100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefentoets blok 3: Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden $5.90
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefentoets blok 3: Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn tentamenvragen die in het jaar 2021 gesteld zijn inclusief de juiste antwoorden, zodat je een goed beeld krijgt hoe de toets in elkaar zal zitten.

Preview 2 out of 5  pages

  • July 2, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Oefentoets Introductie Wetenschappelijke Onderzoeksmethoden

1. Gegeven: Met behulp van epidemiologisch onderzoek kan geëvalueerd worden of er effect-
modificatie bestaat voor een associatie tussen een blootstelling en een ziekte.
Vraag: Welke van de volgende stellingen over effectmodificatie is niet juist?
a. Effect-modificatie is geen vorm van vertekening (bias) van de associatie tussen een
blootstelling en ziekte.
b. Effect-modificatie kan inzicht geven in het mechanisme waarmee een blootstelling is
geassocieerd met de ziekte.
c. Er is effect-modificatie wanneer de stratum specifieke associaties gelijk zijn aan elkaar,
maar niet aan de bruto-associatie.



2.




a. Ja, want de odds ratio is 1.4
b. Nee, want de odds ratio is 1.0
c. Ja, want de odds ratio is 2.3



3. Gegeven: Onderzoekers die oorzaak-gevolgrelaties tussen gezondheidsdeterminanten en -
uitkomsten willen blootleggen, streven naar een zo hoog mogelijke interne validiteit van hun
wetenschappelijk onderzoek. Om dit te berekenen proberen ze vertekening door
selectiebias, informatiebias en confounding zo goed mogelijk te voorkomen door het
optimale onderzoeksdesign te kiezen.
Vraag: Wat is de juiste rangorde van de hieronder genoemde onderzoeksdesigns, in
toenemende mate van interne validiteit?
a. Cohortonderzoek- dwarsdoorsnede onderzoek- patiënt-controle onderzoek
b. Patiënt-controleonderzoek- cohortonderzoek- dwarsdoorsnedeonderzoek
c. Dwarsdoorsnedeonderzoek- patiënt-controleonderzoek- cohortonderzoek



4. Gegeven: De mogelijkheid om onderzoeksresultaten te kunnen vertalen naar een populatie
anders dan de onderzochte populatie is een kwaliteitsaspect, hetgeen met de validiteit te
maken heeft.
Vraag: wat wordt hier in het bijzonder mee bedoeld?
a. Interne validiteit
b. Externe validiteit
c. Inhoudsvaliditeit

, 5. Welke onderstaande beweringen over informatiebias is juist?
a. Als fouten in de bloodstellingsmeting voor patiënten en controles in een patiënt-controle
onderzoek even groot zijn, dan is er sprake van differentiële misclassificatie.
b. Blinderen van patiënten en onderzoekers vergroot de kans op differentiële
misclassificatie in een gerandomiseerde placebo-gecontroleerde trial.
c. Recall bias (herinneringsbias) in een retrospectief patiënt-controleonderzoek is een
voorbeeld van differentiële misclassificatie van de blootstelling.



6. Gegeven: de rol van kwalitatief onderzoek is veelzijdig.
Vraag: Welke van de onderstaande vragen is juist?
a. Vorming van een theoretisch kader vormt het doel van de gefundeerde
theoriebenadering.
b. In kwalitatief onderzoek vindt geen toetsing plaats
c. Theorie moet altijd het uitgangspunt zijn van een kwalitatief wetenschappelijk
onderzoek.



7.




a. De gevonden OR was een omkering van de werkelijke OR
b. De gevonden OR was een onderschatting van de werkelijke OR
c. De gevonden OR was een overschatting van de werkelijke OR



8. Gegeven: er zijn verschillende vormen van kwalitatief onderzoek te onderscheiden. Een van
die vormen wordt genoemd de methode van “grounded theory”, oftewel de gefundeerde
theoriebenadering.
Vraag: welke onderstaande stelling is onjuist?
a. Grounded theory vindt plaats volgens de methode van de constante vergelijking
b. Bij grounded theory wordt vooraf een theoretisch kader geëxpliciteerd.
c. Bij grounded theory zijn “sensitizing concepts” deel van de voorbereiding en analysefase.



9. Gegeven: de gerandomiseerde gecontroleerde trial wordt doorgaans gezien als het beste
onderzoeksdesign.
Vraag: de methodologische pluspunten van dit onderzoeksdesigns leiden met name tot:
a. Interne validiteit voor causale relaties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentjeNina. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added