Samenvatting Aardrijkskunde HAVO 4, Hoofdstuk 1 buiteNLand
4 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
HAVO
Book
buiteNLand 3e ed havo 4 leerboek
In deze samenvatting heb je een beknopte maar duidelijke samenvatting van hoofdstuk 1 van buiteNLand. Deze samenvatting bevat alle kopjes los van elkaar samengevat en een handige begrippenlijst met definities, De perfecte samenvatting voor een proefwerk(-week/tentamen/examen).
1.1 Patronen: economische wereldkaart
Hoe meet je welvaart?
Aantal manieren:
1. Meest gebruikte is het bruto binnenlands product per hoofd. Alle goederen en diensten in 1
jaar geproduceerd door alle personen en bedrijven op te tellen, dit delen door het aantal inwoners =
bbp/hoofd.
2. De samenstelling van de beroepsbevolking. De algemene regel is dat het ontwikkelingspeil
hoger is als er minder mensen in de landbouw werken en meer in de formele sector.
Hoe meet je welzijn?
Welzijn kun je meten door te kijken naar de VN-ontwikkelingsindex of welzijnsindex. Hierbij let men,
naast inkomen, ook op de alfabetiseringsgraad (analfabetisme) en de levensverwachting. Onder de
levensverwachting versta je het gemiddeld aantal jaren dat een pasgeboren baby kan verwachten te
leven. De maximale welzijnsindex is 1 en de laagste 0. NL staat met 0,91 op de vierde plaats en Niger
laatste met 0,34. Ook wordt het welzijn van de mens bepaald door bijvoorbeeld toegang tot schoon
drinkwater, onderwijs, gezondheidszorg. De voedselsituatie en de beschikbaarheid van telefoon en
computer.
Problemen bij het meten van de welvaart
Nadelen van bbp/hoofd maatstaaf:
1. Dollar is niet overal evenveel waard. Daardoor heeft men het begrip koopkracht bedacht.
Want in NL kost een brood 2 euro gemiddeld maar in India is dat maar 20 cent.
2. Inkomsten uit informele sector, de ruilhandel en de zelfvoorzieningen in de landbouw tellen
vaak niet mee in de statistieken, terwijl in veel arme landen de informele sector groter is dan
de formele sector.
3. Achter een aardig gemiddeld inkomen kan een grote groep toch veel armoede hebben. 10%
van de bevolking verdient ruim de helft van het nationaal inkomen terwijl de armste 10%
slechts 1 procent van de nationale koek verdiend. Deze ongewenste en grote verschillen in
inkomen en ontwikkelingskansen tussen groepen mensen noem je sociale ongelijkheid.
4. Bbp/hoofd laat geen regionale verschillen zien. Onrechtvaardige verschillen in welvaart en
ontwikkeling tussen gebieden noem je regionale ongelijkheid. Het bruto regionaal
product/hoofd ligt bv veel lager in de armste provincie van China dan de oostkust.
Begrippenlijst 1.1
bruto binnenlands product (bbp) per hoofd/inwoner: de waarde van alle goederen en diensten die
door binnen- en buitenlandse ondernemingen en personen in een land in 1 jaar worden
geproduceerd door het aantal inwoners.
(samenstelling van de) beroepsbevolking: dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep
uitoefent plus de werklozen.
De beroepsbevolking wordt ingedeeld in primaire, secundaire en tertiaire sector.
VN-ontwikkelingsindex: maatstaaf samengesteld uit de koopkracht, alfabetiseringsgraad en de
levensverwachting en gebruikt om de maatschappelijke ontwikkeling vast te stellen.
analfabetisme (Alfabetiseringsgraad): het niet kunnen lezen en schrijven, hoe hoger de graad hoe
meer mensen kunnen lezen.
levensverwachting: het gemiddelde aantal jaren dat een pasgeboren baby kan verwachten te leven.
koopkracht: de hoeveelheid goederen of diensten die je in een land voor één dollar kunt kopen.
(gemiddeld) inkomen: bedrag dat gemiddeld per persoon of huishouden in een jaar wordt verdiend.
, sociale ongelijkheid: grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de
verschillende groepen (klassen) van de bevolking.
Regionale ongelijkheid: Grote en ongewenste verschillen in ontwikkeling tussen gebieden.
1.2 Patronen: bevolkingsspreiding
Bevolkingsdichtheid en -spreiding
De gemiddelde bevolkingsdichtheid op aarde is ruim 50 inwoners per vierkante kilometer. Maar de
bevolkingsspreiding is erg onregelmatig verdeeld.
De spreiding verklaard
De verklaring voor de bevolkingsspreiding is een mix van factoren:
- Natuurlijke mogelijkheden: vruchtbare bodems, geschikt klimaat en beschikbaarheid water.
- De ligging: gunstige ligging ten opzichte van de economische gebieden in de wereld of daar
goed mee verbonden zijn, zijn dichter bevolkt.
- Koloniale verleden: In vrijwel alle ooit gekoloniseerde gebieden concentreert de bevolking
zich in de kustgebieden.
‘On the move’
Migratie verandert het spreidingspatroon voortdurend. Er zijn verschillende migranten:
1. Economische migranten: Door pushfactoren uit de herkomstgebieden (slechte
leefomstandigheden) migreren ze naar een land met ontwikkelingsmogelijkheden.
Pullfactoren (beelden en verhalen van welvaart in de westerse landen) trekken ze weg uit
hun herkomstland.
2. Vluchtelingen: migranten die door onderdrukking of oorlogsgeweld hun land moeten
verlaten.
3. Ecologische migranten: natuur- en/of milieurampen spelen hier een rol.
Bij de laatste 2 groepen trekken ze vooral naar de buurlanden ipv. de rijke landen.
Arbeidsmigratie is een vorm van migratie waar we vooral binnen EU van land naar land verplaatsen.
De meeste migranten zijn echter ‘on the move’ in hun eigen land van bijvoorbeeld platteland naar de
stad.
Begrippenlijst 1.2
bevolkingsdichtheid: gemiddeld aantal inwoners per km2.
bevolkingsspreiding: de manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld.
pushfactoren: redenen om uit een gebied te vertrekken. pullfactoren: redenen
om je in een gebied te vestigen. arbeidsmigratie: verhuizen naar een ander
gebied/plaats om daar te gaan werken.
1.3 Patronen: de culturele wereldkaart
Een mozaïek van culturen
De cultuur van een groep herken je aan de cultuurelementen. Deze kun je in 3 groepen indelen:
1. Elementen die te maken hebben met je verstand, zoals taal en godsdienst.
2. Elementen die bepalen hoe je met elkaar samenleeft, zoals wetten, familiebanden en
opvoeding.
3. Zichtbare of materiële kenmerken. Denk daarbij aan de bouwstijl van huizen en religieuze
gebouwen.
Een cultuurgebied is een gebied waar één cultuur voorkomt of waar een aantal culturen dat sterk op
elkaar lijkt voorkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaxMakesSummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.