Inleiding inspanningsfysiologie
College 1 – Voeding:
Doel IF: verkrijgen van kennis over de bouw en werking van organen en
orgaansystemen die een rol spelen bij het bewegen en de energiehuishouding.
Afhankelijk van de taak, hebben mensen een andere voeding.
Macronutriënten:
- Koolhydraten
- Vetten
- Eiwitten
- Alcohol
Koolhydraten:
- Bestaan uit koolstof, waterstof en zuurstof
- (CH2O)n (n=3 tot 7)
o Glucose: C6H12O6
Soorten koolhydraten:
1. Monosacchariden – basis eenheid
o Glucose
o Fructose
o Galactose
Gluconeogenese
2. Oligosachariden – 2-10 monosacchariden
o Disachariden
Sucrose
Lactose
Maltose
3. Polysachariden – complexer koolhydraatmolecuul
o Glycogeen = veel glucose aan elkaar gekoppeld = dierlijk.
Glycogeen is de tegenhanger van zetmeel
o Plantaardig: zetmeel, vezels
2 soorten vezels:
1. Fermenteerbare vezels
o Verteerbaar
o Leveren een klein beetje energie
o Bevorderen stoelgang
2. Niet-fermenteerbare vezels
o Niet verteerbaar
o Leveren geen energie
o Bevorderen stoelgang
o Verzadigende werking
, Leptine is een hormoon dat je het volle gevoel na de maaltijd
geeft.
o Verlagen LDL-cholesterol
Vezels hebben positieve gezondheidseffecten!
Fermenteren (omzetten) van vezels gebeurt in de dikke darm darm microbioom.
- De soorten bacteriën in de darm zijn afhankelijk van je leefomgeving,
gewoontes, eetpatronen, etc. Hoe gevarieerder je darmflora, hoe beter.
- De darmflora sterft bij het gebruik van antibiotica.
Glycogeen
Glycogeen is aaneengekoppeld glucose. Het wordt gemaakt tijdens de glycogenese
(glucose glycogeen), hiervoor is insuline nodig. Insuline wordt aangemaakt door
de -cellen van de alvleesklier. Het wordt opgeslagen in de spieren en lever:
Teveel glucose: hyper, te weinig glucose: hypo.
Glycogenolyse: glycogeen glucose. Hiervoor is glucagon nodig. Glucagon wordt
aangemaakt door de -cellen in de alvleesklier.
- Adrenaline
(ezelsbruggetje: glucagon komt eerder in het alfabet dus dat zijn -cellen en insuline
is dus -cellen).
Je gebruikt alleen uit je actieve spieren glycogeen.
- Voorbeeld: als je aan het hardlopen bent, komt er alleen (of voornamelijk)
glycogeen uit je benen en niet uit je armen.
Sedentaire personen: mensen die niet sporten.
Isotoon: dezelfde concentratie als in je lichaam (bv. sportdrank, qua
koolhydraatgehalte).
Rol van koolhydraten in het lichaam:
- Koolhydraten zijn de energiebron tijdens hoge inspanning
o Vetten energiebron tijdens lage inspanning
- Sparen van eiwitten
o Glycogeendepletie gluconeogenese van aminozuren
- Metabole ‘primer’: koolhydraten nodig voor de vetverbranding/vetmetabolisme.
- Brandstof voor het centraal zenuwstelsel
o Bloedglucose wordt strak gereguleerd, omdat:
Glucose primaire brandstof zenuwcellen
Glucose enige energiebron voor rode bloedcellen
Koolhydraatverbruik tijdens inspanning:
- Intensiteit
o Lage intensiteit: voornamelijk vetten
, o Middelmatige intensiteit: zowel vetten als koolhydraten
o Hoge intensiteit: voornamelijk koolhydraten
Snelheid van de omzetting naar energie is hoger voor
koolhydraten
Koolhydraatverbranding levert meer energie op dan
vetverbranding
Hongerklop: de gevolgen van een plotseling glycogeentekort. Bij een hongerklop
moeten de sporters overschakelen op vet- en eiwitverbranding en kunnen daardoor
niet meer maximaal presteren.
Time to exhaustion: aantal seconden fietsen op een bepaalde Watt tot je niet meer
kunt.
Tips koolhydraten stapelen:
- Normale glycogeenniveaus in spieren: 100-120 mmol/kg ww (wet weight)
- Koolhydraten stapelen 150-200 mmol/kg ww
- Prestatieverbetering met 2-3%
Wat je moet doen:
- Begin 3 dagen voor het evenement
- Trainingen taperen
- Eet 7-12 g CHO/kg lichaamsgewicht
- Vervang water en thee door frisdrank of sportdrank
- Eet makkelijk verteerbare koolhydraten
- Oefen het tijdens training
- Let op! Gewichtstoename
Vetten:
Opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof.
- Enkelvoudige vetten
o Triacylglycerol/triacylglyceriden (3 vetzuren + glycerol)
Verzadigde vetzuren
Geen dubbele bindingen
Maximaal aantal waterstof atomen
Harde vetten hoge dichtheid (sterke VDW)
gesatureerd
Onverzadigde vetzuren
X-aantal dubbele bindingen
Lagere dichtheid door knikken vloeibaar
Gezonder!!
Transvetzuren
Gedeeltelijk gehydrogeneerd
o Vloeibaar vet dat hard is gemaakt
o Hydrogeneren: waterstof “inbrengen” in vetten
heel slecht!
, - Samengestelde vetten
o Triacylglycerol-componenten + andere chemicaliën
Fosfolipiden
Glycolipiden
Lipoproteïnen = vetketen met proteïneketen
Chylomicronen
o Vervoeren vet-oplosbare vitamines, lange ketens
triacylglycerolen, fosfolipiden en vrije vetzuren.
o Ontstaan wanneer deze de darmen verlaten en de
lymfevaten binnenkomen.
VLDL
o Gevormd in de lever uit vetten, CHO, alcohol en
cholesterol
o Bevat het hoogste percentage vetten
o In lever afgebroken tot LDL
LDL
o ‘Slecht’ cholesterol
o Vervoert cholesterol naar arterieel weefsel
HDL
o ‘Goed’ cholesterol
o Geproduceerd in de lever en dunne darm
o Bevat het hoogste percentage eiwitten
- Afgeleide vetten
o Combinatie van enkelvoudige en samengestelde vetten
Cholesterol
Pre-cursor vitamine D
Linolzuur = goed vet
Alfalinoleenzuur = “plantaardige omega-3”
Rol van vetten in het lichaam:
- Energiebron en reservebrandstof
o Bevat veel energie per gewichtseenheid
o Wordt gemakkelijk vervoerd en opgeslagen
o Biedt een kant en klare bron van energie
Voorziet in 80-90% van de energiebehoefte in rust
- Bescherming vitale organen (organen noodzakelijk voor het behoud van
leven)
- Isolatie
o Belemmert de temperatuurregeling in de hitte
- Vervoerder van vitamines en onderdrukker van honger
Dia 35: IMTG = vetten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannevanbussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.