Overzicht mensbeeld/ theorie en behandeltechnieken per stroming
Gedragstherapie
Mensbeeld: grotendeels bepaald door de omgeving
Theorie: het menselijke gedrag is te verklaren vanuit een beperkt aantal leerprincipes. Sprake van
aangeleerd gedrag, klassieke en operante conditionering
Behandeltechnieken: systematische desensitisatie, flooding, vaardigheidstraining,
contingentiemanagement, exposure.
Cognitieve gedragstherapie
Mensbeeld: Mens is informatieverwerkend systeem
Theorie: Informatieverwerking, psychische problemen verklaard door onhoudbare denkpatronen
Behandeltechnieken: Socratisch dialoog, gedragsexperimenten, GGGG-schema, neerwaartse-pijl,
kansberekening, rollenspel, kosten-batenanalyse, argumenten.
Cliëntgericht
Mensbeeld: Aangeboren neiging tot zelfverwerkelijking
Theorie: Onvoorwaardelijke acceptatie leidt tot congruentie
Behandeltechnieken: Verkenning gevoelsleven, gestalttherapie, veilige omgeving
Systeemtherapie
Mensbeeld: Mens is onderdeel van sociale systemen, in wisselwerking.
Theorie: Psychiatrische problemen worden verklaard vanuit interactiepatronen
Behandeltechnieken: Onmiddellijke feedback, cognitieve herstructurering, positieve heretikettering,
resonantie, bekrachtiging, psycho-educatie, sekstherapie
Psychodynamische therapie
Mensbeeld: De mens heeft onbewuste seksuele en agressieve driften, irrationeel
Theorie: Dynamische relatie tussen ID, ego en superego. Ervaringen uit de kindertijd zijn hierbij van
invloed.
Behandeltechnieken: Vrije associatie, dromen, overdracht en weerstand
,Overzicht kenmerken alle stromingen.
Gedragstherapie
Nadruk: gedrag
Klachtvermindering
Hier-en-nu
Vooral door te oefenen
Kortdurend
Protocollair
Therapeut: deskundige, sturend
Cliënt: samenwerkingspartner
Instrumenteel
Psychodynamisch
Nadruk: onbewuste
Persoonsontwikkeling
Verleden
Vooral inzicht en begrip
Langdurend
Geen protocol
Therapeut: deskundige, meegaand
Cliënt: subject
Affectief
Deel 1: Gedragstherapie
1. Hoe ontstaat een fobie volgens de gedragstherapie?
, A. Klassieke conditionering
B. Operante conditionering
C. Model-leren
D. Tweefactorentheorie
2. Rik is bang voor een witte rat, als hij een wit konijn ziet lopen wordt hij ook bang. Waarvan is dit
een voorbeeld?
A. Discriminatie
B. Generalisatie
C. Contingentie
3. Waarvan is dit een voorbeeld: Een schouderklopje geven nadat het kind het goede antwoord geeft.
A. Positieve bekrachtiging
B. Negatieve bekrachtiging
C. Positieve straf
D. Negatieve straf
4. Wat houdt intermittente bekrachtiging in?
A. Dat het gedrag minder wordt door de beloningen
B. Dat er zo en nu en dan beloond wordt.
C. Dat het gedrag meer wordt door de beloningen
5. Waarvan is dit een voorbeeld: Lisa moet zich voorstellen dat ze weer een hond op zich af ziet
rennen.
A. In vitro
B. In vivo
C. Systematische desensitisatie
D. Habituatie
6. Waarvan is dit een voorbeeld: Leren de drang van haren uittrekken af te leiden door een gelijkende
maar niet-storende activiteit uit te voeren (zoals uittrekken van onkruid)
A. Flooding
B. Exposure
C. Habit reversal
D. Habit substitution
7. Wat is een nadeel van gedragstherapie?
A. Groot beroep op emoties
B. Niet makkelijk wetenschappelijk te onderzoeken
C. Te weinig specifiek
D. Oppervlakkige manier van symptoombestrijding
8. Stelling 1: Een verschil tussen de moderne en klassieke gedragstherapie is dat bij de moderne
gedragstherapie ook vroegere leerprocessen centraal staan.
Stelling 2: Een verschil tussen de moderne en klassieke gedragstherapie is dat bij de moderne
gedragstherapie een goede therapeutische relaties een voorwaarde is naast de methoden en technieken.
A. Alleen stelling 1 is waar
B. Alleen stelling 2 is waar
C. Beide stellingen zijn waar
D. Beide stellingen zijn niet waar
9. Wat is geen voordeel van de gedragstherapie?
A. Het is breed toepasbaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sophiaavdehaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.27. You're not tied to anything after your purchase.