Uitgebreide samenvatting van thema 2 hoorcolleges Parodontologie uit Bachelor/ Propedeuse Collegejaar aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Samenvatting is overzichtelijk opgebouwd met behulp van opsommingen en voorbeelden zijn schuingedrukt! Verder gebruik gemaakt van afbeeldingen uit de hoorcoll...
Pathogenese betekent in de geneeskunde het meestal stapsgewijs ontstaan, ontwikkelen en verloop van een
aandoening of ziekte.
Pathogenese is de wijze waarop een ziekte ontstaat.
Pathogenese is de ziekteoorzaak.
Parodontale aandoeningen zijn:
- gingivitis
- parodontitis
Hoofdzakelijk oorzaak van deze parodontale aandoeningen zijn de aanwezigheid van bacteriën.
Het lichaam reageert op de bacteriële infecties.
Oraal bevinden er ~ 20 bacteriefamilies.
Bacteriefamilies bestaan uit > 700-1400 bacteriesoorten.
Bacteriën bestaan uit commensalen, schimmels, virussen en menginfecties.
Commensalen zijn bacteriën die normaal gesproken in de mond bevinden (‘goede’ bacteriën).
Menginfecties zijn een mix van verschillende soorten bacteriën, schimmels en virussen.
Aanwezigheid van micro-organismen geeft in een aantal gevallen infectie.
Een infectie wekt in het lichaam een afweerreactie op.
Een immunologische reactie wilt de agens uitschakelen om de verspreiding van de agens te voorkomen.
Vervolgens worden omstandigheden geschapen voor herstel van het weefsel.
Afhankelijk van duur en heftigheid is er sprake van acute of chronische ontsteking.
Pathogenese van acute parodontale laesies zijn:
- duur van dagen tot weken
- heftige ontstekingsreactie
- algemene ontstekingtekens (muv koorts)
- klinische kenmerken
Ontstekingsreactie bestaat uit 3 gebeurtenissen:
1. vasodilatatie
2. exsudatie plasma
3. migratie van PMN-cellen
Vasodilatatie wordt veroorzaakt door vasoactieve amines en prostaglandines.
PMN cellen zijn PolyMorphoNucleaire Leukocyten.
PMN cellen zijn macrofagen en neutrofiele leukocyten.
Algemene ontstekingstekens zijn:
- roodheid
- zwelling
- bloeding
- koorts
- functieverlies
Bij parodontale probleem zal er in de meeste gevallen geen sprake zijn van koorts.
Klinische kenmerken bij parodontale problemen zijn:
, - rood
- gezwollen
- pijnlijk (soms)
Acute ontsteking kan overgaan in een chronische ontsteking.
Pathogenese van chronische parodontale laesies zijn:
- langdurige ontsteking
- cellulair niveau infiltratie van macrofagen, plasmacellen en lymfocyten
- verhoogde doorbloeding (gingivale plexus)
- vaak klachtenvrij
Gingivitis is bij de patiënt vaak klachtenvrij.
Bij chronische parodontale laesies wordt bloeding door de patiënt als normaal ervaren.
Bij chronische parodontale laesies is de tandmobiliteit en terugtrekking van de gingiva alarmerend voor de
patiënt.
Gingivale plexus is een verbinding tussen verschillende bloedvaten van de gingiva.
Ginigivale plexus zorgt voor een verdikking van het tandvlees bij een chronische ontsteking.
Gingiva wordt zeer goed doorbloed.
Vaten gaan wijder en groter worden.
Parodontitis is multifactorieel.
Niet iedereen is even vatbaar/gevoelig voor parodontitis.
Bacteriën zijn altijd noodzakelijk voor parodontitis.
Effect van de aanwezigheid van de bacteriën kan verschillend zijn per patiënt.
Bepaalde modificerende factoren bepalen de vorm en mate waarin de ziekte voorkomt.
Risicofactoren spelen een rol bij parodontale problemen.
Risicofactoren zijn omgevings-, gedrag- of biologische factoren die aanwezig zijn voordat de ziekte zich
voordoet.
De relatie van risicofactoren tot de ziekte moeten in longitudinale onderzoek (opvolgonderzoek) zijn bevestigd.
Risicofactor is per definitie te beïnvloeden/ te veranderen.
Potentiële risicofactor is een risicofactor die nog niet in longitudinaal onderzoek is aangetoond.
Potentiële risicofactor is mogelijk een echte risicofactor.
Risicodeterminant is niet-modificeerbaar/ niet veranderbaar (itt risicofactor).
, Vb van risicodeterminanten zijn: leeftijd, geslacht, genetische kenmerken, systemische ziektes.
Een risico-voorspeller is een factor die ernst en progressie van ziekte kunnen beïnvloeden.
Vb van risico-voorspellers zijn: stress, rookgedrag.
Parodontitis heeft genetisch kenmerken (genetische determinant), want:
- Relatief veel tanden verloren gaan in een relatief kleine groep patiënten. Bij parodontitis heeft niet
elke patiënt dezelfde vatbaarheid voor verlies van veel tanden.
- Bij behandelde patiënten zal een relatief klein aandeel toch met recidief te kampen hebben. Enkele
patiënten reageren niet gunstig op de huidige therapie.
- De prevalentie van paropathogene bacteriën is ook hoog bij niet-parodontitis patiënten. Dus plaque
alleen verklaart niet alles. De aanwezigheid van paropathogene bacteriën alleen verklaard niet alles
van parodontitis, omdat niet-parodontitis patiënten deze bacteriën ook hebben.
- De effectiviteit van de individuele immunologische afweer is genetisch bepaald. De effectiviteit
bepaalt het risico en in welke mate men parodontitis krijgt. Sommige patiënten zullen een andere
afweerreactie vertonen, want immunologische afweer is genetisch bepaald.
Deze individualiteit gaat uiteindelijk de risico bepalen in welke mate de patiënt parodontitis gaat ontwikkelen.
Parodontale laesies heeft een oorzakelijke factor.
Oorzakelijke factor van gingivitis is plaque.
Risicofactor is roken.
Roken verhoogt de kans op parodontitis.
Roken bespoedigt de voortgang van parodontitis.
Roken leidt tot verhoogde kan op herval/ recidief.
Risicofactor roken kan worden beïnvloed door persoonlijk gedrag, levensstijl, omgevingsfactoren, erfelijkheid,
immunologie.
Risicofactor kan ook ontstaan door therapie zoals slechte tandheelkunde.
Bv vulling die overstaat, onderstaat, irriterend is en slecht biologische producten.
Bij risico analyse is er sprake van een ratio.
Ratio houdt in wat de kans is dat een zieke patiënt in contact was met de risicofactor in vergelijking met de
gezonde patiënt.
Risicoratio = risico bij aanwezigheid van risicofactor : risico bij afwezigheid van risicofactor
De risicoratio is een relatieve effectmaat en geeft aan hoeveel keer het risico groter of kleiner wordt
afhankelijk van de risico.
Risico bij roken:
180 pt zijn ziek.
120 pt zijn ziek en roken.
60 pt zijn ziek en roken niet.
120/60 = 2
Risico bij niet roken (controlegroep):
120 pt zijn niet ziek.
40 pt zijn niet ziek en roken.
80 pt zijn niet ziek en roken niet.
40/80 = 0,5
Risicoratio = 2/0,5 = 4. De kans dat een roker ziek wordt is 4 maal hoger dan de niet roker.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RUGtandheelkundestudent20222023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.