100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Maatschappijleer samenvatting Pluriforme samenleving (Hoofdstuk 4) paragraaf 1,2,4 en Verzorgingsstaat (Hoofdstuk 5) paragraaf 1,3,4 $6.99   Add to cart

Summary

Maatschappijleer samenvatting Pluriforme samenleving (Hoofdstuk 4) paragraaf 1,2,4 en Verzorgingsstaat (Hoofdstuk 5) paragraaf 1,3,4

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van de Pluriforme samenleving en de verzorgingsstaat. Een super samenvatting waarin duidelijk alle belangrijke begrippen langskomen met een goede uitleg. Let Op! Niet alle paragraven zijn samengevat. Alleen paragraaf 1,2,4 van Hoofdstuk 4 (Pluriforme samenleving) en paragraaf 1,3,4 van...

[Show more]

Preview 2 out of 6  pages

  • July 3, 2022
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
MAATSCHAPPIJLEER Hoofdstuk 4 paragraaf 1,2,3 - Hoofdstuk 5 paragraaf 1,3,4
Pluriforme samenleving
.1 Een pluriforme samenleving, een land waarin mensen naast elkaar leven met uiteenlopende
godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van verdraagzaamheid heerst.
Wanneer mensen veel en langdurig met elkaar te maken hebben, ontwikkelen ze een eigen
cultuur. Onder cultuur verstaan we alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen
een groep op samenleving met elkaar delen. De overheersende cultuur in een land of
samenleving noemen we de dominante cultuur: alle waarden, normen en gewoonten die de
meerderheid van de bevolking met elkaar deelt. Naast de dominante cultuur bestaan er talloze
kleinere subculturen. We spreken van een subcultuur wanneer binnen een groep sommige
waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur. Een
subcultuur hoeft niet strijdig te zijn met de dominante cultuur. Dat is wel zo bij een
tegencultuur. Hiermee worden groepen aangeduid die zich verzetten tegen (delen van) de
dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen. Leven in een pluriforme
samenleving betekent dat je om je heen een grote culturele diversiteit ziet, dat wil zeggen dat
er veel verschillenden subculturen en levensstijlen bestaan. Die culturele verschillen hebben
met de volgende factoren te maken.
● Stad en platteland - In de stad zijn mensen gewend aan drukte en anonimiteit, terwijl
er in dorpen juist veel onderlinge betrokkenheid en sociale cohesie bestaat.
● Jong en oud - Soms leiden generatieverschillen tot een generatieconflict, wanneer
ouders en kinderen tegenover elkaar staan en elkaars visie en leefstijl totaal niet
begrijpen.
● Beroep en maatschappelijke positie - Als je ergens werkt moet je je aanpassen aan de
bedrijfscultuur: alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden. Niet
iedereen verdient evenveel geld: de een heeft een hoger salaris dan de ander. Door
deze ongelijkheid gedragen mensen zich ook anders. Je maatschappelijke positie en je
inkomen hebben invloed op je leefstijl. Ze bepalen in wat voor wijk je woont, van
welke clubs je lid bent, waar je je kleren koopt en met welk accent je praat.
● Mannen en vrouwen - Hoe mannen en vrouwen zich gedragen, wordt sterk bepaald
door de cultuur. Dit heeft niet alleen te maken met de persoonlijke keuzes maar ook
met rolpatronen: algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich moet
gedragen. Mede door de emancipatiebeweging zijn rolpatronen van mannen en
vrouwen flink veranderd.
● Etniciteit - In de jaren 70 werden de termen ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ genoemd.
Autochtoon is iedereen die in Nederland is geboren en van wie de (groot)ouders ook
hier zijn geboren en opgegroeid. Allochtoon is iemand die zelf, of ten minste een van
de ouders in het buitenland is geboren.
● Godsdienst.
Cultuur is dynamisch en verschilt in de loop van de tijd, maar ook per plaats en per groep.
Wat normaal en abnormaal is, kan per generatie en per land verschillen.

.2 Socialiserende instituties zijn groepen, organisaties en collectieve gedragspatronen die
specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen. De manier waarop cultuur wordt
overgedragen zijn gebaseerd op imitatie, informatie en sociale controle.

, ● Imitatie - Vooral bij kinderen. Naarmate kinderen ouder worden krijgt informatie een
grotere rol in het socialisatieproces.
● Informatie - Kennisoverdracht. Gebeurt meestal op school, werk of via de media.
● Sociale controle - De manieren waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich
aan de geldende normen te houden.
Uiteindelijk leidt socialisatie tot internalisatie. Daarmee bedoelen we dat mensen zich
waarden, normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun
omgeving van hen verwacht. Door socialisatie ontwikkelt ieder mens een persoonlijke en een
sociale identiteit. Met persoonlijke identiteit bedoelen we alle aangeleerde kenmerken die bij
jouw persoonlijkheid horen, zoals de muziek waar je van houdt, of de kleding die je draagt.
Je sociale identiteit bestaat uit de groepen en culturen waarmee je je verbonden voelt.
Groepen kunnen een wij-zij-gevoel ontwikkelen. Dan is er niet alleen onderlinge
saamhorigheid, maar de groep gaat zich ook afzetten tegen andere groepen. In andere
culturen staat het collectief vaak boven het individu. Dit betekent dat mensen vanaf hun
geboorte als horen bij een hechte en sterke groep.

.4 Immigratie in een belangrijke reden voor het bestaan van cultuurverschillen binnen onze
samenleving. Het verhuizen naar een ander land, migreren, doe je niet zomaar. Hoe komen
mensen ertoe dit te doen? Je hebt drie soorten motieven:
● Economische motieven - verlaten het land vanwege werk of armoede.
● Sociale motieven - voor familie, trouwen of een gezin.
● Politieke motieven - vanwege een politieke situatie, bijvoorbeeld oorlog, hun
geaardheid, geloof of mening.
Je hebt vier belangrijke migratiestromen na de Tweede Wereldoorlog en de manier waarop
Nederland ze heeft opgevangen:
● Migratie uit vroegere koloniën - Nederland heeft een lange tijd koloniën gehad:
Nederlands-Indië (nu Indonesië), Suriname en de Antillen.
● Arbeidsmigratie - Je hebt vier groepen arbeidsmigranten
- Gastarbeiders. Op uitnodiging van bedrijven en de overheid kwamen er eerst Italianen
en Spanjaarden, later vooral Turken en Marokkanen. Zij werden gastarbeiders
genoemd omdat iedereen, ook zijzelf, ervan uitging dat ze hier niet voorgoed zouden
blijven.
- Arbeidsmigranten binnen de Europese Unie. Inwoners van de EU-lidstaten mogen
zich in de hele EU vestigen en er werken.
- Kennismigranten van buiten de Europese Unie. Mensen buiten de EU brengen kennis
mee waar hier grote behoefte aan is. Zij krijgen hier in de meeste gevallen een
bedrijfsvergunning.
- Illegalen van buiten Europa. Mensen die geen wettige toestemming hebben om hier te
wonen en te werken.
● Vluchtelingen - Mensen die hun land onder druk van oorlog en geweld verlaten. Zij
emigreren vaak vanuit politieke motieven.
● Volgmigratie - Bij alle genoemde migrantengroepen zie je zogenoemde
‘volgmigratie’, die een gevolg is van eerder migratie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diqrahb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.99
  • (0)
  Add to cart