Inleiding inspanningsfysiologie
College 10 – Cardiovasculair systeem 1:
Geïntegreerd systeem = met elkaar verbonden = cardiovasculair systeem
Functionele capaciteit van cardiovasculair systeem neemt af naarmate je ouder
wordt (aerobe capaciteit neemt af)
- Aerobe capaciteit
o VO2 peak/max
Internationale standaard voor fysieke fitheid
Relateert aan hartvaatziekte en mortaliteit
- Gemeten voor bepaalde populatie geldt niet voor iedereen
Maximale hartfrequentie is niet trainbaar
- Max HR = 220 – leeftijd
- Blijven trainen als je ouder wordt afname hartfrequentie wordt minder
Cardiovasculair systeem = hart, bloedvaten en bloed
Bloedvoorziening (stroom, “flow”)
- Hart
o drukverschil
- Bloedvaten
o geleiding
o weerstand
- Bloed
o transport
HMV (hartminuutvolume) (F) = bloeddruk (P) / perifere weerstand (R)
F = P / R
HMV in rust ongeveer 5L, HMV in inspanning ongeveer 25L
Je hart zorgt voor het drukverschil P.
Boezems = atria (ev: atrium), kamer = ventrikel
Rechterhelft hart:
- Lichaam hart (zuurstofarm)
- Hart longen
Linkerhelft hart:
- Longen hart
- Hart lichaam (zuurstofrijk)
o Geoxigeneerd bloed (met O2)
o Dikkere wand van de kamer harder pompen in aorta
,RV en LV = rechter en linker ventrikel, RA en LA = rechter en linker atria.
Vena cava superior = bovenste holle ader, vena cava inferior = onderste holle ader,
myocardium = hartwand
Vocht in de longen: linkerkamer pompt niet hard genoeg, waardoor er meer bloed de
longen in- dan uitgaat drukverschil in longen te weinig vocht wordt
afgescheiden uit de longen.
Coronair circulatie: kransslagaders bloedvoorziening spieren in het hart.
- Angina pectoris = vermoeidheid van het hart (druk op de borst), door verzuring
hartspieren.
Hartinfarct: deel kransslagader gaat dicht zitten deel onder de slagader sterft af.
Een cardioloog ziet aan de ECG (tijdens inspanning) wat er aan de hand is met het
hart bij klachten.
Contractie: systole
Relaxatie: diastole
Mechanische fasen van het hart:
1. Systole atria
2. Systole atria stopt en diastole atria begint
3. Ventrikel systole 1e fase
4. Ventrikel systole 2e fase
5. Ventrikel diastole, vroeg
6. Ventrikel diastole, laat
- Hart draait een beetje als het pompt zoveel mogelijk bloed eruit
Doel van het hart: drukverschil creëren.
Systolic Blood Pressure = bovendruk
Diastolic Blood Pressure = onderdruk
Mean Arterial Pressure = gemiddelde druk
MAP = Pdia + 1/3 Ppulse (in mm Hg)
Verderweg in het system: druk wordt steeds lager, P lager en stuwende kracht
lager.
Sinoatriale (SA) knoop (sinusknoop): klompje cellen “vuren” op bepaalde frequentie
elektrische signalen af pacemaker (bevat autoritmische cardiomyocyten)
- Elektrische signalen verspreiden over de atrium contractie atrium
AV-knoop: krijgt elektrisch signaal over de atriumwand binnen wel met vertraging.
Dit signaal verspreidt zich over de rest van het hart.
- Signaal naar de onderkant van het hart contractie van onder naar boven.
Bundel van His: in de midden wand vertakt naar links en rechts.
,Hartfrequentie: parasympatisch en orthosympatisch zenuwstelsel regelen dit mee. 2
zenuwen die de HR lager of hoger kunnen maken:
- Nervus vagus = lagere hartfrequentie
- Nervus accelerantes = hogere hartfrequentie
Dus: SA-knoop contractie atrium AV-knoop (vertraging) bundel van His
contractie ventrikel.
Extreem hoge hartslag: extra knopen in het hart meer elektrische signalen
Preventure ventriculaire contractie (PVC): kamers trekken te vroeg samen
- Harde slag
- Oorzaak: klein klompje cellen die zich gedraagt als knoop
ECG:
- P-top: depolarisatie atria (systole)
- QRS: depolarisatie ventrikels (systole)
Normaal 13Hz
Repolarisatie atria (diastole)
- T-top: repolarisatie ventrikels (diastole)
Hogere frequentie: tijd tussen depolarisaties en repolarisaties blijft gelijk, maar de tijd
tussen de slagen wordt kleiner.
HMV = hartfrequentie (HF) x slagvolume (SV)
Je kunt je hart trainen meer spieren harder pompen
- Duuratleten hebben een hoger SV dan ongetrainden
- Duuratleten hebben een hogere HMV dan ongetrainden
- Bij gelijke VO2 hebben duurgetrainden een lagere HF
SV = EDV (eind diastolisch volume) – ESV (eind systolisch volume)
- Eind diastolisch volume: volume nét voor de contractie
EDV:
- Volume
o Grootte v/h hart
- Pre-load: rek die het hart ondervindt
o Vulling: veneuze terugstroom
o Lengte-kracht relatie
ESV:
- Contractiliteit
o Kracht waarmee het hart kan samentrekken
- After-load
o Weerstand die het hart ondervindt tijdens contractie (door het ateriële
systeem)
, Hoge bloeddruk: hart moet harder pompen.
Bloedvaten: R
Functies van bloedvaten:
- Distributie
o Aterien, arteriolen
- Uitwisseling
o Capillairen
- Afvoer
o Venen
Bouw van bloedvaten:
- Endotheel
- Glad spierweefsel
- Bindweefsel
Perifere weerstand (wet van Poiseuille):
4
∆ P∙ r
F=
ηL ∙ c
= viscositeit: hoe stroperig het bloed is, wordt bepaald door hematocriet
L = buislengte
r = straal
c = constante
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannevanbussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.