sancties)
- Rechtshandhaving – defensief (bestaande verhoudingen worden beschermd) en offensief (bescher-
mingsbereik ligt niet van tevoren vast)
- Erkenning van leed/onrecht (ventielfunctie)
- Genoegdoening art. 6:106 BW
- Straffen/ontneming voordeel art. 6:104 BW
Ter rechtvaardiging van risicoaansprakelijkheid is met name gewicht toegekend aan de volgende argumenten:
- het gevaar dat van een zaak uitgaat
- het feit dat iemand profijt heeft van een bepaalde zaak of activiteit
- vermogen om de schade te dragen
- verzekerbaarheid.
Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag
Persoonlijk
Schuld
Aansprakelijkheid in hoedanigheid van ouder, werkgever, bezitter opstal of dier
Kwalitatief
Risico
Vestigingsfase: fase waarin onderzocht wordt of er een grondslag voor aansprakelijkheid is.
Omvangsfase: om vast te stellen in welke omvang de schade vergoed dient te worden.
Verjaring
Ratio: bescherming van de schuldenaar. Art. 3:310 Subjectieve verjaring (5 jaar) objectieve verjaring (20 jaar)
- Ondanks verjaring blijft een natuurlijke verbintenis bestaan (art. 6:3 lid 2 sub a BW)
- Een rechter mag een verjaringstermijn niet ambtshalve toepassen (art. 3:322 lid 1 BW)
- De wet noemt 6 gevallen waarin de verjaringstermijn van rechtswege wordt verlengd (art. 3:320 en
3:321 BW)
- Rechtsverwerking: wanneer de verjaringstermijn nog niet verstreken is kunnen de redelijkheid en
billijkheid van art. 6:2 BW aan de rechtsuitoefening in de weg staan.
- De verjaringstermijn van de vordering tot schadevergoeding kan door stuiting opnieuw gaan lopen
(3:319 BW), namelijk door de instelling van een eis (art. 3:316 BW), door een schriftelijke mededeling
of aanmaning (art. 3:317 lid 1 BW) en door erkenning (art. 3:318 BW).
- Het instellen van een eis en ‘iedere andere daad van rechtsvervolging’ hebben stuitende werking (art.
3:316 lid 1 BW). Daden van rechtsvervolging zijn het uitbrengen van een dagvaarding (art. 125 Rv), het
indienen van een verzoekschrift (art. 278 lid 2 Rv), het instellen van een reconventionele eis (art. 136
e.v. Rv) of een vermeerdering van eis (art. 130 Rv).
,Rechtmati ge daad
Voor een rechtmatige daad kan een verbod bij de rechter worden gevorderd, art. 3:296 BW. Vereist is:
a. Er sprake is van een reële dreiging,
b. De eiser belang heeft bij een verbod, en
c. Dat het verbod voldoende is bepaald.
Nodig is dus niet dat er reeds onrechtmatig is gehandeld, dat schuld wordt aangetoond en dat er schade is ge -
leden. Een verbodsactie heeft alleen zin als het kwaad nog niet is geschied. Benadeelden dienen onevenredige
schade vergoed te krijgen. Grondslagen voor de schadevergoeding:
- Ondanks de weigering van het verbod, beschouwt men de gedraging onrechtmatig. De grondslag voor
de schadevergoeding is dan de onrechtmatige daad.
- Omdat de gedraging moet worden geduld, ziet men haar als rechtmatig. De grondslag voor schadever-
goeding is dan de rechtmatige daad.
De inhoudelijke rechtvaardiging van (gedeeltelijke) compensatie is te vinden in het gelijkheids- en evenredig -
heidsbeginsel (zie ook art. 3:4 Awb). Men spreekt hier wel van beginsel van gelijkheid voor de openbare lasten.
Art. 6:162 lid 2 BW: drie onrechtmatige gedragingen
- Inbreuk op een recht
- Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
- Doen of nalaten in strijd met het ongeschreven recht dat in het maatschappelijke verkeer betaamt
NB: daderschap HR Knabbel en Babbel: HR overweegt dat gedragingen van de wethouder als gedragingen
van de gemeente zijn te beschouwen indien zij in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de gemeen-
te kunnen worden gezien. Dit criterium (verkeersopvattingen zijn beslissend) geldt niet alleen voor publiek-
rechtelijke, maar ook voor privaatrechtelijke rechtspersonen.
Het oordeel dat sprake is van onrechtmatigheid wegens één of meer van de bovengenoemde drie gronden is
blijkens art. 6:162 lid 2 BW voorlopig in die zin dat de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond alsnog tot
het oordeel kan leiden dat geen sprake is van onrechtmatigheid. Rechtvaardigingsgronden:
- Noodweer
- Overmacht
- Noodtoestand
- Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Risicoaanvaarding is geen rechtvaardigingsgrond! Vergunning als zodanig ook niet zonder meer.
Rechtsinbreuk
Wat is een ‘recht’? het moet gaan om een subjectief recht (aan eiser toekomend, hoogwaardig belang)
- Absolute vermogensrechten (recht op eigendom en beperkte rechten)
- Persoonlijkheidsrechten (recht op lichamelijke integriteit/eer en goede naam/ persoonlijke vrijheid)
NB: schending van relatieve vermogensrechten levert in de regel wanprestatie op, geen onrechtmatige daad.
Gedrag als inbreuk v. gevolg (schade) als inbreuk HR 9 december 1994, NJ 1996/403, Zwiepende tak
De inbreuk op een subjectief recht is pas onrechtmatig, indien deze inbreuk bovendien maatschappelijk onzorg-
vuldig was. Het criterium ‘rechtsinbreuk’ je moet de handeling toetsen aan de maatschappelijk be tamelijkheid,
eigenlijk wordt gewoon de zorgvuldigheidsnorm toegepast op die handeling. Kan ook zijn dat er sprake is van
een handeling die op zichzelf een inbreuk vormt, dat moet je dus eng toetsen. Het gaat om het recht zelf. De
,kern van art. 6:162 BW is echter dat het enkele feit dat schade is geleden onvoldoende is voor de vestiging van
aansprakelijkheid. De schade dient immers onrechtmatig te zijn toegebracht. Aanvullende toetsing aan de on-
geschreven normen van maatschappelijke betamelijkheid is in die gevallen daarom noodzakelijk.
Strijd met de wettelijke plicht
Wat is een ‘wettelijke plicht’? elke algemene verbindende regulering uitgaande van een bevoegd gezag:
- Hinderwetvergunning
- Strafrechtelijke bepalingen
- WVW 1994
Dit staat in relatie tot het relativiteitsvereiste, art. 6:163 BW: grens publiek- privaatrecht. Verhouding tot
private regelgeving/niet-wettelijke plichten.
Relativiteitsvereiste vormt een afzonderlijke toets!
Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt
Wordt op verschillende manieren aangeduid, zoals zorgvuldigheidsnorm. Het is een ongeschreven norm, je
moet terugvallen op de rechtspraak. Zo is deze norm ook bedoeld. Er is geen wettelijke houvast. Er is ruimte
voor de rechter om een normatieve afweging te maken. Er werd destijds gevreesd voor een ‘claimcultuur’. Of
iets maatschappelijk onzorgvuldig is, is een normatief en geen feitelijk oordeel.
Zutphense waterleiding 1910; een onbetamelijke gedraging is niet onrechtmatig, alleen de schending van
een wettelijke plicht of inbreuk op een recht levert OD op. Er was hier geen sprake van onrechtmatig handelen
omdat geen wettelijke plicht was geschonden door deze ‘blootpassieve houding’ was er geen inbreuk op de
rechten van de ander gemaakt.
Lindenbaum Cohen 1919; aanname zorgvuldigheidsnorm. Onder onrechtmatig handelen moet worden ver-
staan: ‘een handelen of nalaten, dat óf inbreuk maakt op eens anders recht, óf in strijd is met des daders
rechtsplicht, óf indruist, hetzij tegen de goede zeden, hetzij tegen de zorgvuldigheid, welke in het maat schap-
pelijke verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed’.
Kelderluik 1965 gevaarzetting. Criteria: gezichtspunten zorgvuldigheid / gevaarzetting. zwiepende tak
(1) De waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid
kan worden verwacht,
(2) De hoedanigheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan,
(3) De ernst die de gevolgen kunnen hebben, (zaakschade of letselschade)
(4) De mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen. Jetblast
Afweging van de zwaarte van het risico (1 t/m3) en de zwaarte van de te betrachten zorg (4): onderlinge
samenhang! Denk aan de wisselwerking met kwalitatieve aansprakelijkheid; zie de verhouding tot regelgeving.
Het eerste en het tweede gezichtspunt kunnen samen worden gevoegd in één gezichtspunt: de kans (of de
waarschijnlijkheid) dat schade ontstaat als gevolg van de gedraging in kwestie. Belangrijk is de aard van de ge -
draging. Relevant is in dat verband ook of degene die het gevaar schept dat uitsluitend doet in zijn eigen be -
lang, dan wel mede in het algemeen belang of in het belang van degene die aan het gevaar wordt blootgesteld.
Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema
Koprot uienteler Miedema = bedrijfsschade. Hij spreekt Bildtpollen aan dat zijn gewas ook zijn besmet met die
schimmelziekte. ‘Door te oordelen dat het handelen van Bildtpollen in beginsel onzorgvuldig kan worden aan -
gemerkt omdat een dergelijk handelen de kans op verspreiding van plantenziekten vergroot, heeft het hof mis -
kend dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van handelen in strijd met hetgeen volgens on ge-
schreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, niet alleen moet worden gelet op de kans op schade
(factor 1 en 2) maar ook op de aard van de gedraging (nieuw, factor 5, Verheij p. 52) de aard (nieuw, aanvulling
op factor 3), en de ernst van de eventuele schade en de bezwaarlijkheid en de gebruikelijkheid (nieuw, aanvul-
ling op factor 4), van het nemen van de voorzorgsmaatregelen’ (vlg. HR 5 november 1965, Kelderluik r.o. 3.3)
Deze vijf factoren of gezichtspunten zijn niet limitatief. De omstandigheden van het geval blijven beslissend.
, Samenwerking: het kan zich voordoen dat de vraag of een wettelijke bepaling is geschonden voor de beoorde-
ling van de onrechtmatigheid weliswaar van belang is, maar niet op zichzelf doorslaggevend. De vraag of die
schending heeft plaatsgevonden, wordt dan door de feitenrechter wel in ogenschouw genomen bij de invulling
van de maatschappelijke betamelijkheid, maar hij betrekt daarbij ook nog andere omstandigheden.
Reflexwerking: de rechter bij invulling van de maatschappelijke betamelijkheid inhoudelijke inspiratie put uit
een bepaling die strikt genomen niet (of nog niet) van toepassing is.
Gevaarzetting is een deelnorm van de zorgvuldigheidsnorm
Binnen gevaarzetting: Buiten gevaarzetting:
- Gevaarzetting in professionele of Privésfeer - Hinder
- Wel of geen overheid - Profiteren van wanprestatie
- terreinbeheer - Derdenwerking contract/keten
- OSVO - Beroepsaansprakelijkheid
- Sport en spel - Bestuurdersaansprakelijkheid
- Zuiver nalaten - Aansprakelijkheid toezichthouder
- Aantasting eer/goede naam
- Oneerlijke concurrentie
Alle deelnormen hangen samen met kelderluikcriteria Hier spelen de kelderluikcriteria geen rol!
Deelnorm: OSVO
De drempel is hoog: ongeval leidt niet automatisch tot onrechtmatigheid, geen persoonlijk verwijt aan sprake-
lijke, geen zorgvuldigheidsnorm geschonden.
Verhuizende zusjes-arrest: Het enkele ontstaan van een ongeval leidt niet automatisch tot onrecht-
matig gedrag. Gevaarscheppend gedrag is namelijk alleen onrechtmatig als de mate van waarschijnlijk-
heid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) zodanig groot is, dat de dader zich naar
maatstaven van zorgvuldigheid van het gedrag had moeten onthouden (Kelderluiken). Er was hier
sprake van OSVO.
Zwiepende tak arrest: Gedrag is slechts onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een
ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader
zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.
Deelnorm: sport en spel
1. Is er sprake van een spelsituatie of is deze beëindigd? Bottefeart.
2. Was de situatie anders als spelers op verschillende plekken of banen spelen? Midgetgolf
3. Een overtreding op zichzelf vormt geen doorslaggevende omstandigheid.
Tennisbal-arrest: gedragingen die buiten de spelsituatie onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zou-
den zijn geweest, behoeven binnen de spelsituatie dit kader niet te hebben, omdat de deelnemers aan
het spel gedragingen waartoe het spel uitlokt, waaronder onvermijdelijk van tijd tot tijd misslagen,
over en weer van elkaar te hebben te verwachten, terwijl een dergelijke gedraging niet onzorgvuldig
wordt op de enkele grond dat zij door een ongelukkige samenloop van omstandigheden tot gevolg
heeft dat een der deelnemers ernstig letsel oploopt.
IJsvoetballen: fluitsignaal voor het einde van de wedstrijd was reeds geklonken, verzoeker was bezig
de ijsbaan te verlaten en nam geen deel meer aan het spel. Op grond van de in deze casu vaststaande
feiten en omstandigheden was de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval en het oplopen van
letsel door verzoeker als gevolg van de duw naar het oordeel van de rechtbank zo groot dat verweer -
der zich daarvan naar maatstaven van zorgvuldigheid had moeten onthouden.
Natrappen in voetbalwedstrijd: Uitgangspunt, aldus de Hoge Raad, moet zijn “De deelnemers aan een
sport als voetballen hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt
over en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het
leven roepen, buiten het kader van de sport door de deelnemers aan het maatschappelijk verkeer als
regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom veelal niet aanvaardbaar zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studiebol20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.