Samenvatting Penologie &
Detentierecht
Hoofdstuk 1: Geschiedenis van de
vrijheidsbeneming
Inleiding
De gevangenis is in een hedendaagse strafrechtspleging onmisbaar. Er
moet nu eenmaal beveiligd, vergolden en afgeschrikt worden. Daar
bestaan allerlei middelen voor, zoals transacties, geldboetes, taakstraffen
en allerlei ingenieuze dreigementen, zoals het voorwaardelijk dagvaarden.
In de afgelopen eeuwen heeft het bestaan van een instituut als de
gevangenis, dat uitdrukkelijk bedoeld is leed toe te voegen, in
toenemende mate bepaalde sociaal betrokken bevolkingsgroepen een
ongemakkelijk gevoel bezorgd. Herhaaldelijk zijn er daarom pogingen
ondernomen om de gevangenis om te vormen tot een aanvaardbare
instelling.
In de geschiedenis van het straffen valt een ding direct op: het verdwijnen,
rond 1800, van een schavotcultuur en de komst van een op het eerste
gezicht rationeel strafstelsel. De essentie van de schavotcultuur was het
gebruik van het lichaam van de misdadiger als strafobject. Men pijnigde,
verminkte of doodde. Dit aantasten van het lichaam gebeurde doorgaans
in de aanwezigheid van een belangstellend publiek, wat mede diende als
afschrikking voor het plegen van dergelijke delicten.
De verlichting en haar beginselen
Eeuwenlang waren de tradities van de klassieke oudheid en de kerk
bepalend geweest voor het denken over mens en maatschappij.
Rechtsgeleerden gingen voorheen eerst te rade bij het Romeinse recht. In
het sanctioneren leefden toen nog eeuwenoude gebruiken, zonder dat
men zich afvroeg of zij functioneel waren voor het bestrijden van misdaad.
Een essentieel kenmerk van de Verlichting was dat men zich van het
traditionele denken wenste te bevrijden. De rechterlijke willekeur,
rechtsongelijkheid en geheime, ondoorzichtige procedures van het ‘oude’
strafrecht konden de toets van rationele kritiek niet doorstaan.
,De belangrijkste beginselen die de rond 1800 de strafrechtspleging zijn
gaan normeren zijn: gelijkheid voor de wet; proportionaliteit tussen schuld
en strafrechtelijk ingrijpen; legaliteit, de eis dat de strafrechtspleging
wettelijk genormeerd is; publiciteit en transparantie, zodat de burgers
inzicht in de strafrechtspleging konden krijgen; subsidiariteit, de gedachte
dat een strafrechtelijke interventie niet zwaarder mag zijn dan strikt nodig
is; humaniteit, het streven wrede strafrechtspraktijken achterwege te
laten; een rechtspositie voor de strafrechtelijk vervolgde, bijvoorbeeld het
recht op een advocaat. Ten slotte het trias-politicabeginsel, dat in dit
verband relevant is omdat het voorschrijft dat de rechter in zijn
oordeelsvorming onafhankelijk van de wetgevende en de uitvoerende
macht moet zijn.
Vrijheidsbeneming als hoofdsanctie
Sinds ongeveer 1800 is de ‘moderne’ gevangenis bij uitstek de instelling
die gevangenen hun vrijheid ontneemt, bij wijze van straf. Daarnaast moet
de gevangenis voldoen aan verwachtingen die leven in de samenleving.
Deze verwachtingen zijn vaak tegenstrijdig. Enerzijds speelt in de publieke
opinie de eis een rol dat de gevangenis haar repressieve functies
uitoefent, zoals gevaarlijke personen opsluiten en vergelden. Echter, vanaf
de 19de eeuw kwam er een ander ideaal om de hoek kijken: de
verbeteringsgedachte. Dit ideaal werd vooral gezien als de noodzaak de
gevangene moreel te beïnvloeden en tot inkeer te brengen. In de 20ste
eeuw ging de nadruk meer liggen op het aanleren van inzichten en
vaardigheden waarmee de ex-gevangene zich in de maatschappij zou
kunnen handhaven.
Geschiedsbeschrijving van de gevangenisstraf
Sinds enkele tientallen jaren wordt er in de westerse wereld een sterk
sociologisch georiënteerde strafrechtsgeschiedenis beoefend. Deze
bestudeert misdaad, sancties en andere sociale controlemiddelen. Ook
bestaat er veel aandacht voor het verschijnsel dat er voortdurend allerlei
inzichten en theorieën verschijnen en verdwijnen. Het besef van het
wisselend spanningsveld rondom en in de gevangenis is hierbij duidelijk
aanwezig.
Het tweede genre, de verklarende strafrechtsgeschiedenis, redeneert
vanuit neomarxistische vooronderstellingen. De arbeidsmarkt en financiële
, belangen van de staat werden door hen gezien als de vormgevende
krachten van het straffen. Daarmee was volgens hen te begrijpen waarom
misdadigers in de voormoderne tijd werden verminkt of gedood en
waarom men in andere tijden hun leven spaarde om hun arbeidskracht zo
veel mogelijk te kunnen uitbuiten.
Het neomarxisme
Het neomarxistische kader gaat uit van de gedachte dat misdaad het
gevolg is van achterstelling van sociaal zwakkeren. Volgens deze
zienswijze worden zij min of meer gedwongen de wet te overtreden:
criminaliteit als overlevingsmiddel. Het strafrecht is, aldus gezien, geen
neerslag van een maatschappelijke consensus over het ontoelaatbare,
maar een middel om de ‘gevaarlijke klassen’ in bedwang te houden. De
gevangenis wordt vanuit deze zienswijze gezien als een wapen in een
klassen- strijd.
Foucault
Het was Foucault er niet in de eerste plaats om te doen
gevangenisgeschiedenis te schrijven, maar om te laten zien dat de
overgang van de voormoderne naar de moderne fase van de geschiedenis
te zien is als de komst van een alomvattende en doordringende
disciplinering van de bevolking. Foucault stelde dat de moderne industriële
samenlevingen eigenlijk verhulde dwangsystemen zijn, waarin mensen
onderworpen worden aan een anonieme en niet te lokaliseren, maar alles
doordringende machtsuitoefening.
Elias
Norbert Elias vormde 1939 het civilisatieproces. Hierbij verdiepte hij zich in
het psychische en maatschappelijke disciplineringsproces dat de overgang
van de voormoderne naar de moderne tijd kenmerkt. Elias stelde dat er
sprake is van een veranderingsproces in de manier waarop mensen in
westerse samenlevingen met elkaar omgaan. In de loop van de eeuwen
heeft men geleerd wilde impulsen te beheersen, zoals hun geneigdheid
macht, agressie en seksuele behoeften uit te leven. Dit uit zich in
verfijning van gedragsregels. Het mechanisme wordt gemotiveerd door
geïnternaliseerde dwang: geweten, schuldbesef en schaamte. Dit
psychologische veranderingsproces was volgens Elias het eerst zichtbaar
in de hoogste kringen van de samenleving, zoals aan vorstelijke hoven, en
heeft zich geleidelijk uitgebreid tot grote delen van de bevolking. Een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loucky94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.