De psychiatrie in het Nederlandse recht
Hoofdstuk 1: Inleiding
Forensische psychiatrie
Forensische psychiatrie is de bijdrage van de psychiatrie in wetenschappelijke en praktische
zin aan de rechtspleging. Het adjectief forensisch is afgeleid van het Latijnse woord forum,
welke verwijst naar rechtszittingen in het Romeinse rijk. Hedendaags wordt de term
forensische psychiatrie vooral gebruikt in het kader van het straf(proces)recht.
Psychiatrie onderscheidt zich van andere medische specialismen door verbreding in
kennisgebieden uit de fenomenologie, de psychologie, de sociologie, de antropologie en de
systeemtheorie. De taak van psychiatrie is de diagnostiek en behandeling van mensen met
een psychische stoornis, welke zich manifesteren als afwijkend gedrag/denken/gevoel.
De WHO hanteert recentelijke als definitie voor gezondheid het volgende: ‘gezondheid is
een toestand van lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden’.
Psychiatrische diagnostiek
Halverwege de 19de eeuw brak een nieuwe periode aan in de psychiatrie: het ging zich
baseren op natuurwetenschappelijke, empirische uitgangspunten en kon zich daardoor
ontdoen van traditie getrouwe ‘niet-bewijsbare’ praktijken.
Kraepelin vestigde een psychiatrische ziekteleer, gebaseerd op strikte criteria voor de
indeling van psychische stoornissen (bijv. oorzaak, symptomen, beloop, etc.) à ook wel
de geloofsbrieven van de psychiatrie genoemd. Sinds dit baanbrekend werk zijn er vele
theorieën ontwikkeld ter verklaring van afwijkend gedrag. De belangrijkste stroming was de
fenomenologie, als verzet tegen de natuurwetenschappelijke benadering. Het keerde zich
tegen het objectivisme van natuurwetenschappen door te stellen dat elke waarneming
plaatsvindt in de intersubjectieve ruimte tussen waarnemer en het waargenomene. Aldus, de
mens maakt niet alleen deel uit van de natuur, het is ook de zingever in en aan zijn eigen
werkelijkheid en ontleent zin aan de wereld om hem heen.
Ter herwaardering van de ‘geloofsbrieven’ van de psychiatrie introduceerde de American
Psychiatric Association (APA) een diagnostisch classificatiesysteem, gebaseerd op
overeenstemming onder vakgenoten over de kenmerken van de verschillende psychiatrische
stoornissen: de DSM. De DSM blijkt zeer beperkt bruikbaar te zijn bij de beantwoording van
vraagstellingen in het kader van de voorlichting aan de rechter.
,Situering van de forensisch psychiatrisch onderzoek
Een wezenlijk verschil tussen de algemene gezondheidszorg en de situatie waarin een
forensisch psychiater zijn onderzoek verricht is het juridische kader waarin het plaatsvindt.
Van de forensische psychiater mag verwacht worden dat hij op de hoogte is van de
juridische wet- en regelgeving die de onderzoekssituatie kenmerkt. Het onderscheid met de
reguliere arts-patiëntrelatie kenmerkt zich door de volgende verschillen:
• Het onderzoek vindt plaats in het kader van de rechtspraak
• Er is sprake van een juridische vraagstelling à vertaling psychiatrische vraagstelling
• De positie van de onderzochte persoon is bijzonder; gezondheid is niet van primair belang
• Er is sprake van beperkte vrijwilligheid bij het toestaan en ondergaan van het onderzoek
• De betrokkene heeft geen invloed op de uitslag en consequenties van het onderzoek
• Forensisch onderzoek is niet bedoeld om klachten te verlichten of te behandelen
• De uitkomst van het onderzoek kan ook de afwezigheid van een stoornis aantonen
Ook de rechtspositie van de persoon over wie gerapporteerd wordt verdient aandacht:
• De onderzochte moet ingelicht worden over de rol en de positie van de rapporterende
psychater, over het doel van het onderzoek en de daarmee verbonden vraagstelling
• Rol-onduidelijkheden moeten worden vermeden
• Betrokkene moet op de hoogte zijn van het weigeringsrecht op forensisch onderzoek
• Er mag slechts gebruik gemaakt worden van gevalideerde psychologische testen
• De psychiater dient zich te weerhouden van vragen, opmerkingen of meningsuitingen die
buiten zijn deskundigheidsterrein liggen maar dit wel kunnen suggereren
• Het forensische rapport mag enkel als doel het inlichten van de opdrachtgever hebben
• Betrokkene heeft recht op inzage in het forensisch rapport
Forensische gedragskunde
Op grond van het geldende ziektekundige kenden in het medisch model was psychiatrie
vroeger de enige ‘gedragskundige’ discipline waarvan wetgeving en rechtspleging gebruik
konden maken. De psychiatrie had op grond van haar diagnostiek een adviserende rol in bijv.
strafuitsluitingsgronden of gedwongen opname.
Sinds 1950 is er sprake van een multidisciplinaire forensische gedragskunde. In wettelijke zin
kregen de gedragskundige disciplines erkenning bij de wetwijziging van 1988 (TBR naar TBS),
waarbij onder andere bepaald werd dat voor de oplegging van een terbeschikkingstelling
met bevel tot dwangverpleging, rapportage vereist was van twee gedragskundigen van
verschillende disciplines, onder wie een psychiater. Hetzelfde gold voor het uitbrengen van
adviezen over de verlening van de TBS. Dit legitimeerde de rol van gedragskundigen van
niet-psychiatrische origine.
,Het onderscheid tussen psychiatrie en gedragskundigen (psycholoog/pedagoog)
manifesteert zich in de bevoegdheid van de psychiater tot medisch handelen en
medicamenteuze gedragsbeïnvloeding. De gedragskundigen richten zich meer op
diagnostiek en behandeling van gedragsstoornissen. Echter, de verschillen en
overeenkomsten tussen beide disciplines komen optimaal tot hun recht in een
multidisciplinair verband.
Forensische psychiatrie in een bredere context
Niet alleen in het strafrecht speelt forensische psychiatrie een rol, ook in het jeugd-,
bestuurs- en civielrecht springt haar onafhankelijke voorlichtingsfunctie ten behoeve van de
rechtspraak in het oog. Daarnaast vervult de forensische psychiatrie tijdens de executie van
straffen en maatregelen een belangrijke rol in het kader van de verantwoordelijkheid van de
minister van Justitie voor de zorg voor psychisch gestoorde justitiabelen. Ook heeft het een
verbindende functie in de samenwerking met instellingen voor de algemene geestelijke
gezondheidszorg, de gehandicaptenzorg en de verslavingszorg.
, Hoofdstuk 2: Historische reflecties over psychiatrie en recht
Van de verlichting naar de negentiende eeuw
Tegen het einde van de 18de eeuw voltrokken zich revolutionaire veranderingen in het
strafrecht. Door de Verlichting en de Franse revolutie wenste men zich van het traditionele
denken te bevrijden. De rechterlijke willekeur, rechtsongelijkheid en geheime,
ondoorzichtige procedures van het ‘oude’ strafrecht konden de toets van rationele kritiek
niet doorstaan. Het recht werd vastgelegd in een algemeen geldende wet; de Code Pénal.
Deze wet richtte zich primair op de bestrijding van misdaad door eliminatie van
onverbeterlijken en intimidatie en afschrikking van anderen. Met genetische, psychologische
of sociologische factoren werd toen nog geen rekening gehouden.
De psychiatrie (voor het eerst gebruikt door Reil in 1808) onderging ook radicale
veranderingen in deze tijd. Bijgeloof en irrationele opvattingen maakte plaats voor
natuurwetenschappelijk onderzoek, systematische indelingen en betekenisgeving aan
hersenstoornissen. In de tweede helft van de 18de eeuw ontstonden er protesten tegen de
gezamenlijke opsluiting van krankzinnigen met gevangenen en armen (besmetting). Vandaar
dat er zogenoemde krankzinnigenhuizen ontstonden. Defoe, een vooraanstaand lid van de
Quakergemeenschap, had felle kritiek op deze huizen en kwam met een nieuw initiatief. Hij
realiseerde een tehuis van krankzinnigen waarin niet de medische aanpak voorop stond,
maar psychische beïnvloeding door opvoeding, arbeid en onderwijs à moral treatment.
In 1790 werden in Frankrijk degenen die op grond van lettres de cachet geïnterneerd waren
in vrijheid gesteld, behalve in geval van misdaad of krankzinnigheid. Pinel (medicus) wilde in
1793 de geïnterneerde geesteszieken bevrijden, maar Couthon (voorzitter Parijse commune)
weerhield hem hiervan. Pinel vond een voorzichtige oplossing: hij bevrijdde een aantal
patiënten van hun ketenen en wist een regime van behandeling zonder fysieke dwang door
te voeren. Foucault plaatste hierbij de kritische noot dat het een nieuwe vorm van terreur
zou betekenen. In 1773 te Duitsland en 1774 in Italië werden bepalingen opgesteld de
medische behandeling van geesteszieken voorwaarde voor opname. In Amerika gaf
Benjamin Rush als eerste een wetenschappelijke basis aan onderzoek en behandeling van
geestelijke gestoorden.
Tegen het begin van de 19de eeuw ontstonden er nieuwe klinisch-psychiatrische
beschouwingen, waaronder die van Pinel. Pinel stelde dat psychische stoornissen niet altijd
het verstand aantasten, maar ook het gevoelsleven en de vrije wil à manie sans délire.
Uitwerking van deze beschouwing vond plaats in studies over moral insanity.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loucky94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.