Meest besproken dilemmasituatie waarin spelers moeten kiezen tussen coöperatie of competitie. Ze
maken hun keuzes gelijktijdig en zijn niet op de hoogte van elkaars keuzes. 1 van de spelers is ofwel
de sukkel en de andere is de free-rider.
Deze keuzes worden niet enkel gemaakt tussen personen maar ook tussen organisaties en landen.
Deze keuzes worden herhaaldelijk gemaakt en beide partijen kunnen ook reageren op elkaars keuzes
(~ iteratieve spelen).
TIT-FOR-TAT STRATEGIE
De acties van de tegenpartij worden beantwoord met gelijksoortige acties:
Þ Coöperatie wordt met coöperatie beantwoord
Þ Competitie wordt met competitie beantwoord
Let op: competitie is een sterkere determinant voor wederkerigheid dan coöperatie. Dit kan daarom
ook altijd resulteren in oplopende conflicten.
Het is beter om te kiezen voor de tit-for-tat strategie met vergiffenis waarbij niet iedere actie van
competitie wordt beantwoord met competitie maar met coöperatie. Dit is natuurlijk zeer sterk
afhankelijk van de context of er al dan niet voor deze methode wordt geopteerd.
WIN-STAY, LOSE-SHIFT
Dit is een principe dat gebaseerd is op conditionering, waarbij we coöpereren of competitief ageren
voor zolang dit lonend is, maar overstappen op een andere strategie wanneer we te weinig
verdienen.
Þ Tegenpartij steeds coöperatief? Volgens dit model kiezen voor competitie omdat je via deze
weg het meest verdiend!
MIDDELENDILEMMA’S
2 of meer personen delen beperkte middelen… zijn meer verbonden aan de realiteit dan de GDS!
1. Brondilemma’s = beperkte gemeenschappelijke bron die zichzelf niet of onvoldoende
opnieuw genereert (~ commons dilemma)
a. Vaak moeilijk op te lossen
b. Brechners experiment
i. Bak met lichtjes die punten voorstelden, door op knop te duwen doofde
lichtje. De bron werd door overconsumptie vernietigd en de vooropgestelde
150 punten konden niet worden verdiend.
1
, 2. Publiekgoeddilemma’s = iedereen wordt verondersteld tot het gemeenschappelijk goed bij
te dragen
a. Iedereen kan er beroep op doen
b. Wanneer niemand nog bijdraagt dreigt de bron uit te sterven
c. De Cremer experiment
i. Geld dat werd uitgedeeld en kon bijdragen tot de groepskas – na elke ronde
werd het geld dat in de groepskas stak verdubbeld en gelijk verdeeld, m.a.w.
ook personen die niet bijdroegen tot de groepskas kregen hun deel zonder
iets in het publiek goed te investeren. Door niets bij te dragen genereerden
ze ook de meeste winst want ze gaven niets en kregen een nieuwe som geld
na elke ronde. Wanneer de contributies aan de groepskas zo laag waren dat
een minimumbedrag niet overschreden werd (provisiepunt) verdween het
bedrag.
1. Hoge provisiepunt werd nooit behaald
2. Rijke en arme groepsleden droegen evenveel bij aan het publiek
goed wanneer het provisiepunt laag was
3. Alleen bij een hoog provisiepunt droegen rijkere groepsleden meer
bij
GEREDUCEERDE DILEMMA’S
Gereduceerd omdat ze de interactie tussen 2 spelers willen beperken of irrelevant maken.
ULTIMATUMSPEL
Speler A kan een som geld verdelen tussen zichzelf en speler B. Speler B kan dit bod aanvaarden (dan
krijgen beide partijen een som geld) of weigeren waardoor beide partijen verliezen.
Þ Mensen worden niet enkel gedreven door economische, materiële motieven maar ook het
psychologische aspect speelt een rol
DICTATORSPEL
Speler A kan een som geld verdelen tussen zichzelf en speler B maar speler B kan niet
weigeren/reageren.
INDIVIDUELE VERSCHILLEN IN PROSOCIALE ORIËNTATIE EN VERTROUWEN
Kelley en Stahelski argumenteerden dat er 2 type personen zijn: (1) de coöperatieven en (2) de
competitieven.
Individuen verschillen onderling in:
1. De bezorgdheid om eigen uitkomsten
2. De bezorgdheid om de uitkomsten voor anderen
3. De gelijkheid tussen de eigen uitkomsten en die van andere partijen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vandeveldelaura. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.