1. De student kan naar aanleiding van een gegeven onderzoeksvraag
een onderzoeksplan opstellen met een passende probleemstelling en
onderzoeksmethode.
2. De student kan de probleemstelling, onderzoeksvraag en
onderzoeksmethode van een wetenschappelijk onderzoek artikel
identificeren en interpreteren, en de resultaten uitleggen in termen
van klinische relevantie en/of statistische significantie.
3. De student kan de relatie tussen de onderzoeksvraag,
onderzoeksmethode en (de interpretatie van) resultaten uitleggen
Onderzoeksvraag
P: Probleem (patiënt)
I: Interventie
C: Controlegroep (met wie ga je het vergelijken)
O: Outcome (uitkomsten)
Mogelijke facetten: kernmerken van de patiënt/patiëntgroep, uitkomstmaat, interventie (wat
ga je doen), meetinstrument en/of behandeling/test waarmee de (nieuwe) interventie wordt
vergeleken (care as usual/ gouden standaard).
Onderzoeksvraag moet altijd een open vraag zijn!
Let op: soms is een onderzoeksvraag vervangen door een doel:
▪ “Het doel van deze studie is het in kaart brengen van…”
▪ Het doel is om inzicht te krijgen…”
> Zonder probleem geen onderzoek!
> In een probleemstelling wordt geformuleerd welke kennis, die noodzakelijk is om het
(praktijk)probleem te kunnen oplossen, tot heden nog ontbreekt.
Opbouw van een artikel:
1. Inleiding
2. Methode
3. Resultaten
4. Discussie/conclusie
,Werkcollege 2: Design
Indeling onderzoek op basis van soort verzamelde gegevens is een literatuuronderzoek. Een
literatuuronderzoek beantwoord alleen onderzoeksvragen over ‘wat er bekend is in de
literatuur’.
Nieuwe data verzamelen doe je doormiddel van een kwantitatief of kwalitatief onderzoek:
Kwantitatief onderzoek: Hierbij zullen de uitkomsten makkelijk in cijfers uit te drukken.
Voorbeelden van kwantitatieve gegevens zijn bloeddruk, spierkracht, lichaamsgewicht,
intelligentie maar ook prevalentiecijfers (hoe vaak komt een ziekte voor?) en het aantal
verwijzingen.
Gebruikelijke vorm van onderzoek in paramedische sector: weinig over onderwerp bekend,
context is belangrijk en kennis opdoen over opvattingen, inzichten, ervaringen etc.
Dataverzameling en data-analyse wisselen elkaar af in tegenstelling tot kwantitatief
onderzoek
> Diagnostisch onderzoek is een vorm van kwantitatief onderzoek. Wat is een goed
meetinstrument om accurate diagnose te stellen. Vergelijk het met de gouden
standaard. Een diagnostisch onderzoek kan op twee manieren: Case control
onderzoek of Cross sectioneel onderzoek. Het nadeel van een diagnostisch
onderzoek is dat de waarden van een test kunnen verschillen per populatie
Kwalitatief onderzoek: Hierbij gaat het om gegevens over beleving, ervaring of
verwachtingen van de proefpersonen. Je wilt attitudes en achterliggende oorzaken
doorgronden en gaat diep op het onderwerp in. Kwalitatieve gegevens worden vaak
verzameld met methodes zoals interviews, observaties en focus groep discussies.
Vormen: Individueel interview, focusgroep onderzoek en kwalitatief observatieonderzoek
Nadeel: Arbeidsintensief en niet bedoeld om te generaliseren
Bij prospectief onderzoek kijk je vooruit in de tijd; de uitkomst moet bij de start van het
onderzoek nog optreden.
Bij retrospectief onderzoek is de uitkomst al opgetreden en kijk je terug in de tijd om erachter
te komen welke variabelen op de uitkomst van invloed waren.
Een onderzoeksdesign (onderzoeksonderwerp) kan experimenteel of observationeel zijn. Bij
experimenteel onderzoek veranderd de onderzoeker bewust van iets in de onderzoeksgroep:
interventie. Bij observationeel onderzoek beperkt de onderzoeker zich tot het verrichten van
waarnemingen en metingen: er wordt niet ingegrepen.
,Experimentele onderzoeksdesign
Experimentele onderzoek deel je de proefpersonen op basis van toeval in in twee groepen:
de experimentele groep (interventiegroep) en de controlegroep.
> Experimentele groep: stel je bloot aan een bepaalde interventie. Hierbij kun je
denken aan medicatie, een voorlichtingsfilm of een behandeling
> Controlegroep: krijgt geen interventie (placebo)
Je gaat de twee groepen met elkaar vergelijken, is er een verschil dan is dat te wijten aan
de interventie.
Randomized clinical trials en/of randomzed controlled trials (RCT afgekort)
Een van de belangrijkste kenmerken van experimenteel onderzoek is randomisatie: de
toewijzing van de proefpersoenen aan een van beide groepen op basis van toeval. Dit
noem je aselecte toewijzing of ‘random’ groepsindeling. Door randomisatie kun je
vertekening van het onderzoek door overige variabele voorkomen. Het experiment is
daardoor bij uitstek geschikt om causale (oorzakelijke) verbanden te onderzoeken.
Het onderzoek kan dubbelblind en enkelblind zijn. Bij dubbelblind onderzoek is het zowel
voor de onderzoekeer als voor de proefpersoon onbekend in welke groep de proefpersoon
zich bevindt. Bij een enkelblind onderzoek is slechts aan degene die de uitkomst meet
onbekend tot welke groep de proefpersoon behoor
> Prospectief onderzoek
> Vorm van kwantitatief onderzoek
> Beste onderzoeksdesign voor causaal verband
> Blindering
> Random verdeling
> Nadeel: vaak duur, niet altijd mogelijk, niet ethisch
interventie/leefstijlfactor/spontane risicofactoren en/of blindering.
, Observationele onderzoeksdesign
Bij observationele onderzoek beperkt de onderzoeker zich tot het verrichten van
waarnemingen en metingen. Tot het observationele onderzoeksdesign behoren:
▪ Cohortonderzoek
▪ Patiënt-controleonderzoek (Case control)
▪ Dwarsdoorsnedeonderzoek (Cross sectioneel onderzoek)
▪ Patiëntseries
▪ Ecologisch onderzoek
Cohortonderzoek
Als je binnen ene onderzoek een vaststaande groep mensen gedurende een bepaalde
periode volgt, spreken we van een cohortonderzoek. Een vaststaande onderzoeksgroep
noem je cohort, een cohort kan bestaan uit een enkele groep of uit meerdere groepen.
> Retrospectief onderzoek of Prospectief onderzoek
> Vorm van kwantitatief onderzoek
> Je hebt een ‘tijdslijn’ m.b.t. de relatie risicofactor – probleem
> Meerdere factoren in relatie tot probleem
> Nadeel: ongeschikt voor zeldzame ziekten, tijdrovend en duur, evt. verlies
proefpersonen uit follow up (iemand stopt met het onderzoek bijv.) en/of evt.
ontbreken gegevens
Case control (patiënt-controleonderzoek)
Is een vorm van retrospectief onderzoek. Hierbij stek je de onderzoeksgroepen samen op
basis van een uitkomst. Een Case control studie efficiënter dan een Cohortonderzoek,
omdat je de proefpersonen niet gedurende langere tijd hoeft te volgen. Zeker als het gaat
om het te bestuderen van zeldzame ziekten is dit type onderzoek een goede keuze. Een
gevaar is echter wel dat je bij de selectie van patiënten en controles automatisch andere
variabelen mee selecteert, waardoor vertekening van het onderzoek kan optreden. Een
ander nadeel van retrospectief is, dat de dataverzameling in het verleden plaatsvindt
(levert dit dan juiste en correcte gegevens op?).
> Retrospectief onderzoek
> Vorm van kwantitatief onderzoek
> Goedkoop en relatief snel uit te voeren
> Zeldzame aandoeningen
> Nadeel: geen causaal verband, proefpersoenen herinneren beter (recall bias) en
gevoelig voor bias als controles niet goed geselecteerd zijn
Cross sectioneel onderzoek (dwarsdoorsnede onderzoek)
Hierbij worden de onafhankelijke en afhankelijke variabele op hetzelfde moment gemeten.
Cross sectioneel onderzoek gebeurt vaak door middel van vragenlijsten of door het
verrichten van metingen aan het lichaam op hetzelfde tijdstip. Het voordeel hiervan is dat
de dataverzameling snel en efficiënt verloopt. Er is geen kans op uitval van proefpersonen
gedurende de tijd. De factor ‘tijd’ neem je bij dit type onderzoek niet mee. Doordat er
gemakkelijk selectie van de proefpersonen plaats vinden en de oorzaak niet duidelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jul1de_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.70. You're not tied to anything after your purchase.