Biologie samenvatting examenstof 4,5 en deel 6 vwo
13 views 0 purchase
Course
Biologie
Level
VWO / Gymnasium
Dit document bevat een samenvatting examenstof biologie van 4 & 5 vwo (klein deel van 6V over o.a. de longen, lever, nieren en de wet van Fick). Samenvatting geschreven aan de hand van aantekeningen en de methode biologie voor jou max. Voor 6V stof heb je dit boek nodig en de samenvattingen van de ...
Inleiding in de biologie
• Organisatieniveaus:
- Molecuul
- Organel (deel van een cel met een eigen specifieke functie)
- Cel
- Weefsel
- Orgaan
- (Organenstelsel)
- Organisme
- Populatie
- (Levensgemeenschap)
- Ecosysteem
- Biosfeer
• Organellen (functies):
- Celwand: alleen bij planten.
- Celkern: aansturen van de cel (bevat DNA → erfelijke eigenschappen).
- Kernmembraan: bescherming celkern transport in/uit celkern.
- Celmembraan: bescherming en transport.
- Endoplasmatisch recticulum (ER): transport van stoffen in de cel.
- Ribosomen: translatie (eiwitsynthese m.b.v. mRNA).
- Golgisysteem: eiwitten krijgen de juiste ruimtelijke structuur → zorgt voor
een werkzame vorm.
- Lysosomen: Afbraak van afvalstoffen m.b.v. enzymen.
- Chloroplast (alleen bij plantaardige cellen): Fotosynthese (CO2 + H2O →
C6H12O6 + O2).
- Mitochondrium: aerobe dissimilatie (verbranding: C6H12O6 + O2 → CO2 +
H2O).
- Vacuole: stevigheid (bij plantaardige cellen groot, bij dierlijke cellen klein).
• Diffusie: verplaatsing van een stof van een hoge concentratie naar een lage
concentratie.
, • Osmose: diffusie van water door een semi-permeabel membraan.
- Osmotische waarde: aantal deeltjes in een oplossing.
(dierlijke cellen)
- Hypertoon: de osmotische waarde van het externe milieu is hoger t.o.v. het
interne milieu.
- Isotoon: de osmotische waarde van het interne en externe milieu is gelijk.
- Hypotoon: de osmotische waarde van het externe milieu is lager t.o.v. het
interne milieu.
(plantaardige cellen)
- Hypertoon: Plasmolyse, geen turgor!
- Isotoon: geen osmose, vrijwel geen turgor.
- Hypotoon: tegendruk van de celwand, drukt H2O tegen celwand → turgor.
• Actief transport: transport waarvoor energie nodig is.
• Transporteiwitten: Een transporteiwit is een speciale proteïne ingebed in een
membraan, dat slecht oplosbare stoffen bindt op zo'n manier dat de stof elders
weer kan worden afgesplitst of afgegeven.
• Betrouwbaarheid: goed te reproduceren.
• Validiteit: Heb je onderzocht wat je wil onderzoeken?
,Voortplanting
• Ongeslachtelijke voortplanting: reproductie waarbij 1 ouderlijk individu
betrokken is.
- Voordelen/nadelen evolutionair:
- Snel, veel nakomelingen.
- Weinig genetische diversiteit.
• Geslachtelijke voortplanting: reproductie waarbij twee ouderlijke individuen
betrokken zijn.
- Voordelen/nadelen evolutionair
- Genetische diversiteit → voordeel bij veranderende milieuomstandigheden.
- Langzaam
• Geslachtelijke voortplanting (gewone lichaamscel)
- Chromosomenparen
- Ontstaan m.b.v. mitose
- Hoeveelheid DNA in de kern geven we weer als 2N.
• N: aantal unieke chromosomen in een cel.
- Bij de mens: N= 23 & 2N = 46
• Geslachtelijke voortplanting (geslachtscel)
- Van elk chromosomenpaar, 1 chromosoom.
- Ontstaan m.b.v. meiose.
- De hoeveelheid DNA in de kern geven we weer als N.
• Hormonen: chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden
afgegeven en processen in het lichaam regelen.
• Terugkoppelingsmechanismen: De aanmaak van stoffen in het lichaam staat
onder invloed van terugkoppelingsmechanismen.
- Negatieve terugkoppeling: een toename van het resultaat zorgt voor een
remming van het proces en vice versa. → grafiek: schommeling om
normwaarde.
- Positieve terugkoppeling: toename resultaat, toename proces. Bij overmaat
vindt er wel remming plaats. → grafiek: exponentiële groei.
• Negatieve terugkoppeling: een stof remt zijn eigen aanmaak.
- Steroïd-hormoon (vet hormoon): de werking van een hormoon dat via het
celmembraan de cel binnengaat (kan wel door celmembraan heen). BINAS
- Peptide-hormoon (eiwit hormoon): de werking van een hormoon dat bindt
aan een receptoreiwit in het celmembraan → second messenger. BINAS
- Koppelen met genexpressie DNA
, Genetica
• Fenotype: alle waarneembare eigenschappen van een individu.
• Genotype: De informatie voor alle erfelijke eigenschappen van dat individu.
• Gen: is een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één of
meerdere erfelijke eigenschappen of een deel van een erfelijke eigenschap.
• DNA-sequentie: specifieke volgorde van de stikstofbasen in een gen.
• Allel: In deze specifieke volgorde kunnen variaties ontstaan. Variatie → allel.
(uitingsvorm van een gen, codeert voor een bepaald eiwit die tot uiting komt in
fenotype).
• Locus: plek van een gen op een chromosoom.
• Manieren van overerven:
- Dominant (A) / recessief (a)
- Intermediar: twee ongelijk allelen komen beide tot uiting in het fenotype.
→ Aw Ar
- X-chromosomaal
- Gekoppelde overerving: twee genenparen liggen in hetzelfde
chromosomenpaar.
→In kruisingsopgaven wordt de koppeling aangegeven door het
chromosomenpaar schematisch weer te geven: ===.
→De koppeling van genen kan worden verbroken door crossing-over.
• Kruisingen
- Monohybride kruisingen: je let slechts op de overerving van één
eigenschap, waarbij één genenpaar is betrokken.
- Dihybride kruisingen: je let op de overerving van twee eigenschappen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KimLenting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.51. You're not tied to anything after your purchase.