100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
COMPLETE VERPLICHTE ARRESTEN SAMENVATTING BURGERLIJK RECHT 3 $6.90
Add to cart

Judgments

COMPLETE VERPLICHTE ARRESTEN SAMENVATTING BURGERLIJK RECHT 3

 21 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van alle verplichte arresten voor het vak burgerlijk recht 3.

Preview 3 out of 19  pages

  • June 26, 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Arresten samenvatting Burgerlijk Recht 3



Hoorcollege 1: Aansprakelijkheid/onrechtmatige daad (1)
- Functies van Verheij: - Hoge Raad 9 december 1994, NJ
aansprakelijkheidsrecht 1- 16, 23.2 en 24 1996/403, m.nt. C.J.H. Brunner
- De verschillende vormen van (Zwiepende tak).
onrechtmatigheid, 6:162 lid 2 J.J. Smeehuijzen, ‘Hoe oordeelt de - Hoge Raad 28 mei 2004,
- Rechtsinbreuk; zelfstandige feitenrechter over strijd met de ECLI:NL:HR:2004:AO4224, NJ 2005/105
grond? maatschappelijke betamelijkheid in m.nt. C.J.H. Brunner (Jetblast).
- Zorgvuldigheidsnorm; de zin van art. 6:162 lid 2 BW?’, VR - Hoge Raad 25 november 2005,
algemeen 2017/125. ECLI:NL:HR:2005:AU4042, NJ 2007/141,
- Deelnormen: gevaarzetting: m.nt. C.J.H. Brunner (Skeelerongeval).
terreinbeheer, sport en spel, - Hoge Raad 7 april 2006,
OSVO ECLI:NL:HR:2006:AU6934, NJ 2006/244
(Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema).

Arresten
Hoge Raad 9 december 1994, NJ 1996/403, m.nt. C.J.H. Brunner (Zwiepende tak)
 De enkele mogelijkheid dat gedrag een ongeval creëert, is daarmee nog niet automatisch onrecht-
matig. Gevaarscheppend gedrag is slechts onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een
ongeval als gevolg van dat gedrag zo groot is dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid
van dat gedrag had moeten onthouden.
De vraag of iemand voor een bepaald gevolg, ontstaan door een gedraging van deze persoon, aan sprakelijk is,
hangt af van de mate van waarschijnlijkheid dat het ongeval zich zou voordoen. In casu is er echter niet genoeg
bekend over de feitelijke toedracht van het ongeval. Er kan niet worden vastgesteld of de zorgvuldigheidsnorm
is overtreden, dus is Werink niet aansprakelijk en hoeft hij de schade van Hudepohl niet te vergoeden.

Hoge Raad 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO4224, NJ 2005/105 m.nt. C.J.H. Brunner (Jetblast)
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad in verband met een waarschuwingsplicht. In dit arrest geeft de Hoge
Raad een vernieuwing van de maatstaf ter beoordeling van de vraag wanneer in een gevaarzettende situatie
een waarschuwing afdoende is.
 Van doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat de waarschuwing als afdoende maatregel
met het oog op bescherming tegen een bepaald gevaar zal leiden tot een handelen of nalaten waar-
door dit gevaar wordt vermeden.
Voorop moet worden gesteld dat bij de beantwoording van de vraag of aan iemand, die een situatie in het
leven roept of laat voortbestaan die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voor-
zichtigheid gevaarlijk is, de eis kan worden gesteld dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen
neemt — en of derhalve het achterwege laten van die maatregelen in strijd is met de zorgvuldigheid die in het
maatschappelijk verkeer betaamt ten aanzien van eens anders persoon of goed — moet worden gelet niet
alleen op de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en
voorzichtigheid kan worden verwacht, maar ook op de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ont -
staan, op de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en op de mate van bezwaarlijkheid van te nemen
veiligheidsmaatregelen.
Het gebrek aan zeggenschap staat niet aan aansprakelijkheid in de weg. Iemand die gevaren creëert, ontkomt
niet aan aansprakelijkheid omdat deze gevaren zich buiten zijn invloedssfeer manifesteren. Ook het waar -
schuwingsbord helpt de luchthaven niet. De enkele wetenschap van mogelijk gevaar bij het publiek is niet vol-
doende. De luchthaven had duidelijk moeten aangeven waaruit het gevaar precies bestond. Bij beantwoording
van de vraag of een waarschuwing kan worden beschouwd als een afdoende maatregel is volgens de Hoge
Raad namelijk van doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat deze waarschuwing zal leiden tot een
handelen of nalaten waardoor dit gevaar wordt vermeden. Het woord ‘jetblast’ zal voor de meeste mensen
niet duidelijk zijn, en op het bord was niet aangegeven welk gedrag van het publiek verwacht werd.

, Arresten samenvatting Burgerlijk Recht 3



Hoge Raad 25 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4042, NJ 2007/141, m.nt. C.J.H. Brunner (Skeelerongeval)
Dat de cursiste zich vrijwillig heeft blootgesteld aan het risico van een val, betekent niet dat de sportschool niet
aansprakelijk kan worden gesteld ten aanzien van de schade met het oog op dat risico bij een skeelercursus
voor beginners geboden veiligheidsmaatregelen. Sprake van een geval waarin de omkeringsregel van toe pas-
sing is: dit bracht mee dat het hof het condicio sine qua non-verband tussen het niet geven van het dringen de
advies om met het oog op beperking van de gevolgen van een val op het hoofd een valhelm te dragen en het
door de cursiste ten gevolge van een val op het hoofd opgelopen (dodelijk) letsel als vaststaand moest aan-
nemen, tenzij de sportschool gesteld en bewezen zou hebben dat de cursiste in weerwil van dit advies geen
valhelm zou hebben opgezet.
 Het niet naleven van een veiligheidsnorm brengt mee dat ook letsel dat buiten de normale lijn van de
verwachtingen ligt, aan de overtreder van die norm wordt toegerekend.

Hoge Raad 7 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6934, NJ 2006/244 (Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema)
 Voor het handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in maatschappelijk verkeer be-
taamt, moet er niet alleen gekeken worden naar de kans op schade, maar ook naar de aard van de ge-
draging, de aard en ernst van de schade en de bezwaarlijkheid en de gebruikelijkheid van het nemen
van voorzorgsmaatregelen.
De Hoge Raad oordeelde dat ‘niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan
een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn’. Gevaarscheppend gedrag is slechts
onrechtmatig indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat
de dader zich daarvan naar maatstaven van zorgvuldigheid had behoren te onthouden.


Hoorcollege 2: Aansprakelijkheid/ onrechtmatige daad (2)
- Deelnormen (vervolg) Verheij: - Hoge Raad 24 september 2004, NJ 2008/587, m.nt.
- Binnen gevaarzetting: 23.1, 23.3, 25-30 C.H. du Perron (Vleesmeesters/Alog).
aansprakelijkheid voor - Hoge Raad 13 oktober 2006, NJ 2008/528 m.nt. C.C.
gevaarlijke toestand en van Dam NJ 2008/529 (Vie d’Or). Let op: alleen de
terreinbeheer (vervolg), zuiver annotatie!
nalaten - Hoge Raad 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:47, NJ
- Buiten gevaarzetting: hinder, 2013/366 (gevaarzetting wegens onveilig voetbalveld
beroepsaansprakelijkheid, in Curaçaose gevangenis).
aansprakelijkheid - Hoge Raad 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:831, NJ
toezichthouder, profiteren van 2015/479 (aansprakelijkheid notaris).
wanprestatie, wanprestatie als - Hoge Raad 18 september 2015,
OD jegens derden, ECLI:NL:HR:2015:2745, JOR 2015/289 m.nt. S.C.J.J.
aansprakelijkheid voor OD Kortmann (aansprakelijkheid advocaat).
derde, aantasting eer/goede - Hoge Raad 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1355, NJ
naam 2017/364, m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai.


Arresten
Hoge Raad 24 september 2004, NJ 2008/587, m.nt. C.H. du Perron (Vleesmeesters/Alog)
 Of sprake is van onrechtmatigheid jegens een derde, hangt af van alle omstandigheden van het geval.
De Hoge Raad bestempelt de volgende omstandigheden als relevant in dat verband: de hoedanigheid van alle
betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen
van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag
of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor
de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het
nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had in -
gedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.

, Arresten samenvatting Burgerlijk Recht 3


Hoge Raad 13 oktober 2006, NJ 2008/528 m.nt. C.C. van Dam NJ 2008/529 (Vie d’Or). Alleen de annotatie!
 Aansprakelijkheidsnorm voor beroepsbeoefenaren
Dienen zij een wezenlijk publiek belang? dan dienen hoge eisen te worden gesteld aan de zorg die zij in het
maatschappelijk verkeer bij hun werkzaamheden moeten betrachten. Naar Nederlands recht geldt nu dat de
zorgplicht van de beroepsbeoefenaren strekt tot bescherming van een onbeperkte groep derden ongeacht of
deze voorzienbaar zijn en ongeacht de hoogte van hun schade. De enige beperking is dat het moet gaan om
derden die bij hun beslissingen zijn afgegaan op de door de beroepsbeoefenaar verschafte informatie. Ten aan-
zien van de inhoud van de zorgplicht bevestigde de Hoge Raad, dat het gedrag van de beroepsbeoefenaar moet
worden getoetst aan dat van een redelijk bekwame en redelijk handelende professional. Kijken naar alle om-
standigheden van het geval  de aard van de geschonden norm, de aard van de normschending, de voorzien-
baarheid van de schade, het door de beroepsbeoefenaar verrichte onderzoek en de gegeven waarschuwingen.
 Aansprakelijkheid voor toezichthouders
De Hoge Raad vermijdt het gebruik van de norm ‘redelijk handelende en redelijk bekwame toezichthouder’.
Volgens hem gaat het erom of het uitgeoefende toezicht voldoet aan de eisen die aan een behoorlijk en zorg-
vuldig toezicht moeten worden gesteld (r.o. 4.3.3). Beslissend is dus de ‘behoorlijk en zorgvuldig handelende
toezichthouder’. Dat klinkt wat strenger maar het gaat uiteindelijk om de invulling van die norm en met name
de rol die de beleidsvrijheid daarin speelt. Hiervan zegt de Hoge Raad dat het aankomt op alle omstandigheden
van het geval en somt daartoe een zeer groot aantal gezichtspunten op (r.o. 4.3.3), een opsomming die ver-
moedelijk niet limitatief is bedoeld. Met het opnoemen van een groot aantal gezichtspunten lijkt de Hoge Raad
de standpunten van de ‘marginale toetsers’ en de ‘volle toetsers’ onder één noemer te hebben proberen te
brengen. Binnen het kader van de beleids- en beoordelingsvrijheid dient de rechter op het puntje van zijn stoel
te zitten en de gangen van de toezichthouder nauwkeurig na te gaan, zij het met respect voor diens beoor -
delings- en beleidsvrijheid. Beleids- en beoordelingsvrijheid zijn nooit een rechtvaardiging voor het miskennen
van mensenrechten en van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In het verlengde hiervan vindt de
beleids- en beoordelingsvrijheid van de toezichthouder haar grenzen daar, waar de risico’s te groot zijn om ze
op hun beloop te laten. Is een toezichthouder op de hoogte van een riskante situatie waarbij omvangrijke
belangen zijn gemoeid, dan is hij in beginsel verplicht om actief te worden en maatregelen te nemen. Daar bij
kan beleidsvrijheid bestaan ten aanzien van de wijze waarop hij actief wordt en welke maatregelen hij neemt.
Maar naarmate het aan de orde zijnde risico groter is, zal de beleidsvrijheid verder afnemen en deze nog slechts
liggen in het door de toezichthouder te hanteren instrument, met dien verstande dat dit een effectief instrument
dient te zijn. De beginselplicht geldt in elk geval voor de toezichthouders op het gebied van veiligheid en ruim-
telijke ordening waarbij het veelal gaat om het voorkomen van personen- en zaakschade. Als negatieve aanwij-
zingen in de Parlementaire Geschiedenis ontbreken dan betekent dat niet dat de rechter steeds dient te con-
cluderen tot een onbeperkte beschermingsreikwijdte van de regeling.
Volgens de Hoge Raad brengt een redelijke uitleg van art. 3:305a BW mee dat een vordering tot vergoeding van
buitengerechtelijke kosten van een vereniging of stichting in beginsel voor vergoeding in aanmerking komt. Hij
legt hierbij de nadruk op het belang van een efficiënte afdoening van massaschadeclaims. Bovendien zouden
deze kosten ook voor vergoeding in aanmerking zijn gekomen als de benadeelden hun schadevordering indivi-
dueel zouden hebben ingediend. De beslissing van de Hoge Raad is echter niet beperkt tot gevallen van massa -
schade maar geldt voor alle acties op grond van art. 3:305a BW, inclusief algemeen belang-acties.

Hoge Raad 28 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:47, NJ 2013/366 (gevaarzetting wegens onveilig voetbalveld in
Curaçaose gevangenis)
Het gaat in deze zaak over schade door ernstig letsel dat een gedetineerde heeft opgelopen bij een voetbalspel
op de binnenplaats van een cellenblok. De te beantwoorden vraag is of het Land in de gegeven omstandig -
heden heeft gehandeld in strijd met een zorgplicht jegens de gedetineerde waarbij in een geval als het onder-
havige de criteria van het kelderluikarrest maatgevend zijn.
 Deze houden in dat in het licht van de omstandigheden van het geval moet worden beoordeeld in hoe-
verre iemand die een situatie in het leven roept die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste
oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, rekening dient te houden met de mogelijkheid dat die
oplettendheid en voorzichtigheid niet in acht zullen worden genomen en met het oog daarop bepaalde
veiligheidsmaatregelen dient te treffen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studiebol20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.90  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added