Reden voor overname?
Bedrijven die in slecht weer verkeren/ onzekerheid wegnemen (strategische
overname)
Soorten fusies en overnames:
• Horizontale fusies & overnames; twee bedrijven die op zelfde kolom zitten, een
neemt ander over
• Verticale fusies & overnames; leverancier neemt bedrijf over of keten neemt kleiner
bedrijf over
• Conglomerate fusies & overnames; overnames waarbij bedrijven weinig samenhang
vertonen maar elkaar toch overnemen
Motieven voor fusies en overnames:
1. Eigenlijke motieven; motieven in het belang van de aandeelhouders en
onderneming; bv gebruik van aanvullende middelen (complementary recources),
betere marktpositie, herstructurering en break up, verbeterd management,
fiscale voordelen, financiële of operationele voordelen
Financieringstheorie;
Efficiencytheorie
2. Oneigenlijke motieven; motieven van de ondernemer alleen; bv empire building
‘meer meer meer’ (liever bieder dan doelwit zijn/verschansing van het
management/groei kopen/diversificatie) of hubris (overmoed over het eigen
kunnen)
Dit zijn eigenlijk overnames voor de verkeerde redenen…
,Historisch overzicht; fusie- en overnamegolven: zie ppt
Leveraged buyout (LBO) is een financieringsmethode waarbij de overname van een
bedrijf voornamelijk berust op geleend geld (dus vreemd vermogen voor het bedrijf),
dat later door het overgenomen bedrijf moet worden terugbetaald. De activa van het
overgenomen bedrijf worden als onderpand bij de lening gebruikt. niet geheel
positief over ‘eindigt meestal in recessie (want bedrijf heeft schuld)?’
Fusie (in wet? juridische fusie!) of overname?
• vele vormen
• onderscheid niet altijd duidelijk (in de praktijk door elkaar gebruikt)
• transacties veelal fiscaal gedreven, civiele recht volgt
• Ruime zin: samenvoeging van onderneming, zodat zij in economisch opzicht een
geheel vormen
• Enge zin: de rechtshandeling die volledige juridische samensmelting van twee of
meer vennootschappen teweegbrengt, verkrijging onder algemene titel (art. 2:308-
324 BW)
Een fusie houdt in dat er gelijkheid is tussen de partners (resulteert in gezamenlijk eigendom
met nieuwe identiteit). Bij een overname is dit niet het geval. Hier wordt het ene bedrijf
overgenomen door het meestal grotere en overnemende bedrijf (geen gezamenlijk
eigendom en identiteit van overnemende bedrijf blijft).
Soorten fusies (of overnamestructuren):
1. Bedrijfsfusie, ofwel active/passiva transactie:
• vennootschap A neemt de onderneming van vennootschap B over
• welke wet van toepassing? Algemene vermogensrecht boek 3
geen koop/verkoop van aandelen in het kapitaal
verkoop van activa en passiva van de onderneming zelf
bijvoorbeeld: machines, voorraden, debiteuren, IE-rechten, contracten, schulden
ieder actief, passief en rechtsverhouding worden afzonderlijk overgedragen
omslachtig, tijdrovend,
let op alle leveringsvereisten Boek 3 BW en Boek 6 BW, inclusief eventuele
medewerking van derden
diverse motieven: risico beperken, fiscaal, cherry picking
status werknemers: overgang van onderneming (art. 7:662 lid 1 onder a BW en 7:663
BW); gaan automatisch mee over? lastig: niet zwart wit
2. Aandelenfusie, ofwel aandelentransactie:
• vennootschap A neemt de aandelen van vennootschap B over –
dochtervenootschap B ontstaat
• welke wet van toepassing?
meest eenvoudig: Verkoper A verkoopt aan koper B alle aandelen in het kapitaal van
BV C
A en B kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen zijn
veelal tussenholding en koopholding (bij meerdere kopende aandeelhouders)
uitgangspunt going concern
, Status werknemers; niet per se last van aangezien alleen met aandelen wordt
geschoven
3. Juridische fusie (en splitsing):
• vennootschappen gaan in elkaar op
• welke wet van toepassing? Boek 2: vermogensovergang onder algemene title
art. 2:309 BW: ‘de rechtshandeling van twee of meer rechtspersonen waarbij: (i) een
van deze het vermogen van de andere onder algemene titel verkrijgt, of (ii) een
nieuwe rechtspersoon die bij deze rechtshandeling door hen samen wordt opgericht
en hun vermogen onder algemene titel verkrijgt (komt tot stand bij notariele akte)
Verdwijnend en verkrijgend
Status werknemers: overgang van onderneming (7:663 BW)
Schulden
Deal structuren in de praktijk (begrippen)
• Management buy outs/management buy ins (private equity)
Management buy out
Een managementbuy-out is een vorm van overname waarbij een bedrijf of unit
wordt uitgekocht door het zittende management.
bestaand management wordt (mede)eigenaar van onderneming
uitkoop van aandeelhouder(s)
vaak met externe financiering
meestal aandelentransactie
Managment buy in
Een management buy-in vindt plaats wanneer een manager of een
managementteam van buiten het bedrijf de benodigde financiering ophaalt, het
koopt en het nieuwe management van het bedrijf wordt
nieuw management (extern) wordt (mede)eigenaar van onderneming
derde koopt aandelen van de zittende aandeelhouder
vaak met externe financiering
rekening houden met garanties; verkoper moet garantie geven aan dit
managementteam (want zij kunnen immers niet alles onderzoeken wat in bedrijf is
gebeurd)
• Carve Outs
aandelenovername waarbij een bepaald onderdeel niet wordt overgenomen
(wordt besproken in het voortraject: ‘aantal voorwaarden bij de closing’)
Verzelfstandiging of overname van onderdeel van een onderneming, bijvoorbeeld
business unit (desinvestering, geen core business, of juist zelfstandig betere
performance)
vele vormen:
• verzelfstandiging: eigen bestuur, kapitaal en aandeelhouders
• onderdeel van verkoop
Meestal een mengvorm van activa/passiva – (af)splitsing – aandelentransactie
, Toezichthouder AFM
Verbod op openbaar bod, tenzij (art. 5:74 Wft) …
Tenzij: door AFM goedgekeurd biedingsbericht
Inhoud: Wft en Besluit openbare biedingen
Onderscheid:
vast bod: alle uitstaande aandelen
partieel bod: gedeelte, < 30% van de uitstaande aandelen
tender bod: uitnodiging tot verkoop tegen EUR X, <30% van de uitstaande
aandelen
Belangrijke uitgangspunten of regels:
• openheid over fusie en voorwaarden waaronder
• put up or shut up-regel / certain funds-beginsel: wel of geen voornemen tot openbaar
bod
• aan alle houders van dezelfde effecten moet hetzelfde bod worden gedaan
• verplicht bod (art. 5:70 Wft): degene – rechtstreeks of middellijk – met overwegende
zeggenschap (ten minste 30% stemrecht) is verplicht openbaar bod uit te brengen op
alle uitstaande aandelen
• tegen billijke prijs (art. 5:80a lid 1 Wft) = hoogste prijs die de bieder heeft betaald
voor de effecten waarop het bod ziet, in het jaar voor aankondiging van het
verplichte bod
Thema 2: Fasen in het fusieproces; timeline en auction/non-auction
Begrippen
Target: doelwitvennootschap, de onderneming die het voorwerp van overname is.
NDA / Non Disclosure Agreement: geheimhoudingsverklaring. In deze overeenkomst
bevestigen partijen dat ze de informatie die uitgewisseld wordt in het kader van
overnamegesprekken, niet zullen misbruiken. In een NDA staan vaak ook andere
bepalingen, zoals de overeenkomst tot het niet afwerven van personeel tijdens de
onderhandelingen
Offer letter: een biedbrief waarin de intentie tot aankoop wordt weergegeven en die
vaak een ‘niet-bindend’ karakter heeft
LOI / Letter Of Intent: intentieverklaring; eerste schriftelijke weergave van de
bedoelingen van partijen.
SPA / Share Purchase Agreement: een SPA is de overeenkomst tussen koper en
verkoper over de verkoop van (de aandelen van) de onderneming (‘target’), onder
voorbehoud van een aantal CP’s (Conditions Precedent)
Closing: de finale afhandeling van de overeenkomst nadat de CP’s vervuld zijn. Met
dit document gebeurt de eigendoms-overdracht en de betaling.
Debt & cash free: de prijs, uitgaande van een situatie zonder financiële schulden, en
zonder cash.
Locked box: prijsmechanisme waarbij de prijs van de aandelen wordt vastgelegd op
basis van een historische boekhoudkundige situatie.
Prijs : debt & cash free (min de historische schuld, plus cash, en gecorrigeerd voor het
teveel of tekort aan werkkapitaal op datzelfde moment). Verder: geen enkele
geldstroom mag uit de onderneming mag ontsnappen (‘leakage’) via de uitbetaling
van dividenden of management fees, tenzij toegestaan (‘permitted’).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller niki1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.74. You're not tied to anything after your purchase.