Werkcollege 2
Artikel 1 Cognitive-motor dual-task ability of athletes with and without
intellectual impairment
Moeilijke woorden top 3:
Cross-domain competition model
Postural control
Visuospatial processing
Jane dr woorden:
Perceptual-cognitive skills
o Het vermogen om informatie uit de omgeving op te nemen en deze te verwerken.
Deze info wordt vergeleken met bestaande kennis en motorische vaardigheden,
om acties te selecteren en uit te voeren.
Cognitive recources
o Richt zich op intelligentie, ervaring en hoe deze dingen onze reacties op
stressvolle situaties beïnvloeden
Motor proficiency
o Het vermogen om te bewegen
Vragen
1. Beschrijf in eigen woorden de drie (sub)doelen van het onderzoek en leg voor elk doel uit
waarom deze is opgesteld door de onderzoeker.
- Het eerste doel is om de beschikbare cognitieve bronnen in ST(single task)-omstandigheden
uit te zoeken
o Mensen met II hebben veel slechtere cognitieve middelen en ze willen onderzoeken of ze
ook nadelen hebben in de sport
o Je moet eerst ST onderzoeken om DT te onderzoeken
- Het tweede doel is om de verschillen te onderzoeken tussen motorische cognitieve DT-
performance tussen atleten met en zonder II
- Het derde doel is om de relatie te onderzoeken tussen de cognitieve belasting en DT-
prestaties
2. In het artikelen worden een paar voorbeelden gegeven van sport situaties waarbij meerdere
taken tegelijk moeten worden uitgevoerd. Kun je uit je eigen ervaring nog wat voorbeelden
bedenken.
- Tijdens een balkoefening moet je je oefening onthouden, zorgen dat je lichaam boven de
balk blijft en focussen op je element, zodat je geen verkeerde beweging maakt
3. Bij dergelijke dubbeltaaksituaties kunnen we te maken krijgen met de ‘bottleneck. Leg uit
aan de hand van het boek wat hieronder wordt verstaan.
- Als 1 ding fout gaat, gaat de reeks wat er achteraan komt ook fout. Dit komt tot stand
wanneer je twee reactietaken op hetzelfde moment moet worden uitgevoerd
- Je krijgt heel veel informatie op je af, maar omdat je beperkte middelen hebt om deze te
verwerken laat je maar een klein deel door, dus filter je.
Artikel 1 Cognitive-motor dual-task ability of athletes with and without
intellectual impairment
Moeilijke woorden top 3:
Cross-domain competition model
Postural control
Visuospatial processing
Jane dr woorden:
Perceptual-cognitive skills
o Het vermogen om informatie uit de omgeving op te nemen en deze te verwerken.
Deze info wordt vergeleken met bestaande kennis en motorische vaardigheden,
om acties te selecteren en uit te voeren.
Cognitive recources
o Richt zich op intelligentie, ervaring en hoe deze dingen onze reacties op
stressvolle situaties beïnvloeden
Motor proficiency
o Het vermogen om te bewegen
Vragen
1. Beschrijf in eigen woorden de drie (sub)doelen van het onderzoek en leg voor elk doel uit
waarom deze is opgesteld door de onderzoeker.
- Het eerste doel is om de beschikbare cognitieve bronnen in ST(single task)-omstandigheden
uit te zoeken
o Mensen met II hebben veel slechtere cognitieve middelen en ze willen onderzoeken of ze
ook nadelen hebben in de sport
o Je moet eerst ST onderzoeken om DT te onderzoeken
- Het tweede doel is om de verschillen te onderzoeken tussen motorische cognitieve DT-
performance tussen atleten met en zonder II
- Het derde doel is om de relatie te onderzoeken tussen de cognitieve belasting en DT-
prestaties
2. In het artikelen worden een paar voorbeelden gegeven van sport situaties waarbij meerdere
taken tegelijk moeten worden uitgevoerd. Kun je uit je eigen ervaring nog wat voorbeelden
bedenken.
- Tijdens een balkoefening moet je je oefening onthouden, zorgen dat je lichaam boven de
balk blijft en focussen op je element, zodat je geen verkeerde beweging maakt
3. Bij dergelijke dubbeltaaksituaties kunnen we te maken krijgen met de ‘bottleneck. Leg uit
aan de hand van het boek wat hieronder wordt verstaan.
- Als 1 ding fout gaat, gaat de reeks wat er achteraan komt ook fout. Dit komt tot stand
wanneer je twee reactietaken op hetzelfde moment moet worden uitgevoerd
- Je krijgt heel veel informatie op je af, maar omdat je beperkte middelen hebt om deze te
verwerken laat je maar een klein deel door, dus filter je.