100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 3 Nominale titels $3.23
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 3 Nominale titels

 475 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Beleggen en financiële markten van Hans Buunk (Hoofdstuk 3) - ISBN: 9789039527092, Druk: 4, Uitgavejaar: 2013 (Beleggen jaar 3)

Preview 2 out of 4  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3
  • November 13, 2015
  • 4
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
H3 Nominale titels

3.1 Geldmarkttitels en kapitaalmarkttitels
Nominale titels zijn onder te verdelen in geldmarktitels en kapitaalmarkttitels. Het verschil tussen beide typen titels is de lengte
van de periode waarvoor het geldbedrag oorspronkelijk ter beschikking wordt gesteld. Bij geldmarkttitels is die periode één jaar of
korter, bij kapitaalmarkttitels langer dan één jaar.

Bij geldmarkttitels kan men een onderscheid maken tussen:
 Boekvorderingen
o Deposito’s  som geld die gedurende een vooraf gestelde looptijd tegen een afgesproken rentepercentage bij een bank
wordt geplaatst
o Direct opvraagbare spaarrekening
o Daggeldleningen lening die loopt tot de volgende dag
o Kasgeldleningen leningen waarvan de rentevergoeding en de looptijd vooraf vaststaan
 Effecten
o Certificates of Deposit (CD’s)  verhandelbaar geldmarktpapier aan toonder met een vaste rentevergoeding en een vaste
looptijd (worden uitgegeven door banken)
o Commercial Paper (CP)  verhandelbaar geldmarktpapier aan toonder dat uitgegeven word door grote bedrijven die
hiermee in hun kortdurende vermogensbehoefte kunnen voorzien.

Naast de mogelijkheid tot beleggen op de nationale geldmarkt kunnen beleggers er ook voor kiezen om op de internationale
geldmarkt te opereren. Dit kan men doen door het plaatsen van een deposito op de eurovalutamarkt. Dit is de markt voor
deposito’s in een andere valuta.

Obligatie  verhandelbare schuldbrief

De instelling die de obligatie uitgeeft (emittent) heeft een schuld aan de houder van de obligatie, de houder heeft een vordering op
de emittent. De vordering is vaak een vastliggend bedrag dat aan het einde van de looptijd moet worden afgelost en dat de
nominale waarde van de obligatie genoemd wordt. Obligaties verschillen naar couponrente, naar aflossingsvoorwaarden en naar
zekerheid.

Couponrente  rentebedrag dat de houder vd obligatie ontvangt. Deze rente kan zowel variabel als vast zijn.

Zerocoupon-obligatie  obligatie zonder couponrente. De houder ontvangt geen couponrente maar incasseert zijn rendement
in de vorm van de waardestijging van de obligatie

Strippen  hierbij worden de hoofdsom en de couponrente van de obligatie afzonderlijk vehandeld

Bij de aflossingsvoorwaarden zijn er twee mogelijkheden, namelijk
1. De hoofdsom wordt alleen aan het einde van de looptijd afgelost. Dit noemt men een bulletlening.
2. De hoofdsom wordt tussentijds afgelost

De zekerheid die aan obligatiehouders wordt geboden is afhankelijk van de voorwaarden waaronder de obligatie is uitgegeven.

De houder van een achtergestelde obligatie (junior) heeft de minste rechten: wanneer de onderneming in betalingsproblemen
komt hebben de andere obligatiehouders voorrang. Een bijzondere vorm is de perpetuele achtergestelde obligatie, deze hoeft
namelijk niet afgelost te worden.

Niet achtergestelde obligaties worden senior genoemd. Nog meer zekerheid dan een gewone senior obligatie geeft een obligatie op
basis van onderpand, een covered bond.

Foreign bond  obligaties die worden uitgegeven in een ander land, dan het land waar het emittent is gevestigd

Eurobonds  obligaties die luiden in een andere valuta dan het land waar ze worden uitgegeven

In de laatste jaren heeft er securitisatie plaatsgevonden. Dit is het omzetten van boekvorderingen in effecten, zoals obligaties.

, Converteerbare obligatie  obligatie die is uitgegeven door een onderneming waarbij de houder het recht heeft om de
obligatie om te wisselen in een van tevoren vastgesteld aantal aandelen vd vennootschap

De periode waarin de omwisseling van de converteerbare obligatie kan plaatsvinden, heet de conversieperiode.

Exchangeable  geeft de houder bij aflossing recht op een bepaalde hoeveelheid aandelen van een andere onderneming i.p.v.
de nominale waarde van de obligatie. Lagere rente dan normale obligatie

Reverse exchangable  de emmitent heeft het recht om aan het eind van de looptijd de obligatie af te lossen in geld of in een van
tevoren gefixeerd aantal aandelen. Hogere rente dan normale obligatie

Couponrente Coupondatu Nominale Resterende Beurskoers Coupon- Effectief
m waarde looptijd rendement rendement
2,5% 15 januari €1.000 3 jaar 101,50 2,46% 1,90%

Beurskoers  marktprijs van de obligatie (luidt in procenten van de nominale waarde). Vb. 101,5% van €1.000 is dan €1.015

Couponrendement = jaarlijkse couponrente / beurskoers bij aanschaf (x 100%)

Vb. Couponrendement = €25 (2,5% * €1000) / €1.015 (beurskoers * nominale waarde) = 2,463%

Direct rendement is de couponrente als percentage van de beurskoers. Indirect rendement is het verschil tussen de beurskoers bij
aanschaf en aflossing, het aflossingsresultaat.

Vb. De belegger ontvangt bij aflossing €1.000 en betaalt bij aanschaf €1.015. Zijn aflossingsresultaat is dus €1.000 - €1.015 = -
€15 over drie jaar. Dus - €5 per jaar.

Aflossingsrendement = aflossingsresultaat op jaarbasis / beurskoers bij aanschaf (x 100%)

Vb. - €5 / €1.015 x 100% = -0,488%

Effectief rendement = couponrendement + aflossingsrendement

3.2 De obligatiemarkt
Obligaties worden op de primaire markt uitgegeven en op de secundaire markt verhandeld. Vraag en aanbod op de markt bepalen
de obligatiekoersen en daarmee het rendement op obligaties.

Ondernemingen die obligaties willen uitgeven kunnen dat via de openbare markt doen, maar kunnen ook gebruik maken van de
onderhandse markt. Ondernemingen die obligaties uitgeven via de openbare emissiemarkt moeten aan bepaalde voorwaarde
voldoen. Bij de onderhandse markt is dit niet het geval. Een emissie via de onderhandse markt wordt een private placement
genoemd.

Tenderemissie  hierbij zijn de looptijd en de couponrente van tevoren bekend

Toonbankemissie  hierbij kunnen nieuwe stukken uit een lening doorlopend gekocht worden

Als de beurskoers gelijk is aan de nominale waarde noteert de obligatie á pari.

Risicovrije marktrente  rendement dat men verkrijgt op een obligatie van kredietwaardige overheden.

Rendement op obligatie = risicovrij rendement + risico-opslag op obligatie

Het risico dat de emittent van de obligatie niet aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen, noemt men het
debiteurenrisico.

Een kredietrating kan beschouwd worden als een soort toegangsbewijs tot de kapitaalmarkt. Obligatie met een rating van AAA
t/m BBB vallen in de categorie investment grade.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris94. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added