Dit is eigenlijk alles wat je nodig hebt om te leren voor scheikunde. Alle onderwerpen die gegarandeerd op het CE komen staan uitgelegd. Inclusief redox en zuurbase.
Examenstof Scheikunde
Atoombouw, moleculen, metalen en zouten
Atoom
Kern Elektronen
m = ‘0’ u
Protonen Neutronen
m = 1,0 u m = 1,0 u
De massa van een atoom = De massa van de kern.
* Li-7
7 boven, 3 onder, daarachter de Li = 3 protonen
3 elektronen
4 neutronen
Als het een + atoom is staat dan gaat er een van de elektronen af.
Bij een – atoom gaat er een van de elektronen bij.
Isotopen = Hetzelfde aantal protonen, ander aantal neutronen.
* 35Cl 37
Cl
p = 17 p = 17
e = 17 e = 17
n = 35-17= 18 n = 37-17= 20
KLMN-schil
Maximum aantal elektronen per schil = 2 n2
K = schil nummer 1 = 2 × 12 = 2
L = schil nummer 2 = 2 × 22 = 8
M = schil nummer 3 = 2 × 32 = 18
Dus over de schillen verdelen.
Elektronenconfiguratie = De verdeling over de schillen.
(Binas 99, linksonder)
Periodiek systeem
Links naar rechts = Periode
Boven naar beneden = Groep
Groep 1 = Alkalimetalen
Groep 17 = Halogenen
Groep 18 = Edelgassen
Covalentie = Aantal bindingen dat een niet-metaalatoom kan aangaan.
-> Edelgassen = 0 -> reageren niet
Groep 17 = 1
Periodiek systeem
Atoombinding = Binding tussen atomen van niet-metalen.
Cl – Cl = Cl : Cl
Polaire atoombinding = Binding tussen atomen waarbij het elektronenpaar enigszins verschoven is.
H – Cl = H : Cl
Elektronegativiteit = Mate waarin een atoom aan een gemeenschappelijk elektronenpaar trekt.
(Binas 40A)
Wanneer het verschil in elektronegativiteit groter is dan 0,4 en kleiner dan 1,7 = Polaire
atoombinding.
0,0 – 0,4 = Apolaire atoombinding.
> 1,7 = Ionbinding
Dipolen en meerdere polaire atoombindingen in één molecuul
ᵟ+H : Clᵟ- -
Oᵟ
E>0 H H
ᵟ+ ᵟ+
Dipool
Polaire stof E>0
Dipool = Polaire stof
ᵟ-O = C = Oᵟ
ᵟ+
E=0
Geen dipool = Apolaire stof
Vanderwaalsbinding/ Molecuulbinding = Binding tussen moleculen.
In de vaste stof, zitten de moleculen in een regelmatig geordend molecuulrooster.
Waterstofbrug = Bijzondere molecuulbinding tussen moleculen met een OH/NH-groep.
Hydrofiele stoffen = Stoffen die goed oplossen in water.
Hydrofobe stoffen = Stoffen die niet goed oplossen in water.
Dipool – dipool binding/ interactie = Binding tussen dipolen onderling.
2
Esmée Kristelijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ekristelijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.