Week 1
Definitie Statistiek: Verzamelen, bewerken en interpreteren
We onderscheiden 4 fases in een onderzoek:
1. Ontwerpen
2. Verzamelen
3. Analyseren
4. Evalueren
Meetniveaus
Categorische variabelen = gemeten in groepen & categorieën
- Nominaal = kwalitatieve classificatie vb. Kleuren
- Ordinaal = kwalitatieve classificatie met een logische ordening vb. KNMI weeralarm,
stoplicht (ordenen)
Continue variabelen = gemeten op schaal
- Interval = numerieke schaal vb. aantal meter zeespiegelstijging. Verschillen zijn meetbaar en
relevant. Ze hebben geen absoluut nulpunt.
- Ratio = numerieke schalen met een absoluut nulpunt, 0 is echt het minimum. Vb. lengte en
gewicht. Je kunt geen negatieve lengtes en gewichten meten. Verschillen tussen getallen
hebben wel betekenis.
Gemiddelde
Bij interval- of Ratio data is het niet handig om de Modus uit te rekenen. Alle waardes zijn vaak net
anders, dus komt er geen 1 waarde het meest voor.
Bij interval- of ratio data rekenen we daarom vaak het gemiddelde uit. Het gemiddelde is gevoelig
voor uitschieters.
Stap 1; Tel alle waardes bij elkaar op
Stap 2; Deel door het aantal waardes
Waarde = X
Als je de som van iets neemt, gebruik je de Griekse hoofdletter Sigma ∑
Aantal waardes = n
Gemiddelde waarde = X met een streepje erboven of µ
Gemiddelde = optellen (alle waardes) / Aantal waardes
Korter =
µ = ∑ (X) / n
Modus
Centrummaat = punt waar het grootste deel van de data zich bevindt.
Modus = Welke waarde het meeste voor komt
Hoe vind je de modus?
- Tel hoe vaak elke waarde voorkomt?
- De waarde die het meeste voorkomt is de Modus
- Komen er 2 waardes even vaak voor? Dan zijn er 2 ‘modi’.
, Modus gebruik je bij categorische data. Als er geen enkel getal het meest voorkomt kun je geen
modus berekenen. Modus is het makkelijkst te vinden bij categorische data.
Absolute frequentie = hoe vaak de modus voorkomt.
Mediaan
Centrummaten = manieren om het punt waar het grootste deel van je data is te bepalen
Deze centrummaat kun je toepassen op variabelen van ordinaal en ratio meetniveau
Uitschieter = een waarde die uitschiet bij alle andere waarden.
Mediaan = middelste waarden van een dataset
Hoe vind je de mediaan?
- Zet alle waarden op volgorde van klein naar groot
- Tel hoeveel waardes er totaal zijn
- Deel het totaal aantal waardes door 2 en rond af naar boven
- Tel vanaf het begin tot aan het getal uit stap 3 om zo de middelste waarde te vinden
Als er even aantal waardes is, is de Mediaan de middelste van de 2 waarde!
Frequentietabel
Frequentie = Hoe vaak bepaalde waardes voorkomen. In een tabel vorm is het een frequentietabel.
Absolute frequentie = Een aantal keer dat iets voorkomt
Relatieve frequentie = Het aantal keer dat iets voorkomt uitgedrukt als percentage; relatief ten
opzichte van het totaal aantal keren. Het getal dat het aantal waarnemingen uitdrukt in verhouding
tot het totale aantal waarnemingen.
Geldige frequentie = vb. geldige relatieve frequentie berekenen ten opzichte van iedereen die een
geldig antwoord in heeft gevuld.
Cumulatieve relatieve frequentie = hierbij tel je de relatieve frequentie van een groep op bij de
percentages van de voorgaande groepen.
Staafdiagram
- Zet alle groepen op de horizontale x-as
- Teken voor elke groep een staafje waarbij de hoogte de frequentie aangeeft.
Dit is een staafdiagram
Voordelen staafdiagram is dat je meteen ziet:
- Welke groepen de hoogste en laagste frequentie hebben
- De verhoudingen goed te zien zijn.
Is goed te gebruiken als er niet te veel groepen zijn en deze groepen allemaal voldoende hoge
frequenties hebben.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentelooy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.