100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale psychologie deel 2 $4.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale psychologie deel 2

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

dit document is een samenvatting van alle lessen Sociale psychologie uit de 2de bachelor. Samenvatting bestaat uit leerstof van de slides + notities van tijdens de lessen. Alles staat volledig en duidelijk beschreven. Veel succes liefies en gun me centje xoxo

Preview 4 out of 90  pages

  • June 28, 2022
  • 90
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
SOCIALE PSYCHOLOGIE
LES 1: INTRODUCTIE IN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
Sociale psychologie = wetenschappelijk onderzoek naar de manier waarop gedachten, gevoelens,
en gedragingen worden beïnvloed door anderen.
Invloed van anderen:
 Die fysiek aanwezig zijn (bv. mensen in de aula)
 Die in gedachten aanwezig zijn (bv. denken aan je ouders die het belangrijk vinden dat je
naar de les komt)
 Die geïmpliceerd zijn (bv. onbewuste invloed van ouders, zij hebben je gesocialiseerd)

“wat is een voorbeeld van menselijk gedrag waaraan de sociale omgeving geen bijdrage heeft?” 
behoeften bevredigen, instincten, reflexen,…

VERKLARINGSNIVEAUS
Verschillende verklaringsniveaus:
1. Intrapersoonlijk (persoon in context): stereotypen sturen je oordeel over de kwaliteiten
van de kandidaat. Het gaat over jou als persoon, je gedrag wordt gestuurd door dingen die
jij hebt meegekregen doorheen je leven
= laagste niveau
2. Interpersoonlijk (relaties): een opmerking van een student naast je activeerde een
stereotype
3. Positioneel (groepen): samenstelling van een bedrijf maakt dat bv. vrouwen of oudere
mensen zich minder welkom voelen. Verschillende groepen hebben andere status in onze
maatschappij
4. Ideologisch (cultureel): de samenleving typeert vrouwen en mannen zodanig dat ze voor
sommige rollen ongeschikt lijken.
= hoogste niveau

INTRAPERSOONLIJK NIVEAU

= mogelijke stereotypen bepalen mee jouw gedragingen (processen binnen de persoon). Doorheen
je leven krijg je deze stereotypen mee.
Stereotypen kleuren je oordeel over een persoon. De stereotypen over mannen en vrouwen gaan
vaak over 2 dingen: competentie & warmte.
 Vrouwen zijn vaak warmer dan mannen (vriendelijk, zorgend, passief, zwak,…)
 Mannen zijn vaak competenter dan vrouwen (competent, sterk dominant, agressief,…)

“als je mocht kiezen, zou je dan liever een man of een vrouw als leidinggevende willen hebben?”




vele hebben een voorkeur voor mannen maar daalt
wel.

,Verklaring voor dit soort gedrag: Role Congruity Theory = eigenschappen die meer worden
geassocieerd met mannen, worden ook meer geassocieerd met leidinggeven: neemt makkelijker
beslissingen, moedig, weerbaar, strategisch, proactief.
Dit heeft gevolgen! Namelijk, mannen worden geschikter bevonden als leidinggevende dan vrouwen
& mannelijke leiders worden positiever beoordeeld dan vrouwelijke leiders (vrouwen met dezelfde
eigenschappelijk zouden hierop afgerekend kunnen worden).
INTERPERSOONLIJK NIVEAU

Als de omgeving de stereotypen relevant maakt, zullen ze meer doorwegen in je oordeel. Bv. De
voorzitter van de sollicitatiecommissie heeft net een seksistische opmerking gemaakt.
= interacties mensen rondom jou (bv. praten over beslissing en hierdoor kan dat je keuze
beïnvloeden), relaties, situaties,…
Opmerking interviewer: “Op sommige momenten moet je in deze job zware producten verplaatsen.
Dat kan een beetje gevaarlijk zijn – maar de jongens zullen een aardige jongedame als jij vast wel
helpen.”
 Soort seksisme: welwillend seksisme.




Oordeel over kandidaat hangt af van het beeld die ze hebben van de interviewer na het lezen van
deze opmerking. Positief beeld  sollicitant minder geschikt vinden (minder competent).
Omgekeerde reactie: negatief beeld van interviewer  kandidaat is competenter.
POSITIONEEL NIVEAU

= status van de person, groepslidsmaatschapij, groepsrelaties,…
In een volledig mannelijke omgeving zal het stereotype van vrouw zijn meer doorwegen.
Bepaalde groepen hebben een hogere of lagere status in de samenleving maar ook in een bedrijf
(jong bedrijf -> enkel jonge mensen aannemen). Deze processen kunnen mee het gedrag
beïnvloeden.
IDEOLOGISCH NIVEAU

Rol van algemene opvattingen en ideeën, culturele betekenissen en praktijken. Hoe meer een
samenleving een seksistische ideologie heeft, hoe slechter vrouwen het hebben in die samenleving.
Onderzoek van Fiske: 2 maten voor positie van vrouwen:
 Gender Empowerment (macht): deelname aan economie en politiek
 Gender Development (ontwikkeling): levensverwachting, scholing, levensstandaard

Oefening: welk verklaringsniveau heeft deze studie?
 1. Meting van seksisme:
- Vrouwen overdrijven problemen die zij hebben op het werk
- Vrouwen zijn te snel beledigd
- De meeste vrouwen interpreteren onschuldige opmerkingen als seksisme
 2. Deelnemers moesten CV beoordelen voor een leidinggevende functie:
- Christine of Christoph

,  Conclusie: voor de vrouwelijke kandidaat (“Christine”) was vijandig seksisme van
deelnemers gerelateerd aan lagere geschiktheid, voor de mannelijke kandidaat
(“Christoph”) aan hogere geschiktheid
 Intrapersoonlijk !! De studie kijkt naar het seksisme van 1 bepaalde deelnemer.

Al deze niveaus van verklaring zijn waar en relevant. Het ene niveau is niet belangrijker dan de
andere.
Reductionisme = als je probeert het hele fenomeen terug te brengen tot 1 enkel niveau van
verklaring.

METHODEN IN SOCIALE PSYCHOLOGIE
Psychologie gaat over de sociale invloed op gedrag.



Anderen (fysiek Gevoel
of mentaal Gedachten
aanwezig,
Gedrag
geïmpliceerd)



= causale relatie
 Experimentele methode kan causaliteit aantonen
 Steeds meer aandacht voor andere methoden ook!

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een experiment?:
 Afhankelijke variabele (AV): uitkomstmaat
 Onafhankelijke variabele (OV): manipulatie, condities
 Toevallige toewijzing van participanten aan condities
 Interne validiteit
- Geen storende variabelen
 Externe validiteit

Voorbeeld experiment: Worden mensen hulpvaardiger als ze zich goed voelen?
 OV: Compliment of kritiek geven
 AV: Hoeveel papieren rapen ze op als een medewerker een hele map vol papieren laat
vallen bij het langslopen?

, CRITERIA OM EXPERIMENTEN TE BEOORDELEN

Toevallige toewijzing aan conditie.
Operationele definities van de variabelen: meetbaar? Goed gemeten?
 Zijn de variabelen in het experiment goed geoperationaliseerd?  nee, er kunnen storende
variabelen zijn: hoe vallen de papieren (meer of minder spreiding), aantrekking tussen
personen,...

Interne validiteit: kun je het resultaat dat je meet toeschrijven aan de OV? Zeker dat ze
hulpvaardiger waren doordat ze zich goed voelen?
 Controleconditie: neutraal gevoel, vergelijkingspunt tussen goed en slecht gevoel in
 Manipulatiecheck: zorgt compliment voor goed voelen?
 Storende variabele: variabele die mee verandert met de OV, zodat het unieke effect van de
OV niet meer te bepalen is
- Bv: invloed van geslacht
 Andere maat hulpvaardigheid? Bv. Iemand die verloren lijkt, kijken of deelnemers
aanbieden te helpen

Externe validiteit: mate waarin de resultaten kunnen worden gegeneraliseerd en toegepast in
andere contexten.
 Laboratorium-experimenten:
- Hoge interne, lage externe validiteit
- Gevaar op demand karakteristieken, beperking van spontaan gedrag (“subject
effects”)
 Veld-experimenten:
- Lagere interne, hoge externe validiteit
- Minder controle op storende factoren
 Trade-off !!

WANNEER HET EXPERIMENT NIET DE JUISTE ONDERZOEKSMETHODE IS

1. Individuele verschillen zijn niet altijd te manipuleren en mensen niet altijd random toe te
wijzen aan condities
- Het effect van gender?
- Culturele verschillen? -> culturele priming
- Invloed van het ‘sociale klimaat?’ (verdeling van middelen, normen, conflicten
tussen groepen)
2. Voorlopers en gevolgen van reële gebeurtenissen/contexten
- Wat is de ervaring van vrouwen in leidinggevende posities?
- Wie plegen “hate crimes”?

ALTERNATIEVE METHODEN

Survey-onderzoek: ( = vragenlijst)
 Bijvoorbeeld: discriminatie ervaringen van moslims in # Europese steden
 Hoe hangen ervaringen van discriminatie samen met hun religiebeleving?

SELF-REPORT discriminatie: % Turkish Moslims in
TIES surveys


Hoge balken: gemiddeld niveau van
ervaren discriminatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EllenVanBogaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.87
  • (0)
  Add to cart