Samenvatting recht
Hoofdstuk 1: het recht en zijn bronnen
Waarom is recht nodig?
Recht is nodig om te kunnen samenleven, stel nu dat er geen regels zouden zijn (bv de voorrang van
rechts, niet door rood licht rijden, niet zo maar op straat een gevecht beginnen) dan zou samenleven
heel moeilijk worden dus dankzij recht kunnen we goed samenleven, dus vandaar het zinnetje:
‘geen gemeenschap zonder recht, maar ook geen recht zonder gemeenschap.’
= ze beïnvloeden elkaar, recht zorgt voor een goede gemeenschap en gemeenschap zorgt ook dat het
recht zich evolueert.
Het begrip recht
Om van recht te kunnen spreken moeten er 3 belangrijke elementen aanwezig zijn:
1. gedragsregelen = regels waaraan we ons moeten houden, bv: voor een rood licht moeten we
stoppen. (regels die ons gedrag gaan bepalen)
2. afdwingbaar = als we ons niet aan de gedragsregels houden moeten we daar de gevolgen van
dragen, bv: een boete voor door het rood licht rijden.
3. via staatsapparaat = de politie enerzijds en de rechtbanken anderzijds, bv we rijden door het
roodlicht dan kan de politie ons een boete geven, bv we gaan op straat een gevecht beginnen dan
kunnen we voor opzettelijke slagen en verwondingen voor de correctionele rechtbank verschijnen.
Samengevat: het recht bestaat uit gedragsregels die afdwingbaar zijn, die nageleefd moeten worden.
Doet men dit niet, dan loopt men het risico te worden gesanctioneerd (gevangenisstraf, boete,…).
Ontstaat recht zomaar op zichzelf?
Nee, recht word altijd beïnvloed door andere elementen, andere wetenschappen.
Het verschil tussen een rechtsregel en andere
gedragsregel
Een rechtsregel is afdwingbaar via het staatsapparaat. Een rechtsregel ontleent zijn gezag aan de
overheid. Bij niet-naleving ervan kan het staatsapparaat in werking treden (politie of rechtbanken)
om de naleving af te dwingen.
! Aan de rechtsregel kan je niet ontsnappen, hij is voor iedereen van toepassing.
Publiek recht = voor een hele grote groep dus rechtsregels die vallen onder het publiekrecht wil
zeggen dat die van toepassing zijn op een heel grote groep
Privaat recht = kleine groepen, bv tussen twee mensen, rechtsregels die voor hen gelden
Nationaal recht = rechtsregels die gelden binnen de staatsgrenzen, voor ons is dit België
Internationaal recht = rechtsregels die gelden over de grenzen heen, tussen verschillende staten.
Men kan deze beide opdelingen in combinatie brengen
met elkaar zodat men 4 groepen verkrijgt:
1. nationaal publiek (nationaal: het gene geldt in België, publiek: voor een grote groep)
Voorbeeld: het strafrecht: hof van assisen
2. internationaal publiek (publiek: volken, internationaal: volken van over de grenzen heen)
Voorbeeld: het volkenrecht
3. nationaal privaat (nationaal: het gene geldt in België, privaat: tussen een kleine groep)
Voorbeeld: het huwelijk binnen het burgerlijk recht, we huwen bv in Hasselt, België dus nationaal,
met onze partner, tussen 2 personen dus privaat.
4. internationaal privaat (internationaal: in Nederland, Belg, Duitser, privaat: tussen 2 personen)
Voorbeeld: stel er doet er zich een situatie voor waar een Belg een ongeluk veroorzaakt met de
wagen in Nederland en de tegenpartij is een Duitser, dan is de vraag gaan we het Belgisch recht
toepassen omdat de veroorzaker een Belg is , gaan we naar de Nederlandse wetgeving kijken omdat
het in Nederland gebeurt is of gaan we naar de Duitse wetgeving kijken omdat de tegenpartij een
Duitser is. In het internationaal privaat recht gaan we dus niet direct de oplossing vinden maar in het
internationaal privaat recht gaan we enkel doorverwijzen naar die nationale wetgeving die we gaan
moeten toepassen. Dus bv word er gezegd in deze situatie: de Belg in Nederland die botst met de
Duitser, is bv de Nederlandse wetgeving van toepassing, moeten we de Nederlandse wetgeving gaan
bekijken en moeten we daar opzoek gaan naar de oplossing in dit conflict.
Bijzondere gevallen
Bv het collectief arbeidsrecht, er staan regels in die voor een hele grote groep gelden maar er gaan
ook regels in staan die privaat gelden.
2
,Bronnen van het recht
Er kunnen drie hiërarchieën onderscheiden worden (bovenaan is belangrijkste):
1) internationale rechtsbronnen, Belgische federale wetgeving, gewoonterecht, rechtspraak en
rechtsleer
2) de grondwet, de wet, het koninklijk besluit, het ministerieel besluit
Over de grenzen heen, nu kunnen we ons de vraag stellen waarom moeten wij die internationale
rechtsbronnen in België naleven? Dit kan 2 verschillende oorzaken hebben:
1. België kan een verdrag sluiten met 1 of meerdere andere staten, de regels die dan opgemaakt
worden moeten dan ook in België nageleefd worden. (bv: België heeft bv met Nederland een verdrag
gesloten omtrent drug, dus de regels die dan tussen beide staten zijn opgemaakt moeten ook in
België nageleefd worden)
2. België word lid van een internationale organisatie, België is bv lid van de verenigde naties van de
raad van Europa, als daar dus regels worden opgemaakt in de vorm van een verdrag omdat België lid
is van die organisatie gaat België zich er ook toe verbinden om die regels dus in België ook van
toepassing te maken. (bv als jij lid word van een jeugdbeweging, moet jij je ook aan bepaalde regels
houden)
De Belgische wetgeving:
1. federale wetgeving
Federale wetgeving is wetgeving die voor IEDEREEN in België geld, wat vinden we allemaal terug
onder federale wetgeving?
- de grondwet (bv: ‘iedereen gelijk voor de wet’)
- de wetten (bv: abortuswetgeving, echtscheidingswetgeving,…)
Onder de wetten vinden we:
-de koninklijke besluiten: verduidelijkt een wet
-de ministeriele besluiten: verduidelijkt een koninklijk besluit
2. regionale wetgeving
Regionale wetgeving is wetgeving die van toepassing is in bepaalde regio’s, wat vinden we allemaal
terug onder federale wetgeving?
- Decreten/ordonnanties (een rechtsbron die gemaakt word in de gemeenschappen en
gewesten)
- Besluit van Gewest- of Gemeenschapsregering (verduidelijken decreten/ordonnanties)
- Provinciale regelementen/besluiten (rechtsregels die opgemaakt worden per provincie, enkel
de mensen woonachtig in die provincie die regels moeten naleven))
- Gemeentelijke regelementen/besluiten (rechtsregels per gemeente, enkel de mensen van
die gemeente moeten die regels naleven)
3
, Gewoonterecht
= regels die algemeen bekend zijn, deze regels gaan we niet op papier terugvinden.
Rechtspraak en rechtsleer
Rechtspraak = alle uitspraken die rechters doen, als een rechter een uitspraak doet dan zal hij
altijd meedelen waarom hij bv een bepaalde geldboete oplegt. De rechter zal altijd een rede
moeten geven.
Rechtsleer = boeken over de nieuwe abortuswetgeving, boeken over echtscheidingswetgeving
de internationale rechtsbronnen (1) staat boven de Belgische wetgeving(2), het gewoonterecht(3)
staat onder de Belgische wetgeving en de rechtspraak en rechtsleer(4) staat onder het
gewoonterecht.
Als er bv een tegenstrijdigheid is tussen de rechtspraak & rechtsleer en de Belgische wetgeving,
dan telt de Belgische wetgeving want deze staat hoger in de hiërarchie.
Hoofdstuk 2: het Belgisch politieke landschap
De Belgische politieke, administratieve en gerechtelijke structuren werden opgebouwd in de
negentiende eeuw. Gedurende deze eeuw gold de liberale democratie als het ideale politiek model.
De grondbegrippen in dit model zijn : rechtstaat, democratie, scheiding der machten en centralisme.
Rechtstaat = De voornaamste taak van de overheid bestond erin de persoonlijke rechten van alle
burgers te beschermen
Democratie = Het verlenen van een stem aan alle burgers, van een participatie in het staatsbestuur.
Scheiding der machten = De wetgever maakte een drieledig onderscheid in de overheidsfuncties nl.:
de wetgevende functie, de uitvoerende functie en de rechterlijke functie.
Centralisme = In de grondwet in België werd een compromis tot stand gebracht met enerzijds een
sterk centraal gezag en anderzijds een ruime autonomie voor de gemeentelijke instellingen.
België NU:
Geen rechtstaat meer maar een wetstaat
In plaats van democratie, particratie
Scheiding der machten is gebleven
Centralisme is regionalisering geworden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zoevanendert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.