HS 25: ORDENING
soort: Groep organismen die onderling kunnen voortplanten -> vruchtbare nakomelingen
- ondersoort: ras: groep binnen soort die zich onderscheidt door erfelijke eigenschappen
populatie: groep individuen van soort die in een ecosysteem een voortplantingsgemeenschap vormen
binaire nomenclatuur: soortnaam: Geslacht – soort
systema naturae: indeling leven in taxa (soort/geslacht/familie/orde/klasse)
cladogram: stamboom: laat verwantschap zien
- clade: tak stamboom
divergentie: overeenkomstige organen in aanleg hetzelfde, door evolutie vorm/functie veranderd
-> homologe organen: organen met een gemeenschappelijk bouwplan
-> rudimentaire organen: resten organen die door evolutionaire ontwikkeling geen functie meer hebben
convergentie: ontstaan van analoge structuren/organen bij niet verwante soorten door gelijke
milieuomstandigheden
-> analoge organen: zijn op elkaar gaan lijken door eenzelfde aanpassing
bacterien vermeerderen ongeslachtelijke deling/conjugatie: 2 cellen tegen elkaar wisselen DNA uit
archaea (bacteriesoort) leeft vooral in milieus met extreme abiotische omstandigheden
bacteria - bijna allemaal eencellig
- produceren antibiotica: stoffen die andere soorten bacterien doden
- heterotroof voed zich met organische stoffen (leeft van dode organismen)
-> in symbiose samenleving met andere soorten organismen
-> parasitair kan planten/dieren/mensen ziek maken
- autotroof
-> foto-autotroof maken zelf organische van anorganische stoffen (C02/water) mbv lichtenergie
- cyanobacteriën: voeren fotosynthese uit
-> chemo-autotroof maken organische stoffen uit CO2, mbv chemische omzettingen
schimmels
- heterotroof
- meeste meercellig (gisten: eencellig)
- hyfen: lange vertakte schimmeldraden -> mycelium: dicht netwerk
- vruchtlichamen (paddenstoelen)
- levenscyclus: 2 haploïde hyfen versmelten -> nieuw mycelium + vruchtlichamen -> kernen
versmelten -> zygotes -> haploïde sporen na meiose -> hyfen
-> saprofyten: leven van dood organisch materiaal
- reducenten: ruimen dode resten planten/dieren op
-> parasitair: onttrekken voedingsstoffen + afgeven afvalstoffen gastheer
-> symbiose: samenleving andere (planten)soorten
-> mutualisme: wederzijds voordeel
- mycorhiza(haarwortels plant + mycelium) helpt plant opnemen water + mineralen/
beschermt wortels/levert organische stoffen aan schimmel
*korstmossen: schimmel/gistsoorten in mutualisme-relatie met eencellige groene algen
- indicatorsoort: gebruikt als milieu-indicator: conclusie uit voorkomen/verdwijnen soort over
kwaliteit
-> halen anorganische voedingsstoffen uit lucht-> verdwijnt bij luchtvervuiling
, planten: Autotrofe eukaryoten
wieren (algen)
- eencellig
- geen wortels/stengels/bladeren
- aan water gebonden
mossen
- vochtige omgeving (geen effectief transportsysteem)
- planten voort door eencellige sporen (sporenplant)
vaatplanten:
effectief transportsysteem: holle buizen van wortel naar blad
-> zaadplanten:
- planten voort door zaden (kiemplantje + voorraadje voedsel)
- sporenplanten: wieren, varens, paardenstaarten, wolfsklauwen*
protisten:
- eencellig
metamorfose (dieren): gedaanteverwisseling
- volledig ei -> larve -> verpopt -> imago (volwassen)
- onvolledig ei -> larve (lijkt al op imago)
virussen: obligate parasieten
- bestaan uit DNA/RNA molecuul + eiwitmantel (leven)
- geen levenskenmerken: voeding/voortplanting
- ontbreken celorganellen
- gastheercel nodig -> leven + vermeerderen
- veroorzaken ernstige ziekten, geen antibiotica
- gebruikt in biotechnologie om genetisch materiaal over te brengen
- hypothese -> ontstaan uit transposons: brokstukken DNA/RNA
-> bacteriofagen (virussen die op bacterien parasiteren) uit plasmiden
prokaryoten -> geen kern+andere organellen
-> DNA/RNA vrij in cytoplasma
-> klein + eencellig
-> planten voort door deling
-> veel anaeroob (geen zuurstof)
eukaryoten -> kern + DNA afgesloten rest cytoplasma
-> organellen
-> aeroob (zuurstof)
dieren: Heterotrofe eukaryoten, meeste planten geslachtelijk voort
sponzen (porifera)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeetermaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.