100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Examenvragen ethiek 2022 beantwoord $11.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Examenvragen ethiek 2022 beantwoord

1 review
 118 views  10 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document zijn alle examenvragen overzichtelijk en duidelijk beantwoord. Dit adv notities van de lessen, de ppt's en de gegeven cursussen. Had 17/20 voor het examen

Preview 3 out of 17  pages

  • June 30, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: WendyTemmerman • 1 year ago

avatar-seller
Wat is ethiek?

1) Zowel morele intuïtie als ethiek zijn manieren om een onderscheid te maken
tussen “goede” en “slechte” manieren van handelen. Leg het verschil uit
tussen de twee.
Morele intuïtie;
› Intuïtie & maatsch. standpunten = moraal/ geweten (dia 5)
› Juist of fout  op basis van ervaringen, opvoeding & gevoel (+ maatsch. standpunten)
Ethiek;
= Het is de systematische studie tussen goed en kwaad binnen het menselijk handelen
› Goed of kwaad  nadenken over eigen moraal en kijken vanuit een kritische afstand
 Wat maakt dat iets een goed antwoord is op de vraag waarom? NIET omdat het zo is = oké is
 Afwegen feitelijk niveau met moreel niveau
› Bereiken adhv de methodologie: logisch, volgbaar en samenhangend

2) Zowel recht als ethiek zijn manier om een onderscheid te maken tussen
“goede” en “slechte” manieren van handelen. Leg het verschil uit tussen de
twee.
Recht;
› Goed of kwaad  bep. door neergeschreven wetten  via stemmen (eerder zwart-wit, feitelijk niveau)
Ethiek;
= Het is de systematische studie tussen goed en kwaad binnen het menselijk handelen
› Goed of kwaad  nadenken over eigen moraal en kijken vanuit een kritische afstand
 Wat maakt dat iets een goed antwoord is op de vraag waarom? NIET omdat het zo is = oké is
 Afwegen feitelijk niveau met moreel niveau
› Baseren op de methodologie: logisch, volgbaar en samenhangend

3) Hoewel ethiek een academische discipline is, is het toch geen “exacte”
wetenschap. Leg uit wat de verschillen zijn tussen deze manieren van kijken
naar de realiteit, en (kunnen) interageren.
Exacte wet.;
› Hangt samen met feitelijk vragen, gegevens kiezen niet, zien geen grenzen, wegen niets af..
› Men maakt echter enkel een observatie  “Wat is”
Ethiek;
› Afweging van feitelijke vragen/ gegevens, moraal = reflectie (waarom, wat…)
› Geen vast juist antw. = ieder kan eigen antwoord vormen

!Opletten: niet alles wat is, zou moeten zijn!


Mens, maatschappij en ethiek

4) Ethiek is de systematische studie van goed en kwaad in menselijk handelen.
a. Leg uit welke twee types ethisch relevante entiteiten er zijn in de ethiek.
Een entiteit = een fysiek op zichzelf staand/ functioneel geheel (iets dat wezenlijk bestaat)
› mens, het dier, planten, milieu en dingen
Ethiek gaat over menselijke handelingen tov alles met een intrinsieke waarde. Dit staat los van de secundaire en
irrelevante eigenschappen. Ethische relevantie / morele relevantie wordt gemeten via die waarden????
Types intrinsiek waardevolle entiteiten:
› Morele agent / actor = moreel subject  “persoon” die in staat is om voor zichzelf te denken & zelf de juiste
ethische beslissing te maken.
› Morele patiënt = moreel object  “persoon” die NIET in staat is om voor zichzelf de juiste ethische beslissingen
te maken. (De morele agent zal beslissingen voor hem nemen) Dit is ‘de rest’ van de morele cirkel.

1

, Antropocentrime morele agent  al de rest patient
Zoocentrisme  mens en dier agent


b. Wat betekent de notie van “intrinsieke waarde”? (Dia 3)
Intristieke waarde is de waarde los van secundaire & irrelevante eiggenschappen, los van het feit dat het nuttig is etc.
Het vormt de basis voor het stellen van grenzen bij handelingen. Alles met intrinsieke waarde is met andere woorden
in staat om voor zichzelf te denken, te redeneren en bijgevolg (etisch) te handelen. Hierbij kan men een onderscheid
maken tussen goed en kwaad. Men zal dan ook waarde nastreven, vanuit zichzelf , om het goede te doen.
Antropocentrische visie  “gezonde” volwassen mens, dieren geen intrinsieke waarde
Zoöcentrische visie  dieren wel een intrinsieke waarde  gevoelens en kunnen lijden

5) Geef een kort overzicht van de belangrijkste elementen en principes van de
deugdenethiek, de gevolgenethiek en de plichtethiek.
Deugdenethiek: (Dia 9)
Oude grieken  Aristoteles (350 BC) Door opvoeding en onderwijs en door het
geven van goede voorbeelden wordt een
Belangrijke elementen goed/fout:
wezen goed en verantwoordelijk en kan
› Telos of doel van een handeling (of zelfs het leven)  goede intentie
het een goed leven leiden. Daartoe is het
› Deugden (~karaktereigenschappen)
ontwikkelen van goede eigenschappen,
 Deugd = (rationele) midden tussen 2 passies (= spontane neigingen) zowel intellectuele eigenschappen als
› 4 belangrijkste: karaktereigenschappen, noodzakelijk. Deze
- Moed  lafheid – moed – overmoed eigenschappen worden deugden genoemd.
- Gematigdheid Ze geven niet alleen aan hoe men een
- Verstandigheid 'goed leven' kunnen leiden, maar geven
- Rechtvaardigheid ook aan wat het 'goede leven' is.

Gevolgenethiek/ consequentialisme; (Dia 10)
Belangrijkste versie = utilitarisme/ “nutsethiek” + “The greatest good for the greatest number” zoveel mogelijk nut
(pos effecten) voor zo veel mogelijk enthiteit, streven naar wat het beste is voor de meesten
Beslissingscriterium goed/fout afh. gevolgen vd handeling;
(handeling zelf is niet goed of fout)
› Pijn, lijden, vreugde, …
› Dezelfde gevolgen wegen voor iedereen hetzelfde = “Equal consideration of interests”
› Positieve en negatieve gevolgen compenseren elkaar  Proportionaliteit = iets is goed als het meer positieve
dan negatieve gevolgen heeft

Plichtethiek/ deontologie: (Dia 11)
› Immanuel Kant (1724 – 1804)
› Basis = intrinsieke waarde van een individu  diverse mogelijkheden om plicht juist uit te voeren
bv “ervaringspotentieel” = subject of a life  leven BEleven
› Criterium = morele principes  “Categorische imperatieven” = gebod met algemeen geldende uitspraak
 resulteren in rechten en plichten o.a. rechten om op bepaalde manieren (niet) behandeld te worden;
› Zelfs als er geen lijden (neg. effecten) is, kan iets toch problematisch zijn
Vb. geld stelen van rijke man  niet oké (10 geboden – gy zult niet stelen)
› Impliceert niet noodzakelijk plichten bij hetzelfde individu!

6) Wat bedoelt men met “de uitbreiding van de morele cirkel”? (Dia 6)

De morele cirkel is een circkel opgesteld uit 4 verschillende ringen. Elke ring representateerd het standpunt/ morele
object ve bep. denkkader binnen de ethiek.
Zo staat… voor;
› M = mens  mensgerichte ethiek, enkel MENS relevant = Antropocentrisme
› D = dier  diergerichte ethiek, ALLE DIEREN relevant incl. mens = Zoöcentrisme
› P = plant  ALLE LEVENDE WEZENS relevant = Biocentrisme
› E = ecosys.  milieugerichte ethiek, heel het MILIEU/ECOSYSTEEM relevant = Ecocentrisme


2

, Uitbreiding vd morele circkel
› Meer entiteiten (=fysiek
Argumenteren enopcommuniceren
zichzelf staand/ functioneel geheel) w. als ethisch relevant (moreel object)
beschouwd
Geen
› examenvragen
VOORBEELD; vroeger M=(witte)
Toe te passen
man  nu, Mbij hetmensen,
= alle beantwoorden van de of
ongeacht huidskleur andere
geslachtvragen.
of Vroeger D = dieren van adel  nu D = alle dieren
Mens-dierrelaties
7) De mens-dierrelatie is de belangrijkste factor die beinvloed hoe we dieren
behandelen. Leg uit wat dit betekent, en toon aan met voorbeelden dat dit zo
is. (dia 11-21, P69)
› De mens-realtie houdt in hoe de mens t.o. het dier staat, de waarde dat de mens het dier toekent.
› Vers groepen  adhv drie critaria; het belang van de dood/ het overlijden (De Meester), de nabijheid vd dieren
(Schnabel) & de geneeskundige kosten dat men wenst te betalen voor het dier.
› 7 categorien mens-dierrelaties;
- Nutsdieren  economische nuttigheid dier voor mens, dood eco. keuze (landbouwdieren)
- Gezelschapsdieren  w plezier vd mens gehouden = gezelschapswaarde, dood onafwendbaar
- Hulpdieren  mens zeer afh. + telkens ook gezelschapsdier, door meer onafwendbaar
- Exotische dieren  collectie- of pronkstuk, dood te vermijden  zeldzaamheid
- Hobbydieren  leuke tijdsinvestering, zonder (groot) eco. nut
- Schadelijke dieren  “gevaar” voor mens, dood te bemoedigen
- Wilde dieren  geen directe relatie met mens, waarde bep. door soort/popualatie niveau
 Slechts als een soort bedreigd wordt, gaat de mens er zich verantwoordelijk voor voelen maar meer
vanuit een collectieve gedachte, vanuit milieubeheer.
Andere relatie = andere houding
Enkele voorbeelden;
› Koe (nuts-, wild-, exotisch dier)
› Hond (nuts, werkdier, gezelschapsdier, hulpdier)
› Rat (Hobby dieren, gezelschapsdieren, wilde dieren, schadelijke dieren)

8) De maatschappelijke discussie over dierenwelzijn kan verstaan worden als een
clash tussen referentiedieren. Leg dit uit. (P80-83)

› Clash referentiedieren = clash visies dierenwelzijn  vers. percepties dier en hoe het behandelt zou moeten w
› Referentiedieren = zijn dieren waar men spontaan aan denkt + beeld van dit dier
 Beeld ontstaat vanuit ervaringen, achtergrond die mensen met dieren hebben
 Rat  vies, ziektevervekker
› VOORBEELD;
- Iem. met gezelschapsdieren bep. welzijn adhv sociale omgeving en levensduur
- Nutsdieren  veel meer een kosten-baten analyse als referentie zal gebruiken
 Bij discussie rond dierenwelzijn moet men zich altijd bewust zijn van de verschillende relaties tussen mens en
dier en kijken vanuit welk referentiekader er gesproken wordt.

Afwijkende opvattingen voor beide partijen;
› Pieter Singer: diergerichte ethiek obv pijn/lijden Alle gevoelige wezens (“sentient beings”) Pijn / lijden is problematisch
› Tom Regan: diergerichte ethiek op basis van ervaringspotentieel Rechten om op bepaalde manieren (niet) behandeld te
worden Zelfs als er geen lijden is, kan er toch iets problematisch zijn.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ManonStroobant. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.40  10x  sold
  • (1)
  Add to cart