100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting van het boek Philosophy of Science, ISBN: 9780192802835 (hoofdstuk 1 t/m 5), colleges, artikelen en een overzicht met belangrijke personen Wetenschapstheorie (PSBA2-05)$5.68
Samenvatting van het boek Philosophy of Science, ISBN: 9780192802835 (hoofdstuk 1 t/m 5), colleges, artikelen en een overzicht met belangrijke personen Wetenschapstheorie (PSBA2-05)
11 views 0 purchase
Course
Wetenschapstheorie (PSBA205)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Philosophy of Science
Een samenvatting van het vak wetenschapstheorie waarin in de stof van de colleges, het boek Philosophy of science: a very short introduction (S, Osaka) en de artikelen op een beknopte manier worden besproken. Daarnaast bevat het document nog een overzicht met de belangrijkste personen.
Summary Okasha - Philosophy of science (course: the microscope and the elephant)
All for this textbook (1)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Wetenschapstheorie (PSBA205)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
jildoupeeters
Reviews received
Content preview
Samenvatting wetenschapstheorie colleges, boek en artikelen (+overzicht
met belangrijke personen)
Hoofdstuk 1
Copernicaanse revolutie: de astronoom Copernicus bekritiseerde het geocentrische model die stelde
dat de aarde centraal staat en alle andere planeten en de zon eromheen draaien. Copernicus
suggereerde dat de zon juist het centrum was en de planeten (waaronder de aarde) hierom heen
draaiden = heliocentrisch model.
Galileo’s law of free fall: hij suggereerde dat alle vrijvallende lichamen met dezelfde snelheid richting
aarde vallen ondanks het gewicht. De law of free fall houdt in dat alle vrijvallende lichamen uniform
versnellen.
De hoofdtaak van de filosofie van wetenschap: het analyseren van methodes die nodig zijn in
wetenschappen.
Wetenschappen die niet falsificeerbaar zijn worden ook wel pseudowetenschappen genoemd (zoals
psychoanalyse of Marx theorie van geschiedenis).
Hoofdstuk 2
Deductieve inferentie Inductieve inferentie Inferentie tot de beste
verklaring
Gaat van algemeen naar Gaat van specifiek naar algemeen Betere verklaring van
specifiek data dan andere
hypothesen
Modus tollens: als x niet Data in overeenstemming met de Parsimonious (de
optreedt, is de theorie niet theorie meest simpele
juist > falsifieerbaar verklaring)
Als de premissen waar zijn, Vanuit premissen over bepaalde Discussiepunt hierbij:
moet de conclusie ook waar objecten conclusies trekken over kunnen we er wel
zijn dezelfde objecten die we niet vanuit gaan dat de
geobserveerd hebben (gebeurt bij wereld simpel is in
significantietoetsing). Dit noemt plaats van complex?
Hume ook wel uniformiteit van
de natuur.
zekerheid over wat niet waar Cirkelredenering (volgens Hume)
is (volgens Popper)
Voorbeeld: alle Fransmannen Voorbeeld: de eerste vijf eieren in Voorbeeld: de kaas in
houden van rode wijn. Pierre de doos waren goed. Alle eieren de voorraadkast is
is een Fransman. Dus Pierre zijn even lang houdbaar. Dan zal verdwenen op een paar
houdt van rode wijn. het zesde ei ook goed zijn kruimels na. Krassende
geluiden werden
gehoord uit de kast
gisteravond. Dus de
kaas is opgegeten door
een muis.
,Hume’s probleem van inductie: het vertellen dat iets tot nu toe goed heeft gewerkt heeft volgens Hume
geen nut bij iemand die al geen vertrouwen heeft in inductie. Als dit argument waar is, blijkt dat de
fundering van wetenschap toch niet zo sterk is als verwacht.
Kans: objectief gezien refereert kans naar hoe vaak iets plaats vindt in de wereld. Subjectief gezien is
het een maatstaf voor rationele mate van geloof. Bij het verschijnen van nieuw bewijs, ontstaat er ook
een nieuwe mate van geloof.
Hypothese (H) > mate van geloof ((P(H)) (ook wel credence) > nieuwe mate van geloof (Pnew (H) >
credence is voorwaardelijk op de aanname dat informatie uit de data waar is ((P (H/e)
Hoofdstuk 3
Covering law model van verklaring van Carl Hempel: volgens Hempel is het geven van een
wetenschappelijke verklaring een manier om een bevredigend antwoord te geven op een explanation
seeking why question. Wetenschappelijke verklaringen hebben hierbij structuur van een argument: een
set premissen gevolgd door een conclusie (deductief):
Premissen moeten de conclusie bevatten
De premissen moeten waar zijn
De premissen moeten minstens 1 algemene wet bevatten
Dit ziet er als volgt uit: algemene wetten (explanans) + specifieke feiten + fenomeen dat verklaard
moet worden (explanadum).
Volgens Hempel is elke wetenschappelijke verklaring een potentiële voorspelling: het zou gediend
hebben om het fenomeen in kwestie te voorspellen, als het niet al bekend was geweest. Daarnaast zegt
hij dat ook elke betrouwbare voorspelling een potentiële verklaring is.
Bij de tweede verklaring komt naar voren waarom het model van Hempel te liberaal is: hij laat iets
gelden als een wetenschappelijke verklaring, terwijl dit duidelijk niet het geval is. Daarnaast kan het
zijn dat iets in het wetenmodel van Hempel past, terwijl de informatie niet relevant is voor het
optreden van het fenomeen zoals bij dit voorbeeld: een man is in het ziekenhuis en vraagt aan de
dokter waarom hij niet zwanger is. De dokter antwoord dat hij al jaren anticonceptie gebruikt en
, daarom niet zwanger is. in dit geval is dit helemaal niet relevant, want hij kan sowieso al niet zwanger
worden.
Causaliteit: volgens Hume is er niet zoiets als causaliteit. Tegenwoordig zijn filosofen van mening dat
hoewel causaliteit problematisch is, het onmisbaar is om de wereld te begrijpen. Daarnaast is het
volgens psychologen logisch dat nooit alles verklaard kan worden, want om iets verklaren moeten we
iets anders gebruiken zoals een wet en hoe verklaar je die dan vervolgens weer?
Hoofdstuk 4
Realisme Anti-realisme
De werkelijkheid bestaat onafhankelijk van ons Theorieën beschrijven niet
Een ware theorie beschrijft de werkelijkheid Een goede theorie is empirisch adequaat: stelt
zoals hij is; spiegel van de werkelijkheid ons in staat om dingen te doen (zoals het
verklaren van een fenomeen) en gaat niet om het
geven van de waarheid
Argument voor realisme: als de wereld niet echt Wetenschap moet gebaseerd zijn op
zo was, zou het een wonder zijn dat de theorie waarnemingen; observeerbaarheid:
zo goed werkt (Hilary Putnam) - Onobserveerbare theoretische
entiteiten zijn convenient fictions
- Emperisme
- Is er wel een scherpe grens tussen
observeerbaar en onobserveerbaar?
Behoort tot de metafysica binnen de filosofie Instrumentalisme: een theorie moet ons
instrumenten geven om met de werkelijkheid om
te gaan. een anti-realist zegt dat als die
werkelijkheid inderdaad onafhankelijk van ons
is, we daar helemaal niks over kunnen zeggen.
Kennis is niet gelimiteerd tot ons vermogen tot Bij dit argument van de realisten stellen de anti-
observatie. Volgens realisten hebben we al realisten dat de realisten geloven in wonderen
substantiële kennis over onobserveerbare
realiteit.
‘no miracles argument’: het zou buitengewoon Tegenargument van anti-realisten: bepaalde
toeval zijn dat een theorie accurate theorieën waren vroeger empirisch succesvol en
voorspellingen biedt als de entiteiten niet pasten goed bij de data, terwijl ze nu fout blijken
aanwezig zouden zijn. Als reactie op het tegen te zijn
argument van de anti-realisten hebben ze dit
later gemodificeerd als volgt:
- Ze beweerden dat empirisch succes
van een theorie bewijs is voor een
benaderende waarheid (in plaats van
precieze waarheid)
- Verfijnen van term empirisch
succes: theorie moet niet alleen bij
de data passen, maar ook nieuwe
observaties moeten kunnen
voorspellen
Anti-realist Fraassen stelt dat er een duidelijk onderscheid is tussen het wel en niet observeerbare,
maar hij geeft ook toe dat er borderline cases zijn waardoor geen arbitraire scheiding kan worden
getrokken.
Anti-realisten stellen dat er veel meer theorieën zijn die de data kunnen verklaren, omdat geen enkele
theorie 100% zeker is. Dit heet ook wel underdetermination van de theorie. Volgens de realisten kan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jildoupeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.68. You're not tied to anything after your purchase.