Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Markt is geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders
ontmoeten en producten verhandelen. Veel aanbieder, dat betekent
weinig invloed op de prijs.
- Concrete markt: plaats waar aanbieders en vrager elkaar ontmoeten
(bloemenveiling).
- Abstracte markt: omvat alle factoren die te maken hebben met de
verhandeling van het product (geen 1 plaats.)
Marktstructuur (zoals aantal aanbieders, marktaandelen,
toetredingsdrempels, productdifferentiatie): hoeverre producenten invloed
hebben.
Producent verhoogt prijs, consumenten kopen product ergens ander (1
producent; ze gaan mee met de € of niet kopen).
Marktaandeel: de afzet van de individuele aanbieder als percentage van
totale afzet. Meer dan 35% is dominante aanbieder.
Toetredingsdrempels is abstracte drempel om iets te mogen
produceren. Hoe hoger de toetredingsdrempel, hoe minder aanbieders.
- Homogeen product: verschillende versies van een product die niet
verschillen.
- Heterogeen product: verschillende versies die wel verschillen.
- Gedifferentieerde producten: zijn vervangbaar, maar in de ogen van
de consument anders (drinken).
- Onafhankelijke producten: zijn niet vervangbaar en niet hetzelfde
(bril, wc-papier). De prijs is hier hoger, want er is geen alternatief.
Paragraaf 2
Marktvormen:
Aantal aanbieders Homogeen product Heterogeen product
Veel Volkomen concurrentie Monopolistische
concurrentie
Weinig Homogeen oligopolie Heterogeen oligopolie
Één Monopolie
1. Volkomen concurrentie:
o Geen prijs beïnvloeder
, Economie SV Module 3 ‘Markt en overheid’
o Hoeveelheidaanpasser
o Homogeen product
2. Monopolie:
o Prijszetter
o Één aanbieder
o Wet van vraag hogere prijs, zorgt voor minder verkoop
o Komt nauwelijks voor (NS)
3. Oligopolie:
o 2 producten duopolie
o Homogeen (hetzelfde)
o Heterogeen (anders) meer invloed
4. Monopolistische concurrentie:
o Veel kleine aanbieders
o Heterogeen/homogeen
o Invloed op de prijs beperkt
o Komt veel voor (zoals uiteten, tankstations)
o Gedifferentieerd product
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Evenwichtsvoorwaarde: Qv = Qa
Op het punt van de evenwichtsvoorwaarden maximaliseren producenten
allemaal hun winst.
Paragraaf 2
Volkomen concurrentie:
1. Veel vragers en aanbieders, dus geen invloed op de prijs.
2. Homogeen product, dus geen voorkeur.
3. Vrije toe- en uittreding:
o Veel winst maken, veel toetreding;
o Veel verlies, veel uittreding, hierdoor collectief aanbod neemt af, dus
prijs stijgt.
4. Transparante markt, dus producenten en consumenten weten
evenwichtsprijs.
5. Productie technologie, dus allemaal hetzelfde.
Korte termijn:
- Evenwichtsprijs: MO = p*
- Winstmaximalisatie: MK = MO = p*
- Collectief aanbod: Q*
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur50. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.