Samenvatting Staatsrecht
Deel 2
Paragraaf 1
Met de term staatsrecht (constitutioneel recht) wordt gewoonlijk gedoeld op het
recht dat ziet op inhoud en functioneren van de instellingen van de staat; het omvat
mede regels over bevoegdheden om regels te stellen en besluiten te nemen.
De Staat mag alleen handelen als zij daartoe bevoegd is, burgers daarentegen
mogen alles doen zolang het niet verboden is.
De Grondwet is een geschreven document dat de belangrijkste regels van het
staatsrecht bevat en vaak ook met bijzondere waarborgen is omringd respectievelijk
alleen via bijzondere regels en procedures gewijzigd kan worden.
Sub disciplines staatsrecht:
‘politieke staatsrecht’ is de regels van de bevoegdheden, werkwijze en
taken van de politieke organen (regering en Staten Generaal).
Decentralisatie recht is het recht van de lagere overheden (provincies en
gemeentes).
Grondrechten zijn normen die het optreden van de staat aan banden leggen
en reguleren.
Paragraaf 2: Staat als subject
Kenmerken van een Staat:
- Er is sprake van territoriale organisatie
- Die gezag over een op het grondgebied woonachtige bevolking uitoefent
- Daartoe over machtsmiddelen beschikt zoals het geweldsmonopolie
Nationale staat: Dan wordt aan het op zichzelf neutrale criterium van een territorium
toegevoegd dat de personen onder het gezag en op het grondgebied van de staat
gezamenlijk een zekere eenheid vormen, ofwel een natie zijn.
De kwaliteit van een Staat is niet van belang om als Staat gezien te worden
(Afghanistan en Libië).
Wie het legitieme gezag heeft in een Staat staat niet altijd vast. Zoals rebellen in
Libië die erkent werden als de legitieme regering.
Niet elk volk kan recht akn doen gelden op een eigen Staat (Catalonië en Schotland).
De EU is geen formele staat. Het is een internationale organisatie die bestuurt wordt
door onderling gesloten en geaccepteerde verdragen.
De EU is wel een federale staat. De verdragen zijn de constitutionele grondslag, de
Unie heeft bevoegdheden, er worden rechtsprekende, bestuurlijke en wetgevende
taken uitgevoerd en men kan burger zijn van de EU.
,Paragraaf 3: Soevereiniteit
Soevereiniteit komt in verschillende betekenissen voor:
1. Internationaalrechtelijke betekenis: Een Staat heeft op zijn grondgebied het
exclusieve geweldsmonopolie en andere staten mogen zich niet bemoeien
met de interne aangelegenheden van een staat. (niet ingrijpen bij burgeroorlog
Syrië door NL)
2. Waar ligt het gezag in een staat? In Nederland de grondwetgever, maar in het
VK is dat het parlement als wetgever.
3. Het pakket aan bevoegdheden dat cruciaal is om te kunnen spreken van een
soevereine staat: geweldsmonopolie, belastingheffing, defensie, buitenlandse
betrekkingen etc.
4. De filosofische en theoretische grondslag: bijvoorbeeld tot uitdrukking komend
in het woord volkssoevereiniteit.
Paragraaf 4: Constitutie, grondwet en staatsrecht
Constitutie: Hieronder verstaan we het geheel van regels en beginselen dat een
staat constitueert en ordent.
Grondwet: Is het document waarin de meest belangrijke regels over de
staatsorganisatie en de verhouding tussen staat en burgers zijn neergelegd.
Een staat kan niet zonder constitutie maar wel zonder grondwet (VK).
Rigide grondwet: Hiervan spreekt men wanneer wijziging van de grondwet aan
specifieke waarborgen is onderworpen en dus moeilijker is dan het maken en
wijzigen van gewone wetgeving.
In het VK is het constitutionele recht hoofdzakelijk gewoonterecht en wetgeving.
Hierdoor is er sprake van een flexibele grondwet.
Nederlandse grondwet is formeel rigide maar ook in materiële zin, vooral door het
ontbreken van rechterlijk toetsingsrecht.
De grondwettelijke verhoudingen kunnen veranderen en zijn veranderd door
maatschappelijke en internationale ontwikkelingen (groei van de rol van de EU,
afname aantal grote partijen en toename van het aantal kleine partijen).
De vertrouwensregel (vertrouwen tussen regering en Staten Generaal) en het niet
twee keer achter elkaar ontbinden van de Tweede Kamer om dezelfde kwestie zijn
belangrijke ongeschreven regels in het staatsrecht.
Paragraaf 5: Eenheidsstaten en (con)federale staten
Eenheidsstaten: Aan de centrale overheid komen in beginsel alle bevoegdheden
toe. Wel kan decentralisatie plaatsvinden: Het verdelen van de bevoegdheden over
andere organen, dan spreken we van een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Verschillen eenheidsstaat en een federale staat:
1. De garantie in dat de laatste dat aan de deelentiteiten eigen bevoegdheden
toekomen waar het centrale gezag geen inbreuk op mag maken.
2. Bij strijd tussen het recht van de deelstaat en de federale recht, het laatste
voorgaat.
, 3. Van een federale staat is de noodzaak om een constitutionele arbiter te
hebben (rechter of een speciaal grondwettelijk hof) dat geschillen kan
beslechten inzake competentieverschillen tussen centrale overheid en de
deelstaten.
Voorbeelden van een eenheidsstaat zijn Nederland, Frankrijk en Groot Brittannië.
Kenmerkend voor een federale staat is dat de onderdelen daarvan (deelstaten) niet
een vetorecht hebben ter zake van wijziging van de grondwet en de onderlinge
bevoegdhedenafbakening.
Deel 3
Paragraaf 6: Rechtsstaat
Rechtsstaat: De staat onder gezag van het recht wordt geplaatst en niet alleen
rechtsschepper is, maar zelf ook gebonden is aan het recht.
Eisen rechtsstaat:
- Legaliteitseis: bevoegdheden van overheidsorganen kunnen slechts bestaan
op grond van een wet en dienen conform de wet te worden uitgeoefend.
- Machten scheidingseis: Er dient een vorm te zijn van machtenscheiding naar
het model van Montesquieu waarbij rechtsprekende, wetgevende en
uitvoerende macht gescheiden zijn.
- Er moet een onafhankelijke rechterlijke macht zijn die toeziet op de
uitoefening door de overheid.
- Er is een bescherming van fundamentele rechten van burgers, die de burgers
beschermen tegen de overheid: grondrechten.
Er wordt ook wel aan de eis van legaliteit toegevoegd dat de wetgeving afkomstig
dient te zijn van een democratisch gelegitimeerde wetgever.
De rechtsstaat dient de burgers een voldoende kwaliteit van leven en
bestaanszekerheid te geven.
Paragraaf 7: Legaliteitsbeginsel
Staatsrechtelijke legaliteitsbeginsel: Overheidsbevoegdheden moeten hun
grondslag in de wet hebben en conform die wettelijke grondslag worden uitgevoerd.
Onbevoegd genomen beslissingen zijn geen rechtshandelingen omdat de beoogde
rechtsgevolgen er van niet kunnen intreden.
De EU kan ook alleen optreden als daarvoor in verdragen een expliciete grondslag is
gegeven.
Paragraaf 8: Scheiding van machten en toedeling van bevoegdheden
De scheiding van de 3 machten is in het belang van het beschermen van de burger.
De VS kent een zuivere machtenscheiding omdat daar dmv checks and balances de
machten invloed kunnen uitoefenen op het functioneren van de andere machten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jordyf18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.