HC1
Plaatje Fokke & Sukke:
- Wat is het uitgangspunt bij schade en wanneer wordt hiervan afgeweken?
- Is de staat sneller aansprakelijk dan een andere partij, en op grond waarvan
kan de staat worden aangesproken?
- Vormt slecht wegenonderhoud een onrechtmatige daad, onder welke
voorwaarden?
- Welke rol speelt de wegenverkeerswet bij schade in het verkeer?
- Wat zijn de gevolgen van een eigen bijdrage aan een schadeveroorzakende
gebeurtenis?
- Welke verschillende soorten schade zijn er, en maakt schadesoort uit?
Uitganspunten schadevergoedingsrecht
Ieder draagt zijn eigen schade, tenzij een goede grond is om de schade af te
wentelen. Rechtvaardiging van de verplaatsing van schade kan bijvoorbeeld schuld,
risico of profijt zijn. Er zijn situaties dat je alles vergoed krijgt, deels vergoed of
helemaal niks. Dit hangt ervan af waar je de schade hebt opgelopen. Er is
bijvoorbeeld een bijzondere motorvoertuigen regeling wat inhoudt dat je als fietser
beter beschermd wordt mocht je worden aangereden, zelfs als je zelf fout zit. Als je
bijvoorbeeld thuis van een trappetje valt en letsel oploopt, dan vaak geen vergoeding
want niemand anders aansprakelijk.
Functies schadevergoedingsrecht
Als eerste is dat compensatie om de schade volledig te kunnen herstellen. Verder
moet er geselecteerd worden in welke gevallen schade wordt gecompenseerd. Ook
is preventie belangrijk, er moet worden gekeken hoe schade kan worden voorkomen.
Verder kan je nog denken aan rechtshandhaving, erkenning van leed/onrecht,
genoegdoening (6:106) en straffen/ontnemen voordeel (6:104). Compensatie wordt
an sich is echter niet per se een functie; gaat om de manier waarop een
schadevergoeding wordt vastgesteld. De selectiefunctie staat dus voorop. Er zit ook
een beleidskant aan het schadevergoedingsrecht, dit komt voort uit de
preventiefunctie.
Twee smaken
Er zijn twee smaken voor aansprakelijkheid: eigen onrechtmatig gedrag en in
hoedanigheid van. Het eigen onrechtmatige gedrag is persoonlijke schuld, de eigen
gedraging staat voorop. Bij aansprakelijkheid in hoedanigheid van staat het risico
juist voorop. Het is ook kwalitatief (ouder, werkgever, bezitter opstal of dier). Het is
geen algemene theorie, maar een multi-factorbenadering. Kijk hier naar profijt,
gevaar, draagkracht en verzekerbaarheid.
Schuld en risico loopt wel door elkaar. Er zijn grensgevallen bijvoorbeeld in 6:169 lid
2 en 6:166. Er is ook risico zonder schuld of onrechtmatige daad, bijvoorbeeld 6:169
lid 1, 6:170 en 6:179.
Er is een stappenplan om de persoonlijke aansprakelijkheid vast te stellen. De
vereisten zijn:
1. Onrechtmatige daad (6:162 lid 2)
,2. Toerekening (6:162 lid 3)
3. Causaliteit (conditio sine qua non)
4. Relativiteit (6:163)
5. Schade
Persoonlijke aansprakelijkheid/onrechtmatige daad
Onrechtmatige gedragingen kunnen bestaan uit een inbreuk op een recht, doen of
nalaten in strijd met een wettelijke plicht of doen of nalaten in strijd met het
ongeschreven recht dat in het maatschappelijk verkeer betaamt. Bij de laatste is het
arrest Kelderluik toch wel het bekendst. Er zijn ook rechtvaardigingsgronden;
noodweer, overmacht, noodtoestand, bevoegd gegeven ambtelijk bevel. Geen
rechtvaardiging voor het hebben van een vergunning of het feit dat je zelf meedoet
aan een gevaarlijke activiteit (wederom Kelderluik criteria).
Inbreuk op een recht
Het is een subjectief wat aan eiser toekomend is en een hoogwaardig belang heeft.
Het betreft dan de subcategorieën absolute vermogensrechten
(eigendomsrecht/auteursrecht) en persoonlijkheidsrechten (nauw verwant met
grondrechten).
Een belangrijk arrest is Zwiepende tak bij het kijken naar gedrag als inbreuk versus
gevolg(schade) als inbreuk. Neem een enge opvatting bij het begrip rechtsinbreuk.
Het gaat om de uitoefening van het recht.
Strijd met een wettelijke plicht
Had die wettelijke plicht tot strekking om de schade te voorkomen? Elke algemeen
verbindende regeling uitgaande van een bevoegd gezag.
- Hinderwetvergunning
- Strafrechtelijke bepalingen
- WVW 1994
Strijd met de maatschappelijke betamelijkheid
Het is een ongeschreven norm, dus geen wettelijke houvast. Een andere aanduiding
is de zorgvuldigheidsnorm. Er is ruimte voor de rechter om een normatieve afweging
te maken. Hieruit ontstond een angst voor een claimcultuur; bang dat mensen om het
geringste een schadevergoedingsclaim zouden indienen door een ruime norm. Kijk
ook hiervoor naar de Shell-uitspraak van vorig jaar.
De geschiedenis begon met de Zutphense waterleiding. Door dit arrest is alles op
gang gekomen, dus ook nu dat Shell-arrest. Verder ook van belang het arrest
Lindebaum Cohen. In het Kelderluik arrest is de deelnorm gevaarzetting
geïntroduceerd.
De Kelderluik criteria:
1. Waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid
en voorzichtigheid kan worden verwacht
2. De hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan
3. De ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben, en de mate van
bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen
,4. Afweging van de zwaarte van het risico (1-3) en de zwaarte van de te betrachten
zorg: onderlinge samenhang
Der Bildtpollen Aanwas BV-Miedema is een arrest met betrekking tot een
uienschimmel. DB gaf uienresten aan zijn schapen, wat bleef liggen is beschimmeld.
Daardoor werden de uien van Miedema ook besmet met het virus. Hij sprak DB aan.
Rechtbank en Hof stelde DB aansprakelijk, de HR twijfelde:
- ‘Door te oordelen dat het handelen van Bildtpollen in beginsel als onzorgvuldig
kan worden aangemerkt omdat een dergelijk handelen de kans op
verspreiding van plantenziekten vergroot, heeft het hof miskend dat bij de
beantwoording van de vraag of sprake is van handelen in strijd met hetgeen
volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, niet
alleen moet worden gelet op de kans op schade (factor 1 en 2), maar ook op
de aard van de gedraging (nieuw, factor 5, Verheij p. 52), de aard (nieuw,
aanvulling op factor 3), en ernst van de eventuele schade en de
bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid (nieuw, aanvulling op factor 4), van het
nemen van voorzorgsmaatregelen (vgl. HR 5 november 1965, NJ 1966, 136
Kelderluik)’ (r.o. 3.3).
De aard van de gedraging is dus een nieuw geformuleerd criterium. Verder blijkt dat
Kelderluik ook buiten personenschade van belang. Er werd volgens de HR teveel
ingezoomd op factor 1 en 2.
Onderlinge verhouding 1 en 3: academische discussie
- Leer Smits
- Opzet/directe inbreuk v. schadegevolg
- HR: Zwiepende tak en Taxus
Onderlinge verhouding 2 en 3 (verkeers- en veiligheidsnormen)
- Strafrechtelijke veroordeling
- Relativiteit
- Samenwerking en reflexwerking (Smeehuijzen)
Casus Fit for Free
Moeder bezoekt sportende zoon in sportzaal en valt over verhoging met letsel als
gevolg. Fit for free heeft later strips aangebracht op de paden, zodat verhoging beter
opvalt. Is Fit for Free aansprakelijk voor het letsel? Oordeel van de rechter:
- Toetsing factor 1: 4.5. In de fitnessruimte van een sportschool bewegen de
bezoekers veelvuldig heen en weer. De aandacht van de bezoekers zal
daarbij met name uitgaan naar het zich verplaatsen naar een volgend
fitnessapparaat. De verhogingen in de fitnessruimte van Fit for free moeten
daarbij worden betreden; daarop staat immers de fitnessapparatuur geplaatst.
Fit for free kon er daarbij, als professionele organisatie, niet zonder meer van
uitgaan dat de bezoekers altijd een hoge mate van oplettendheid
betrachten met betrekking tot de aangebrachte verhogingen. De aandacht
van de bezoekers is in de eerste plaats immers gericht op de
fitnessapparaten en de beschikbaarheid daarvan. Dat brengt met zich dat
aan de verhogingen, en in het bijzonder daar waar de verhoging aanvangt, de
eis mag worden gesteld dat die in voldoende mate zichtbaar zijn voor de
bezoekers van de sportschool, ongeacht of het frequente bezoekers
betreft dan wel gaat om een incidenteel bezoek.
, - Aan die eis is in dit geval niet voldaan. Zowel de vloer van het looppad als
van de verhoging is donker van kleur. De vloerbedekking op het looppad is
donkergrijs en die op de verhoging zwart met oranjekleurige ‘spikkels’. (…) Op
basis van kleur is er dan ook geen duidelijk waarneembaar onderscheid
tussen het looppad en de verhoging. Niet voor iedere bezoeker zal kenbaar
zijn dat om naar de fitnessapparatuur te gaan een verhoging van 8,9
centimeter dient te worden betreden, temeer niet nu een duidelijke
markering tussen het donkerkleurige looppad en de eveneens
donkerkleurige verhoging ontbreekt. Ten tijde van de val ontbrak de (op
de foto’s zichtbare) aluminiumstrip.
- Dat het in de lijn der verwachting lag dat in de ruimte verhogingen zijn
geplaatst omdat dit gebruikelijk is in fitnessruimten zoals Fit for free stelt,
is niet gebleken. Maar zelfs als aangenomen moet worden dat dit het geval is,
laat dit onverlet dat bezoekers gericht zijn op hetgeen zich op de
verhogingen afspeelt en de verhoging dus duidelijk gemarkeerd dient te zijn.
- Toetsing aan overige 3 factoren : 4.6 Wanneer bezoekers die niet in hoge
mate oplettend zijn de verhoging betreden, bestaat het risico van een val
(factor 2), met als gevolg schade. Alhoewel de gevolgen van een val over een
verhoging met een hoogte zoals in dit geval aan de orde niet altijd groot zullen
zijn, is de kans, zeker gezien de aanwezigheid van fitnessapparatuur, op
ernstig letsel wel aanwezig (factor 3). Voor Fit for free moet het verder niet
bezwaarlijk zijn geweest om veiligheidsmaatregelen te treffen (factor 4).
De later aangebrachte aluminiumstrips zouden reeds afdoende zijn
geweest. Hierdoor wordt de verhoging, ook als dat niet de primaire functie
was van deze strips, immers gemarkeerd. Verder had Fit for free op de
verhoging een andere kleur vloerbedekking kunnen (laten) aanbrengen.
- Belang van feiten/afweging van omstandigheden!
Zo’n toets door de rechter is dus heel feitelijk; kijk maar naar hoe de rechter oordeelt
over de kleur van de vloer.
Deelnormen
De deelnormen zijn verdere uitwerkingen van de zorgvuldigheidsnorm, dit kan
worden gezet onder gevaarzetting en niet-gevaarzetting. Binnen gevaarzetting wordt
toch met name teruggevallen op Kelderluik. De aard van de gedraging maakt dan
nog onderscheiden:
- Professionele sfeer v. privesfeer
- Terreinbeheer/gevaarlijke toestand (Jetblast)
- Ongelukkige samenloop van omstandigheden: Privé sfeer (Zwiepende tak)
- Sport en spel: Tennisbal
- Zuiver nalaten
Buiten gevaarzetting kan aan de volgende dingen worden gedacht:
- Hinder
- Profiteren van wanprestatie
- Derdenwerking contract/keten
- Beroepsaansprakelijkheid
- Bestuurdersaansprakelijkheid
- Aantasting eer/goede naam
- Oneerlijke concurrentie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xlisananninga. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.78. You're not tied to anything after your purchase.