Politiek: De manier waarop een land wordt bestuurd. Het gaat dus om het maken van
keuzes:
- Tot welke leeftijd leerplichtig?;
- Minimale leeftijd voor alcohol;
- Hoe lossen we het fileprobleem op?
Nederland heeft een representatieve democratie. Dat betekent letterlijk: Het volk regeert. De
gedachten is hierachter dat burgers vanaf een bepaalde leeftijd evenveel recht hebben om
betrokken te zijn bij de oplossingen van belangrijke problemen in hun samenleving. Zij
hebben dan politieke macht (de mogelijkheid om invloed en controle uit te oefenen op
politieke besluiten). We spreken ook wel van een parlementaire democratie omdat op
landelijk niveau de volksvertegenwoordiging het parlement vormt.
Dictatuur: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht is in handen van een kleine
groep mensen. Andere kenmerken zijn:
- Beperking van individuele vrijheid;
- Beperking van politieke vrijheid;
- Veel overheidsgeweld;
- Geen onafhankelijke rechtspraak;
- Censuur
Autocratische dictaturen: Er heerst één leidersfiguur. Meestal een hoge militair. Veel
autocraten rechtvaardigen hun machtsovername door aan te geven dat hun land in een
politieke en economische chaos verkeert. Vaak is het doel van een militaire dictatuur om een
kleine, machtige elite te beschermen (Noord-Korea).
Totalitaire Dictaturen: Een grotere groep mensen aan de macht. Dit na een ideologische
revolutie. Er is één grotere partij die een bepaalde ideologie uitdraagt. Staatsgrepen komen
nauwelijks voor, vaak komt het door een interne machtsstrijd achter de schermen. In een
totalitaire dictatuur wordt het volledige leven van de burger beheerst (Denk aan voormalig
Oost-Duitsland). Er is vaak sprake van indoctrinatie (je krijgt maar van één kant informatie,
geen tegenhangers te horen).
Theocratie: Dit is tevens een totalitaire dictatuur, maar hier is de godsdienst verheven tot
staatsideologie. Soedan en Iran (Islam). De Koran en de sharia vormen de grondslag voor
alle wetgeving en de islam is in deze landen sterk fundamentalistisch. De Koran moet hier
letterlijk worden nageleefd. Overtreding van de wet (alcoholgebruik, overspel en diefstal)
worden vaak in de vorm van lijfstraffen bestraft.
Een democratie heeft als garantie, dat de macht van de bestuurders wordt beperkt.
Algemene kenmerken zijn:
- Burgers hebben individuele vrijheid (eigen godsdienst, woning, meningsuiting);
- Politieke grondrechten (het recht om te kiezen en gekozen te worden);
- Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden;
- Er is sprake van een machtenscheiding (trias politica).
Directe democratie komt bijna nergens meer voor. Vroeger bestond er in Athene een directe
zeggenschap van het volk. Belangrijke besluiten werden genomen door middel van een
volksstemming. In sommige landen bestaat als overblijfsel van een directe democratie het
referendum: Een volksstemming over een bepaald wetsvoorstel.
Tegenwoordig is bijna overal indirecte democratie te vinden. Hierbij kiest het volk de
vertegenwoordigers die de belangrijkste beslissingen nemen. Binnen landen met een
, indirecte democratie maken we onderscheid tussen het parlementaire stelsel en het
presidentiële stelsel.
Parlementair stelsel: De burgers kiezen de leden van het parlement. Aan de hand van de
samenstelling van het parlement wordt het kabinet geformeerd. Wanneer de meerderheid
van de parlementsleden geen vertrouwen meer in deze ministers heeft kunnen ze worden
weggestuurd. In Nederland hebben we een niet-gekozen staatshoofd van wie de macht
beperkt wordt door een grondwet. Constitutionele Monarchie: Land met een grondwet +
koning.
Presidentieel stelsel: Hier wordt niet alleen het parlement gekozen, maar ook de president. In
Duitsland en Israël heeft dit alleen een ceremoniële rol (parlement beslist over politiek). In de
VS heeft de president juist wel veel politieke macht. Hij staat hier aan het hoofd van de
regering en kan naar eigen keuze ministers benomen en ontslaan. Hier kan het parlement
geen ministers wegsturen.
In de VS heeft de president echter geen ontbindingsrecht (het recht om het parlement te
ontbinden). Hij moet zijn plannen altijd ter goedkeuring aan het parlement voorleggen. De
president is wel bevelhebber van het leger.
De algemene kenmerken van onze democratie zijn:
- Alle Nederlanders vanaf 18 stemmen;
- Iedereen mag politieke partij/vereniging oprichten;
- Iedereen mag demonstreren;
- De leden van de Staten-Generaal worden kozen door een geheime stemming;
- De wetten worden vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal samen.
Onder een ideologie verstaan we: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en
de gewenste inrichting van de samenleving. Ideologieën hebben duidelijke standpunten over:
- Normen en waarden: Het gaat dan vooral over de grenzen van persoonlijke vrijheid.
Bijvoorbeeld: Mogen vrouwen zelf beslissen over abortus?, Hoe gaan we om met
culturele verschillen?
- De gewenste sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving: Dit heeft
eigenlijk alles met geld te maken: Is het eerlijk dat sommige mensen veel meer dan
andere mensen verdienen? Hoe hoog moeten de uitkeringen zijn?
- De gewenste machtsverdeling in de samenleving: Moeten werknemers meer te
zeggen hebben in hun bedrijf? Of niet?
Progressief: vooruitstrevend, veranderingsgezind en gericht op de toekomst.
Conservatief: Behoudend en gericht op heden en verleden.
Reactionair: Soms wordt er door conservatieven naar gestreefd om oude regels die
inmiddels door moderne bepalingen zijn vervagen, te herstellen (euthanasie en abortus).
Links:
- Eerlijke verdeling van inkomen, kennis en macht;
- Bescherming van de zwakkeren;
- Benadrukt de rol van de overheid op sociaaleconomisch terrein;
- Sturende overheid om sociale gelijkheid tot stand te brengen;
- PvdA, SP, GroenLinks.
Politiek midden:
- Gespreide verantwoordelijkheid;
- Zorgzame samenleving;
- Benadrukt de verantwoordelijkheid van burgers voor elkaar;
- Aanvullende rol van de overheid ter ondersteuning van particuliere organisaties;
- CDA, D66.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ekristelijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.