Hoofdstuk 1: De orthopedagogische vraagstelling
1.1: Ontwikkelen en opvoeden; het opvoedingsproces
Het kind moet zich ontwikkelen, de opvoeder moet het kind opvoeden.
De zelfontplooiing van het kind is afhankelijk van de manier waarop de leefsituatie op
het kind inwerkt.
Soms is een pedagogische interventie nodig.
Het volwassen en zichzelf worden is een geleidelijk proces waarbij het kind zich
ontwikkelt aan wat bedoeld en onbedoeld op hem inwerkt.
Binnen het opvoedingsproces zijn kinderen niet passief; zij lokken reacties uit
en dwingen tot actief handelen.
Het opvoedingsproces kent een voortdurende afwisseling van automatisch handelen,
met perioden waarin nadrukkelijk wordt stilgestaan bij een opvoedersopgave.
Er is sprake van een stagnerend opvoedingsproces wanneer de problemen te
groot worden en er een beroep moet worden gedaan op orthopedagogische
hulpverleners.
1.2: Stagnerend opvoedingsproces en de orthopedagogische vraagstelling
Orthopedagogische vraagstelling: het orthopedagogisch handelen moet beantwoorden
aan de specifieke opvoedingsbehoefte van een kind.
Wanneer de opvoeding vastloopt, moet worden geanalyseerd wat het kind
nodig heeft aan de hand van verschillende aspecten:
Ontwikkelingsverloop van het kind. Kok (1997) onderscheidt drie
aspecten:
Affectieve ontwikkelingsaspect.
Cognitieve ontwikkelingsaspect.
Conatieve ontwikkelingsaspect.
Opvoeden van de opvoeder. Drie essentiële aspecten:
Relatie aangaan en onderhouden.
Klimaat scheppen en aanpassen.
Situatie hanteren.
Bijkomende omstandigheden die het opvoedingsproces beïnvloeden.
Onderlinge wisselwerking en aansluiting.
Hoofdstuk 2: Het opvoedingsproces nader beschouwd
2.1: De ontwikkelingsaspecten nader beschouwd
2.1.1: Het affectieve ontwikkelingsaspect
De aard en het niveau van de relationele ontwikkeling; de ontwikkeling van de mens
als gevoelswezen.
Speelt een belangrijke rol in de sociale interacties binnen en buiten het gezin.
Gevoelsdifferentiatie ontwikkelt zich; is uniek voor ieder kind.
Invloeden op de manier waarop het kind zich affectief ontwikkelt.
Opvoeding en het directe opvoedingsmilieu.
Verbaal en non-verbaal.
Eerste hechtingspunt van het kind.
, Uitwisseling van gevoelens.
Vanuit het kind zelf.
Ervaringen; risico’s nemen of juist vermijden.
Samenhang met cognitieve en conatieve ontwikkeling.
Taalontwikkeling zorgt voor uiting en uitwisseling van gevoelens.
Cognitie brengt verfijning aan; meer gedifferentieerd gevoelsleven.
Aanleg.
Aangeboren temperament of emotionele kwetsbaarheid.
Culturele invloeden.
Culturele en religieuze overtuigingen over de uiting van gevoelens.
2.1.2: Het cognitieve ontwikkelingsaspect
De aard en het niveau van de ontwikkeling van het kennen en kennisverwerven; de
ontwikkeling van de mens als kenwezen.
Kind vergaart kennis op eigen wijze en deze informatie stelt hem in staat grip te
krijgen op de manier waarop de wereld in elkaar zit.
Factoren die invloed hebben op de cognitieve ontwikkeling:
Opvoeders en het directe opvoedingsmilieu.
Stelt de wereld in een vereenvoudigde wijze present aan het kind.
De wijze waarop het kind denkt over de mate waarin hij grip en
controle heeft op zichzelf is erg opvoedingsafhankelijk.
Het kind zelf.
Ontwikkelingsbereidheid.
Samenhang met affectieve en conatieve ontwikkeling.
Zolang de affectieve ontwikkeling niet onder druk staat, kan het kind
zijn energie steken in de cognitieve ontwikkeling in plaats van
overleven.
Als de conatieve ontwikkeling onder druk staat zal het kind
onvoldoende leerervaringen opdoen.
Aanleg.
Samenspel tussen aanlegfactoren.
Interactie tussen aanleg- en omgevingsfactoren.
Culturele invloeden.
Interesses van de personen in de directe omgeving en de communicatie
daarover.
2.1.3: Het conatieve ontwikkelingsaspect
De aard en het niveau van de ontwikkeling van het streven naar ontplooiing van zijn
eigenheid; de ontwikkeling van de mens als kiezend streefwezen.
Door het opvoedingsproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen moet de opvoeder
het kind de kans geven zich naar zijn eigen mogelijkheden te ontwikkelen.
Het kind heeft anderen nodig om de mens te worden die in hem schuilt.
Factoren die invloed hebben op de conatieve ontwikkeling:
Opvoeders en het directe opvoedingsmilieu.
Als er belastende omstandigheden zijn kan het kind minder energie
besteden aan zijn persoonlijke ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkeschreuder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.