100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting pedagogie vaardigheden $6.95
Add to cart

Summary

samenvatting pedagogie vaardigheden

 13 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting van pedagogie vaardigheden

Preview 4 out of 32  pages

  • July 2, 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Pedagogie vaardigheden
Hfdstk 1: Waarnemen en interpreteren
Waarnemen = het proces van het verwerven, registreren, interpreteren, selecteren en ordenen
van zintuiglijke informatie. Door middel van onze zintuigen kunnen we kennis nemen van
bepaalde personen, voorwerpen, onderwerpen, gebeurtenissen of situaties.

Interpreteren = een interpretatie is een persoonlijke duiding van een waarneming. (gebaseerd
op eerste indruk)

Bv: wanneer je met iemand in contact komt, is het onvermijdelijk dat je je een eerste indruk vande
ander vormt, hij lijkt je bijvoorbeeld aardig of onzeker, … (op basis van zijn gedrag)

je zou een ontmoeting met iemand als volgt kunnen weergeven:
- kenmerken en gedrag van de ander
- jouw waarneming van die kenmerken of van dat gedrag
- jouw interpretatie van je waarnemingen
- jouw reactie
- de waarneming van jou en jouw reactie door de ander
- de interpretatie van de ander van zijn waarnemingen
- de reactie van de ander
- jouw waarneming

Verschil tussen waarnemen & interpreteren
Waarnemen
We gebruiken onze zintuigen om dingen waar te nemen. Geluid nemen we waar met onze oren.
Geuren ruiken we met onze neus. Texturen voelen we met onze huid. We zien dingen met onze
ogen en we proeven met onze tong. Zodra we iets waarnemen, gaan onze hersenen direct
ermee aan de slag. Ze gaan er een betekenis aan toevoegen.
Interpreteren
Op het moment dat we een betekenis gaan toevoegen aan een waarneming, is het een
interpretatie. Een geur kan lekker zijn, maar ook vies. Dit is per persoon verschillend. De één
vindt de geur van spruitjes lekker, omdat hij er een prettige herinnering aan heeft. Terwijl een
ander de geur niet kan uitstaan, omdat hij er vroeger een keer flink ziek van geworden is.
Communicatieproces




1

,Factoren die het proces van waarnemen en interpreteren
beïnvloeden
1. factoren die in de situatie zelf zijn gelegen:

- de plaats waar gecommuniceerd wordt (bv veel lawaai)

- aanwezigheid van derden (anderen die kunnen meeluisteren)

- tijdsdruk

- pregnantie:

 Verandering/beweging (als je naar een groep mensen kijkt, waarvan er maar 1 beweegt, zal
deze ene de aandacht naar zich toe trekken.
 Afwijking (als in een groep 1 van de deelnemers eruit springt door bv kleding zal dit meteen
opvallen)
 Herhaling
 Intensiteit (bv stemverheffing)

2. factoren aan de kant van de zender:

- de zender wil informatie achterhouden

- de zender weet niet precies wat hij wil/moet zeggen

- de zender is erg met zichzelf bezig (bv erg gespannen voor een test)

- de zender spreekt een andere taal

- pregnantie door de zender (door bv stemgebruik, herhaling kan hij de waarneming van de
ontvanger sturen en dus ook misleiden)

- het non-verbale is niet in overeenstemming met het verbale (bv als iemand glimlachend tegen je
zegt dat hij woedend is)

3. factoren aan de kant van de ontvanger

- kennis en ervaring (we nemen bij voorkeur informatie waar die ons bekend voorkomt of waar we al
eerder ervaring mee hebben opgedaan)

- gevoelens (wanneer je je in een situatie op je gemak voelt, zullen je andere (en meer) dingen
opvallen dan wanneer je gespannen of onzeker bent)

- aandacht (als je honger hebt zullen eetstandjes je eerder opvallen)

- opvattingen, normen, waarden en cultuur (we nemen gemakkelijker informatie op als deze binnen
ons referentiekader past. Ook informatie waarmee je het eens bent kan je beter onthouden.)

-motivatie (als een bepaald onderwerp je interesseert zul je gemotiveerd luisteren en veel opnemen)

- humeur (je emotionele toestand heeft invloed op de wijze waarop je waarneemt en interpreteert)

- lichamelijke gesteldheid (slecht gehoor, slecht zicht, vermoeidheid, dronkenschap)

- afweermechanismen (soms kan informatie ons zodanig raken dat we er maar liever even doof voor
zijn)



2

,Interpretatiefouten
 Acceptatie van onvolledige informatie
 Te snel begrijpen en reageren (als je niet de tijd neemt om eerst de hele situatie in beeld te
brengen, maar reageert op het eerste het beste wat je hoort of ziet)
 Generaliseren (we komen vaak snel tot een algemeen oordeel, wanneer iemand bv te laat is
en die was dat de vorige keer ook dan zeggen we al snel ‘die is ALTIJD te laat’)
 Vooroordelen (bv: ambtenaren zijn lui, buitenlanders moet je in de gaten houden)
 Stereotyperingen (dat is typisch een nerd, met zn brilletje)
 Halo-effect (iemand die merkkleding draagt, zal wel veel geld hebben)
 Identificatie (wanneer je iemand leuk vind, zie je gemakkelijker de minder leuke dingen door
de vingers)
 Projectie (wanneer je je eigen (onbewuste) gevoelens (bijvoorbeeld: agressie) toeschrijft aan
de ander, ‘jij bent agressief’, ‘ik niet’)
 Persoonlijke norm (we hebben de neiging om het gedrag van anderen af te meten aan de
manier waarop we zelf iets zouden doen : we nemen dan ons eigen gedrag als norm)
 Kunnen tegelijkertijd optreden

Hfdstk 2: non-verbaal gedrag
Met je non-verbale gedrag-houding, mimiek en gebarentaal, zend je dus evengoed boodschappen uit
als met het gesproken woord.

! als je wilt weten wat er echt in iemand omgaat, kun je dat vaak beter uit zijn non-verbale gedrag
opmaken dan uit wat hij zegt. In je non-verbale gedrag ben je meestal eerlijker dan in je verbale
gedrag.

Het belang van non-verbaal gedrag
Geschat wordt dat in een gesprek 30 tot 35 % van de boodschap verbaal, dus via woorden, wordt
overgebracht en 65 tot 70 % via non-verbale kanalen.

Een troostend gebaar, bijvoorbeeld een hand op iemands arm leggen of iemand knuffelen kan
veelzeggender zijn dan welke woorden ook.

Non-verbale signalen blijken een vijfmaal sterkere werking te hebben dan de verbale inhoud van een
boodschap. Wanneer verbaal en non-verbaal gedrag met elkaar in tegenspraak zijn, wint het non-
verbale en dus op bedacht en wordt het verbale grotendeels genegeerd.

Functies van non-verbaal gedrag
 Aanwijzingen geven omtrent eigenschappen, attitudes en identiteit
Wie iemand is, kun je niet zozeer uit zijn woorden maar eerder uit zijn non-verbale gedrag op
maken. Status, leeftijd, sekse lees je af aan uiterlijk, kleding, … of iemand autoritair,
zelfverzekerd, onderdanig of onzeker is komt tot uiting in zijn lichaamshouding, gebaren en
mimiek.
 Ondersteunen en reguleren van de verbale communicatie
door non-verbale signalen als knikken, gebaren, oogcontact, lichaamshouding en mimiek
 Vervangen van verbale communicatie
Het is niet altijd mogelijk om verbaal met elkaar te communiceren (omgevingslawaai, dove
partner, in een land waarvan je de taal niet beheerst)



 Reguleren van onderlinge verhoudingen

3

, Mensen kunnen elkaar op een subtiele wijze laten merken welk gedrag is toegestaan en welk
niet.
 Het non-verbale gedrag is op zichzelf duidelijk
Bv niet met iemand eens  hoofdschudden
Bv wel met iemand eens  duim omhoog
 Het non-verbale gedrag ondersteunt het verbale
Bv: ‘wat een leuke verassing’ gaat gepaard met een hand voor de mond. Een triest verhaal
wordt onderstreept met afhangende schouders of een sombere blik.
Op die manier wordt het gesproken woord versterkt door bijpassend non-verbaal gedrag
 Het non-verbale gedrag is in tegenspraak met het verbale
Wanneer je bij iemand een tegenstelling constateert tussen wat hij zegt en wat hij non-
verbaal uitstraalt, kun je daardoor in verwarring worden gebracht. Je hoort bv geen
enthousiast verhaal te vertellen met een sombere blik.

Aspecten van non-verbaal gedrag
 De manier waarop iemand spreekt:
- Articulatie (goed, overdreven)
- Spreekritme (rustpunten)
- Stopwoordjes (euh, hé)
- Volume
- Timbre (prettige of harde stem)
- Taalgebruik (dialect, ABN)
- Woordenschat
- …
 Al deze aspecten worden ook wel de ‘spreektaal’ genoemd
 Uiterlijk
- Lichamelijke kenmerken:
 Postuur
 Haren
 Gezichtskenmerken
 …
- Lichamelijke verzorging:
 Gebruik van make-up
 Nagels (schoon,vuil,lang,kort)
 Kleding
 …
 Lichaamshouding en motoriek
Iedereen ontwikkelt in de loop van de tijd eigen karakteristieke kenmerken:
 Lopen: rechtop lopen of licht gebogen
 Zitten: op het puntje van de stoel of rustig achterover
 Veel of weinig bewegen
 …




 Gebaren

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoevanendert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added