Bij de operante conditionering (instrumental conditionering) worden reinforcements en punishments gebruikt om gedrag te stimuleren of te onderdrukken. Welk van de volgende voorbeelden kan worden gezien als positive punishment.
a. Sam de student moet een presentatie geven voor een vak over operante conditionering. Hij bedenkt om de presentatie interactiever te maken, om zijn medestudenten snoepjes te geven wanneer zij zijn vragen in de presentatie beantwoorden.
b. Sam, die had tijdens de lockdowns niet zo erg veel zin om mee te doen tijdens de werkgroepen. Door zijn afwezigheid moest hij daarom langer durende vervangende opdrachten maken, om het vak wel te halen.
c. Sam die maakt momenteel gebruik van het studenten ov. De “schuld” die hij maakt met het reizen, wordt gegeven als gift wanneer hij binnen 10 jaar zijn diploma haalt.
d. Een van Sam’s studiegenoten is benaderd door hun studieverenging. Het bleek dat deze studiegenoot na meerdere waarschuwingen ongepast gedrag bleef vertonen waarna besloten is dat de student van de studievereniging is verbannen.
Answer: b
2.
In welke volgorde doen de volgende fases zich voor volgens de theorie van Piaget?
Answer: De sensomotorische fase, de pre-operationele fase, de concreet operationele fase, de formele operationele fase.
3.
Vanaf hoeveel maanden heeft een baby object permamence?
Answer: 8 maanden
4.
Hoe wordt het effect genoemd waarbij het beeld dat een leraar heeft van het potentieel van een leerling, invloed heeft op het werkelijke vermogen van de leerling?
Answer: The Pygmalion effect
5.
Welke theorie rondom cognitieve ontwikkeling past het best bij de volgende stelling?
Kinderen worden geboren met kennis over domeinen die van evolutionair belang zijn.
Answer: Core-knowledge theorie
6.
Door het geluid van een bel te combineren met eten, kan je een hond conditioneren om te gaan kwijlen bij het horen van een bel. De manier waarop je dit doet heeft echter invloed op hoe snel de hond dit leert.
Bij welk van de volgende opties is snelheid van het leerproces het hoogst?
A. Simultaneous pairing
B. Forward Pairing
C. Forward short-delay pairing
D. Backward pairing
Answer: B
7.
Welke beschrijving past het best bij het begrip Flynn-effect?
a. Dit effect is een toename van de huidige frequentie van gedrag die is versterkt door de stimulus, activiteit of item in het verleden.
b. Die stelt dat intelligentiescores in de laatste 70 jaar tijd zijn toegenomen aan de onderkant van de schaal.
c. Dit effect is een toename van de huidige frequentie van gedrag die is versterkt door de stimulus, activiteit of item in het verleden.
d. Die stelt dat intelligentiescores in de laatste 70 jaar tijd zijn toegenomen aan de bovenkant van de schaal.
Answer: b
8.
Jayden woont naast een snelweg. Toen hij net in dit huis woonde had hij veel last van het geluid van de snelweg. Nu hij er langer woont hoort hij het geluid eigenlijk niet meer. Van welk type leren is hier sprake?
Answer: Habituatie
Content preview
Developmental Learning & Behavior
Hoorcollege 1: Cognitieve Ontwikkeling
Jean Piaget
o Eigen kinderen waren inspiratie voor zijn theorie, deed zorgvuldige
observaties.
o A not B error: kinderen die deze fout maken hebben helemaal geen
objectpermanentie of een onstabiele objectpermanentie
o Limitaties aan zijn theorie:
▪ De theorie is vaag over mechanismen dat het denken van kinderen
verhoogt en cognitieve groei produceren
▪ Zuigelingen en jonge kinderen zijn cognitief meer competent dan
Piaget erkend
▪ De theorie onderwaardeert de contributie van de sociale wereld aan
cognitieve ontwikkeling
▪ Het fasen-model verwacht dat kinderen meer consistent zijn (van fase
naar fase gaan) dan dat ze daadwerkelijk zijn
- Nature vs nurture
o View of children’s nature
▪ Kinderen zijn mentaal actief vanaf de geboorte
▪ De mentale en fysieke activiteit hebben deel aan hun ontwikkeling
▪ Constructivistische benadering tot cognitieve ontwikkeling
▪ Kinderen ontwikkelen kennis voor zichzelf als resultaat van hun
ervaringen
▪ De constructivistische processen van kinderen zijn:
• Formuleren van hypotheses
• Voeren experimenten uit om te zien wat er gebeurt
• Maken conclusies op basis van hun observaties
o Central development Isssues
▪ Nature en nurture interacteren samen om cognitieve ontiwkkeling te
produceren
▪ Hoofdoorzaken van continuïteit:
• Assimilatie: het proces waarin een kind nieuwe informatie
verwerkt in concepten die het al kent
• Accommodatie: het proces waarin een kind de bestaande
kennis verbetert gebaseerd op nieuwe ervaringen
• Equilibratie: het proces waarin een kind assimilatie en
accommodatie belanceert om een stabiel begrip te creëren
▪ Wanneer je gecorrigeerd wordt of een ervaring niet overeenkomt met
wat je weet, zorgt dat voor desequilibratie en moet er opnieuw naar
accommodatie gewerkt worden.
▪ 4 stages van discontinue cognitieve ontwikkeling:
• Sensimotor stage – geboorte tot 2 jaar
o Zintuigelijke en motorische vaardigheden worden
gebruikt om de wereld te ontdekken
o Leren over objecten en mensen
o Leren over eenvoudige vorm van concepten, tijd,
ruimte en causaliteit
, o Ervaring is grotendeels in het hier en nu
0-1 Eerste maanden 8 mnd Na 1 jaar
Zuigen/grijpen Integreren reflexen Objectpermanentie Acties interesse kind→
Object naar mond→ zuigen speelgoed knijpen door
geluid
18-24 mnd
1 jaar
Ontdekken, ‘kleine Uitgestelde imitatie→
gedragingen anderen
ontdekkers’
herhalen op later tijdstip
• Preoperational stage – 2 tot 7 jaar
o Het vermogen om ervaringen in taal en mentale
plaatjes te representeren ontwikkelt
o Beter geheugen voor ervaringen en concepten
o Nog niet in staat om bepaalde mentale operaties uit te
voeren
o Symbolische representatie: een object gebruiken die
voor een ander object gaat staan
o Centratie: alleen maar op één enkel, perceptueel
opvallend kenmerk van een object focussen
o Egocentrisme: de wereld allen vanuit eigen oogpunt
ervaren
o Conservation concept: het idee dat de verandering van
het uiterlijk van objecten niet perse de eigenschappen
verandert
• Concrete operational stage – 7 tot 12 jaar
o Logische redenatie over concrete eigenschappen in de
wereld
o Systematisch denken over hypothetische dingen blijft
moeilijk
o Pendulum task
▪ Wat bepaalt de tijd dat het een slinger kost om
een volle boog te zwaaien?
• De hoogte waarop gegooid wordt?
• Het gewicht?
• Lengte van het touw?
• Combinatie?
o Kinderen zullen dit wel
onderzoeken, maar niet
systematisch, en dus
waarschijnlijk tot een fout
antwoord komen
• Formal operational stage – 12+
, o Kinderen beginnen abstract te denken en hypothetisch
te redeneren
o De wereld en gebeurtenissen die jij kent/ziet zijn maar
een mogelijkheid/versie→ perspectief nemen
o Piaget geloofde dat deze stage niet universeel is (niet
iedereen bereikt deze)
Information processing theory
- View of children’s nature
o Cognitieve ontwikkeling is continu
o Kleine stappen gebeuren op verschillende leeftijden bij verschillende taken
o Het kind is een limited-capacity system
▪ Cognitieve ontwikkeling ontstaat uit het geleidelijk overwinnen van
verwerkingsbeperkingen door:
• Uitgebreide hoeveelheid informatie dat zij kunnen verwerken
op een moment
• Verhoging van de verwerkingstijd
• Nieuwe strategieën en kennis verwerven
o Het kind is een probleemoplosser
▪ Probleem oplossen: het proces van een doel bereiken door een
strategie te gebruiken om een obstakel te passeren
- Central developmental issues
o Information-processing theories
▪ Uitvinden hoe nature en nurture samenwerken om ontwikkeling te
produceren
▪ De nadruk leggen op precieze beschrijvingen van hoe verandering
plaatsvindt
▪ Focus op:
• Ontwikkeling van geheugen
• Ontwikkeling van probleem oplossend vermogen
- Developmental of memory
o Werkgeheugen
▪ Het actief aadacht schenken aan, verzamelen, onderhouden, opslaan
en verwerken van informatie is beperkt in zowel capaciteit
(hoeveelheid informatie die kan worden opgeslagen) en de tijd dat
informatie kan worden bewaard
o Langetermijngeheugen
▪ Kennis dat mensen verzamelen gedurende hun leven
o Executief functioneren
o De controle van cognitie
o Verwerkingssnelheid synaptogenese en meyelinisatie
o Codering
o Basisprocessen: associëren, herkennen, herinneren en generaliseren
o Strategieën: repetitie, selectieve aandacht
o Inhoudelijke kennis
o Overlapping wave theory→ kinderen experimenteren met allerlei
verschillende oplossingsstrategieën en ze zullen degene gebruiken die het
beste past in een bepaalde situatie
, - The development of problem solving
o Nieuwe strategieën ontwikkelen
o Meer effectieve uitvoering van strategieën
o Meer flexibele/adaptieve keuze van strategieën
o Verbeterde planningsvaardigheden (frequentieel en kwalitatief)
▪ Verbeterde inhibitie
▪ Minder overoptimistisch over eigen vaardigheden (ervaring)
Core-knowledge theory
- View of children’s nature
o Kinderen komen de wereld binnen, uitgerust met gespecialiseerde
leermechanismen
o Stellen hen in staat snel en moeiteloos informatie van evolutionair belang
verwerven
o Domeinspecifiek:
▪ Begrijpen en manipuleren van het denken van anderen
▪ Onderscheid maken tussen levende en niet-levende dingen
▪ Menselijke gezichten herkennen, de weg vinden in ruimte
▪ Begrijpen van oorzaak-gevolg; taal
- Central developmental issue
o Nativisme versus constructivisme
o Nativisme:
▪ De theorie dat zuigelingen aanzienlijke aangeboren kennis hebben van
evolutionair belangrijke domeinen
• Levenloze voorwerpen en hun mechanische interacties
• De geest van mensen en dieren die in staat zijn tot
doelgerichte acties
• Getallen
• Ruimtelijke indelingen
o Example of nativism
▪ Taalverwerving (Noam Chomsky)
• Regels van grammatica zijn universeel moeiteloos te leren
• Dit is niet het geval voor andere regelsystemen (algebra)
→ taalverwerving apparaat
o Constructivism
▪ De theorie dat zuigelingen meer geavanceerd “theorieën” door het
combineren van rudimentaire aangeboren kennis met latere
ervaringen
▪ Bewijs voor theorieën van kinderen:
• Kinderen identificeren fundamentele eenheden voor het
verleden relevante objecten en gebeurtenissen in een paar
basiscategorieën
• Kinderen verklaren veel verschijnselen in termen van een paar
fundamentele principes
• Kinderen verklaren gebeurtenissen in termen van niet
waarneembare oorzaken
o Example of constructivism
▪ Inzicht in biologie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pernilledekruijf1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.33. You're not tied to anything after your purchase.