1. De macro-economische omgeving van een bedrijf is de economie als geheel, waarbij
we vaak op het niveau van een heel land kijken.
2. Meso-economie is al een stukje smaller. Daarbij draait het om een bepaalde bedrijfstak
en de factoren die daarop van invloed zijn.
3. Het kleinste niveau is ten slotte de micro-economie, waarbij het gaat om beslissingen
op bedrijfsniveau.
Het vakgebied bedrijfseconomie houdt zich bezig met economische handelingen die door een
bedrijf worden uitgevoerd. Met een bedrijf bedoelen we een partij die goederen en/of
diensten produceert en/of verleent. De focus ligt daarbij op de financiële kant van het bedrijf,
ook wel de onderneming genoemd. Daarbij kun je denken aan de geldstromen van een bedrijf
op basis van ontvangsten en uitgaven. Ook belangrijk is de winstgevendheid waarvoor inzicht
in de kosten en opbrengsten nodig is. Bedrijfseconomie behoort dus tot de micro-economie.
We kunnen bedrijven in drie categorieën verdelen: handelsbedrijven, productiebedrijven en
dienstverlenende bedrijven.
• Een handelsbedrijf koopt producten in en verkoopt deze producten weer. Hierbij
verandert het product zelf niet, zoals bijvoorbeeld bij een supermarkt het geval is.
• Een productiebedrijf gebruikt materialen en/of grondstoffen om een nieuw product
van te maken. Daarbij kun je denken aan een bierbrouwerij.
• Een dienstverlenend bedrijf verleent diensten. Deze categorie kent zeer uiteenlopende
voorbeelden: van een kapper tot een transportbedrijf en van een fysiotherapeut tot
een hotel.
Het belangrijkste doel van bedrijven is: een duurzaam voortbestaan (continuïteit). Voor
profitorganisaties is het maken van winst een voorwaarde om dit doel op lange termijn te
realiseren.
Non-profitorganisaties hebben doorgaans een maatschappelijk doel waarbij bedrijfs-
economische doelstellingen minder belangrijk zijn.
Hoewel het maken van winst niet noodzakelijk is voor dit soort organisaties, moeten ze wel
zorgen voor een gezonde financiële basis.
Financieel management is een onderdeel van de bedrijfseconomie. Bedrijfseconomie bestaat
daarnaast uit management accounting en externe verslaggeving. Een verdieping en
verbreding van financieel management wordt wel ondernemingsfinanciering genoemd.
Financieel management heeft te maken met getallen en eenvoudig rekenwerk, maar door-
gaans is er geen algebra of hogere wiskunde voor nodig om het te kunnen begrijpen.
Financieel management draait om het opleveren van financiële informatie, vaak in de vorm
van financiële overzichten.
,Enkele zeer belangrijke overzichten zijn de resultatenrekening en de balans. De resultaten-
rekening laat zien of een onderneming winst of verlies maakt. Dit resultaat heeft direct invloed
op het bestaansrecht van een onderneming. Het resultaat van de onderneming is daarnaast
nodig voor de belastingaangifte, dus is het bijhouden van een resultatenrekening verplicht.
De balans is een overzicht van alle bezittingen en schulden van een onderneming op een
bepaald moment. Net als de resultatenrekening is de balans een verplicht onderdeel van de
jaarlijks door een bedrijf (met rechtspersoonlijkheid) te publiceren jaarrekening.
Het liquiditeitsoverzicht wordt niet gepubliceerd, maar is voor een bedrijf intern wel van groot
belang. Op dit overzicht staan de inkomende en uitgaande geldstromen. Zo kan een
onderneming goed bijhouden hoeveel geld er ontvangen en uitgegeven wordt.
Als een onderneming start, dan stelt de ondernemer een ondernemingsplan op. In dit plan
staat uitgewerkt hoe het ondernemingsconcept (naar verwachting) succesvol kan worden
uitgevoerd. Het plan bevat informatie over de ondernemer, de onderneming en daarnaast
financiële begrotingen.
De liquiditeitsbegroting, begrote resultatenrekening en begrote balans laten de verwachte
financiële uitkomsten zien bij het opstarten van de onderneming. Het ondernemingsplan
wordt vaak gebruikt om financiering (bijvoorbeeld van een bank) voor de onderneming te
krijgen.
Financiële resultaten, zowel gerealiseerde als verwachte resultaten, kunnen worden
beoordeeld en geanalyseerd aan de hand van een ratioanalyse. Met deze analyse is het
mogelijk om de resultaten van een bedrijf te beoordelen, bijvoorbeeld door kengetallen te
vergelijken met voorgaande jaren of met cijfers uit de branche. Op die manier is voor de
directie nog beter zichtbaar hoe het bedrijf er (financieel) voor staat.
De balans bestaat uit bezittingen (ook wel activa genoemd) en schulden (ook wel passiva ge-
noemd). Bij het bezittingen kunnen we onderscheid maken tussen vaste activa (ook wel
duurzame activa genoemd) en vlottende activa.
Vaste activa hebben doorgaans een hoge waarde, er moet veel geld in geïnvesteerd worden
(bijvoorbeeld een pand of nieuwe machine). Aan de hand van een investeringsselectie kan
bepaald worden welke activa wel of niet in aanmerking komen om in te investeren.
Vlottende activa vormen het werkkapitaal van de onderneming. Het geld en de bezittingen
die nodig zijn om de ondernemingsactiviteiten van dag tot dag draaiende te houden. Door dit
goed te beheersen zorgt de onderneming ervoor dat ze niet in geldnood komt en dat er meer
winst gemaakt kan worden. De passiva worden gevormd door eigen vermogen (ingebracht
door de ondernemer en/of eigenaren) en vreemd vermogen (afkomstig van bijvoorbeeld de
bank of leveranciers).
Het kiezen van de juiste en passende financiering voor de bezittingen van een onderneming is
belangrijk. Als hier niet goed over nagedacht wordt, loopt de onderneming het risico in
,financieel zwaar weer te komen of dreigt de onderneming failliet te gaan. De financiële
overzichten en de analyse hiervan vormen samen belangrijke financiële sturingsinformatie.
Deze informatie kan gebruikt worden door het management van een onderneming om keuzes
te maken.
Daarnaast kan het als basis gebruikt worden voor het publiceren van financiële prestaties: de
externe verslaggeving.
Financiële overzichten worden gebruikt door iedereen die belang heeft bij de resultaten van
een bedrijf: de stakeholders (belanghebbende). Verwar de term stakeholder niet met de term
shareholder (aandeelhouder). Hoewel een aandeelhouder (eigenaar) zeker belang heeft bij de
resultaten van een bedrijf, is hij niet de enige stakeholder.
Jij bent waarschijnlijk ook zelf weleens bezig met financieel management. Denk aan het
invullen van je belastingaangifte, het bijhouden of controleren van de administratie van je
sportvereniging of wellicht het maken van een begroting voor als je op kamers gaat of voor
het organiseren van een groot feest.
Andere belanghebbenden zijn bijvoorbeeld:
• Investeerders
• Kredietverstrekkers
• Leveranciers
• Klanten
• Concurrenten
• Overheidsinstellingen (zoals de Belastingdienst)
• Werknemers
Relaties met andere vakgebieden
Bedrijfseconomie gaat over de handel in goederen en diensten, en kijkt ook naar het financiële
plaatje.
Het is een belangrijk onderdeel van het voeren van een bedrijf. Zoals eerder benoemd maken
naast financieel management ook management accounting en financial accounting onderdeel
uit van bedrijfseconomie. Het onderdeel management accounting draait om het verzamelen
van informatie en nagaan of een bedrijf op koers ligt om haar doelstellingen te halen.
Werkzaamheden bestaan binnen dit vakgebied onder andere uit het opstellen van budgetten
en na afloop vergelijken van budgetten met werkelijke resultaten. Ook het analyseren van
kosten en opbrengsten maakt hier deel van uit.
Management accounting is vooral toekomstgericht en draait om interne informatie-
verstrekking richting het management van een onderneming.
, Externe verslaggeving draait om het publiceren van de wettelijk vereiste informatie van een
bedrijf zodat de stakeholders weten hoe het bedrijf er (financieel gezien) voor staat. In tegen-
stelling tot management accounting is financial accounting vooral gericht op het verleden.
Zodra bedrijven een bepaalde omvang hebben, zijn ze verplicht om hun jaarrekening te laten
controleren door een accountant. Deze kijkt of de gepresenteerde cijfers kloppen voordat de
cijfers worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Op basis van onder andere de
winst, moet er belasting betaald worden. De te betalen belasting verschilt per rechtsvorm.
Daarnaast hebben veel bedrijven ook te maken met bijvoorbeeld loonbelasting en omzet-
belasting of btw (belasting over de toegevoegde waarde).
Het verwerken van financiële gebeurtenissen in de administratie van een bedrijf noemen we
bedrijfsadministratie. Door alle (financiële) gebeurtenissen goed te administreren, kunnen
aan het einde van een periode financiële overzichten worden opgesteld op basis van deze
boekhouding. Om winst te realiseren zullen er goederen en/of diensten moeten worden
verkocht.
Marketing zorgt ervoor dat er omzet gegenereerd wordt. Het kiezen van de juiste marketing-
strategie en het uitvoeren hiervan is een taak van de directie. Om hier invulling aan te geven
moet bijvoorbeeld een organisatiestructuur worden opgesteld. Organisatiekunde wordt
daarnaast ook nadrukkelijk ondersteund door budgetteringsinformatie vanuit management
accounting. De rechtsvorm die gekozen wordt is gerelateerd aan ondernemingsrecht.
Daarnaast zijn zaken zoals aansprakelijkheid, maar ook het verplicht voeren van een
administratie, in de wet geregeld.
Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid en
bedrijven met rechtspersoonlijkheid. Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid ben je
als ondernemer met het privévermogen aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf. Bij
een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid is dit meestal niet het geval. De rechtspersoon met
rechtspersoonlijkheid kan zelf contracten afsluiten en handelen, zoals een echt persoon.
De volgende vakgebieden zijn nauw met bedrijfseconomie verbonden:
• Auditing en accountancy
• Belastingrecht
• Bedrijfsadministratie
• Marketing
• Organisatiekunde
• Ondernemingsrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marekamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.