Hoofdstuk 1: inleidend hoofdstuk
Leerdoelen bij dit hoofdstuk: zie cursus
Wat is pedagogiek?
Pedagogiek = De wetenschappelijke studie van de manier waarop volwassenen kinderen en jongeren
grootbrengen met een bepaald doel. Het is de wetenschap die de opvoeding van kinderen en
jongeren bestudeert.
Andere woorden voor pedagogiek zijn: opvoedingsleer of opvoedingswetenschap
! pedagogiek richt zich dus op kinderen (en hun opvoeders, meestal de ouders)
Agogiek = de wetenschap die bestudeert hoe mensen (van alle leeftijden) veranderen. En
aanwijzingen geeft over de manier waarop deze veranderingsprocessen beïnvloed en begeleid
kunnen worden.
Pedagogie = de praktijk van het opvoeden.
De gespecialiseerde opvoeder = hij/zij bestudeert de opvoeding, de ontwikkelingsfasen, en ook de
relatie tussen het kind en zijn omgeving (familieleden, school, vriendjes en vriendinnetjes, de
gebouwde omgeving, media ….) de nadruk ligt vooral op het handelen. Hij is een professional die
systematisch kennis van zaken heeft opgedaan door de pedagogiek te bestuderen.
Het opvoeden door een gespecialiseerde opvoeder/begeleider kan je opdelen in 4 deeltaken:
waarnemen, observeren en onderzoeken van het kind en/in zijn situatie is belangrijk om het
gedrag en de ontwikkeling van het kind te kunnen begrijpen en er vervolgens een
opvoedkundige betekenis aan te geven. Men probeert hierbij de oorzaak van het gedrag te
achterhalen.
begeleiden bestaat uit het aanbieden van hulpmiddelen en adviezen aan mensen die zelf een
bepaald gedrag willen veranderen. Men neemt de zorg niet over maar helpt ouders om het
zelf te doen.
behandelen, opvoeders zijn geen therapeuten maar mogen wel trainingen geven. Door
middel van een training kan men vaardigheden aanleren om het gedrag te veranderen.
Voorlichting, voorkomen is altijd beter dan genezen en dat geldt ook voor problemen in de
opvoeding.
1
,De pedagogiek als wetenschap
Toegepaste wetenschap
= pedagogiek is onlosmakelijk verbonden met de praktijk, pedagogiek is gericht op de
praktijk, maar wel op een wetenschappelijke manier. De pedagoog werkt methodisch en
planmatig en daarvoor verzamelt hij of zij gegevens uit de praktijk en de theorie.
Praktijkgegevens worden verzameld door middel van observatie. Theoriegegevens leent de
pedagoog vooral van andere wetenschappen.
Handelingswetenschap
= pedagogiek staat dicht bij de praktijk, ze gaat over het opvoedend handelen. Van
professionele hulpverleners mag verwacht worden dat ze systematisch nadenken over het
eigen handelen, over de methoden die ze gebruiken, over de beperkingen van die methoden,
over de relatie met cliënten en over de maatschappelijke betekenis van het eigen werk.
Kan iedereen opvoeden?
Iedereen is opgevoed, dus iedereen weet in principe wat opvoeden is en wat het betekent om
opgevoed te worden. Maar is daarmee iedereen opvoedingsdeskundige? Nee!
Ervaringsdeskundige = iemand die autoriteit op een bepaald gebied heeft die niet gebaseerd is op
beroepsmatig verworven kennis maar op de eigen ervaring. Ervaringsdeskundige kunnen echt wel
ingezet worden in opvoedingssituaties.
Waarom pedagogiek?
Wat is het bestaansrecht van de pedagogiek eigenlijk? Vroeger bestond er toch geen pedagogiek en
toch werd er opgevoed, dus waarom heeft men dan de pedagogiek nodig?
Enerzijds is de maatschappelijke vraag naar opvoeden groter dan ooit. De pedagogiek wil dus
een antwoord formuleren op vragen in de opvoeding omdat daar nu meer dan ooit een nood
aan is. Anderzijds heeft men in de loop van de geschiedenis het eigene en unieke van het
kind ontdekt en kregen kinderen ook eigen rechten. Ook hieruit haalt de pedagogiek zijn
bestaansrecht.
De maatschappelijke vraag
laten we er van uitgaan dat de meeste ouders willen dat hun kinderen gelukkig worden, een goede
baan krijgen en presteren op een zo hoog mogelijk niveau. Om dit te bereiken heeft men in de
huidige maatschappij erg veel mogelijkheden. Vergeleken met vroeger is er veel meer informatie
verkrijgbaar over opvoeden, maar dit betekent niet dat de onzekerheid van ouders is verdwenen en
dat de opvoeding nu altijd vlekkeloos verloopt. Juist door de vele informatie die ouders kunnen
raadplegen is de onzekerheid groter dan ooit. Want wat is nu de perfecte manier om je kind op te
voeden en gelukkig te maken? Wie kan je het beste advies geven over opvoeding?
Vanuit deze onzekerheid is de nood naar opvoedingsdeskundigen groter dan ooit
2
,De geschiedenis van het kind
- oudheid
Al in de oudheid was er interesse in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Kinderen werden
namelijk gezien als toekomstige burgers, burgers die een rol in de maatschappij moesten opnemen.
Plato was van het oordeel: ‘jongeren kinderen, die regelmatig gewiegd werden, zouden later een
goede atleet worden’. Er bestonden dus toen ook al opvattingen over wat een goede opvoeding zou
zijn.
Tabula Rasa = kinderen komen als een leeg blad ter wereld, afhankelijk van de opvoeding kan je elk
kind opvoeden tot een bepaald doel.
Bv: door een kind veel te wiegen kan ik van het kind een goede atleet maken
MAAR is soms niet zo: David van der poel is een veel minder goede wielrenner dan zijn broer
Mathieu, toen aan hun vader gevraagd werd of dat David misschien een beetje een luie atleet was,
zei hun vader: het heeft ook wel te maken met wat moeder natuur heeft meegegeven.
Eigen voorbeeld: Thorgan & Eden hazard
- middeleeuwen
In de middeleeuwen werden kinderen gezien als volwassenen in een zakformaat (kind is een kleine
volwassene). Kinderen deden gewoon mee met de rest van het gezin.
In de middeleeuwen was je in eerste instantie lid van een groep en dan pas kwam het individu.
Zelfstandigheid en individuele ontwikkeling waren niet aan de orde.
Hoe je je gedroeg hing vooral af van de groep waartoe je hoorde opvoeden was enkel voor de hogere
klasse. Met opvoeden werd hier bedoeld dingen leren. In lagere klassen groeide kinderen vooral op
door socialisatie. Als ze de nodige vaardigheden hadden verworven waren ze volwassen.
Socialisatie = het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere
cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
- Verlichting
De invloed van de kerk werd in vraag gesteld en het gebruik van het eigen verstand werd steeds
belangrijker.
In deze periode ontstonden er nieuwe wetenschappen die uitgingen van het verstand en de logica.
De mensen slikten niet alles meer wat de kerk hen zei. Dit kwam vooral omdat ze steeds meer zelf
gingen nadenken.
Door de verlichting en het toepassen van de boekdrukkunst werd leren voor veel meer mensen
toegankelijk.
3
, - Eind 18e eeuw tot WO II
De industriële samenleving kwam op gang, er ontstond ook een andere kijk op de opvoeding.
Kinderen uit de rijkere klassen gingen naar school of kregen thuisonderwijs. De meerderheid van de
kinderen (armere klassen) moesten echter hard meewerken in ongezonde fabrieken. Deze kinderen
moesten zo snel mogelijk functioneren als een zelfstandig individu (volwassen worden)
Jeugdland = kinderen werden hier afgeschermd van alle slechte invloeden van buiten af.
- Opvoeden vandaag
Kinderen en ouders staan vandaag veel dichter bij elkaar dan vroeger.
Good enough parenting = ‘ouders zijn zich bewust van hun eigen beperkingen en weten dat ze geen
volmaakte/perfecte opvoeders zijn.’ Dit is ook niet nodig, goed genoeg is voldoende en houdt in dat
een kind kan uitgroeien tot een evenwichtige persoonlijkheid, die opgewassen is tegen de problemen
in het leven.
Professionalisering van de gewone opvoeding = er zijn meer en meer professionals actief in de
opvoeding.
‘waar vroeger de volwassenen rondom deze jongeren hen aanspraken, hen corrigeerden of
bijstuurden in situaties van lastig of onacceptabel gedrag, stel ik vast dat de volwassene dat
vandaag nauwelijks nog rechtstreeks durft te doen en schuift hij deze verantwoordelijkheid
af op de zogenaamde ‘professionele’ instanties.
Pedagogische civil society = het netwerk waarbinnen een kind opgroeit. Het netwerk bestaat uit de
ouders, maar ook uit familie, buurtbewoners, leerkrachten, trainers van een sportclub en andere
volwassenen. In dat netwerk ervaren kinderen dat ze onderdeel zijn van een groep, dat ze worden
gezien en dat ze ergens terechtkunnen.
! ouders willen het graag goed doen. Ze willen graag dat hun kind gelukkig wordt en soms proberen
ze dat té hard. Psychologen spreken van een logische paradox.
Deze logische paradox luidt als volgt: ‘net omdat we onze kinderen verhinderen om ongelukkig te
zijn, verhinderen we ze om later gelukkig te worden.’
Als ouders doen we er alles aan om ons kind te behoeden voor ieder gevoel van frustratie,
angst of ontgoocheling. Met als enig resultaat dat ze helemaal ten onder gaan of crashen
wanneer deze frustraties hen wel overkomen in het volwassen leven.
Fopspeengeneratie = ouders zijn vaak té sterk betrokken op hun kind(eren) en geven hierdoor vaak
te weinig vrijheid en broodnodige experimenteerruimte aan hun kroost.
Klittenbandouders = kinderen die te veel betutteld worden en ouders die als een klittenband aan hun
kinderen hangen.
Boemerangkinderen = wanneer kinderen groter worden en gaan studeren, keren ze vaak na hun
studies terug naar ‘hotel mama’. Ze trekken weer bij vader en moeder in. De veilige haven biedt
onderdak, eten en gezelligheid. (kan ook door een scheiding, of door financiële problemen)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoevanendert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.