Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
KA’S die hierbij horen
1. Het streven van vorsten naar absolute macht
2. De wetenschappelijke revolutie
3. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
4. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijke bestuur op
eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven.
De wetenschappelijke revolutie ontwikkelde zich rond 1600 dit hing samen met andere
historische ontwikkelingen:
1. Confrontatie met de nieuwe wereld voor Europese ontdekkingsreizigers, oude
wereldbeeld leek niet te kloppen, nieuw perspectief van de wereld.
2. Nieuwe interesse voor de literatuur en geschiedenis van de Griekse en Romeinse
oudheid, humanisme. Humanisten hadden kritische blik naar oude teksten.
3. Er ontstond debat over vergaren van kennis. Rationalisme van Descartes kwam en
John Locke kwam met het empirisme.
4. Er was sprake van kruisbestuiving tussen ambacht en wetenschap. Wetenschappers
gebruiken ambachtelijke kennis bij het maken van onderzoeksinstrumenten en
ambachtslieden raakten geïnteresseerd in de wetenschap.
Vooruitgangsgedachtes:
- Discussies over de positie van godsdienst in de samenleving (door nieuwe
ontdekkingen kwamen er ook nieuwe ideeën over God). Verlichte denkers stellen
dat het individu zelf kan beslissen over zijn godsdienst.
- Rede en verstand moesten leidend zijn over jouw beslissingen en niet een vorst of
bestaande tradities. De rede leidde tot het idee dat iedereen gelijk was dus adel
moest verworpen worden.
- Kinderen moesten worden opgevoed tot kritische burger. Onderwijs leidde tot
beheersing van misvattingen en bijgeloof.
Verlichte denkers:
1. John Locke: macht ligt uiteindelijk bij het volk, was vastgesteld in sociaal contract. De
gemeenschap had een overeenkomst gesloten met de koning, burgers hebben
beloofd trouw te zijn aan hun vorst, in ruil bood de vorst bescherming maar mag
daar geen misbruik van maken. Bevolking had recht om vorst af te zetten,
2. Rousseau: ook sociaal contract, maar radicaler. Algemene wil -> wetten van een land
moeten zijn wat het volk wil. Regering moest wil van het volk uitvoeren. Wou een
directe democratie (iedereen mag stemmen)
3. Montesquieu: wou machtsmisbruik voorkomen en zei dat je de machten moet
scheiden. Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mayavalkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.