Het recht bestaat uit privaatrecht en publiekrecht.
Privaatrecht: vermogensrecht, rechtspersonenrecht en personen-en familierecht.
Publiekrecht: staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Het privaatrecht bestaat uit 2 delen: het materieelrecht en het formeel recht.
Materieelrecht privaatrecht: beschrijft de rechten en plichten van partijen.
Wie een probleem heeft met de rechten en plichten uit het materieel recht, vindt in het formele deel
hoe hij zijn recht moet halen.
Formeelrecht privaat recht = procesrecht: geeft regels voor het geval er problemen ontstaan over de
rechten en plichten uit het materiele deel van het privaatrecht.
Het burgerlijkprocesrecht beschrijft:
- Hoe een gerechtelijke procedure in gang moet worden gezet
- Het verloop van een gerechtelijke procedure
- De rechterlijke uitspraken na een procedure
- De tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken
- De rechtsmiddelen die tegen rechterlijke uitspraken mogelijk zijn
- Arbitrage, bindende geschillenbeslechting door niet-rechters.
Rechtsbronnen van het burgerlijk procesrecht:
- De grondwet : art. 107 regelt dat het procesrecht bij wet moet worden geregeld
- Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering ( RV):
- Wet op de rechterlijke organisatie (wet RO): regelt de organisatie van de rechterlijke macht
en de bevoegdheid van de verschillende rechterlijke colleges, zoals de rechtbank, het
gerechtshof en de Hoge Raad
- Andere wetten: bijv de advocatenwet, wet op het notarisambt, de gerechtsdeurwaarderswet,
de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet tarieven in burgerlijke zaken, de Wet op de
rechtsbijstand en de Algemene termijnenwet.
- Internationale verdragen: hebben steeds meer invloed op ons nationale recht; EVRM,
belangrijke regels voor een eerlijk proces en EEX-verordening zorgt ervoor dat rechterlijke
uitspraken die in een EU land worden gedaan, ook in andere landen worden erkend en ten
uitvoer kunnen worden gelegd.
1
,Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering:
- Belangrijkste wetboek op gebied van procesrecht ( privaat)
- Beschrijving van verschillende juridische procedures
- Opgedeeld in 4 delen ( boeken);
Boek 1: standaardprocedures bij de rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad
Boek 2: tenuitvoerlegging; de manier waarop rechterlijke uitspraken worden uitgevoerd
Boek 3: bijzondere procedures; bijv erfenissen, echtscheidingen, verkeer en vervoer
Boek 4: arbitrage: het geven van een bindend oordeel in geval van een meningsverschil
tussen partijen door een “scheidsman” die geen rechter is.
( de nummering van de wetsartikelen in het Rv lopen gewoon door)
Grondregels van het procesrecht ( beschreven in het EVRM, de Grondwet en het RV):
- Hoor en wederhoor: de rechter doet geen uitspraak voordat hij beide partijen in de
gelegenheid heeft gesteld om hun zienswijze op de zaak te geven.
- Openbaarheid: iedereen heeft in principe toegang tot de rechtszaak en iedereen mag
aanwezig zijn bij het voorlezen van de uitspraak.
- Motivering: een rechterlijke uitspraak moet de gronden bevatten waarop zij rust. Uitleggen
hoe de rechter tot zijn beslissing is gekomen.
- Hoger beroep en cassatie: het is in bijna alle gevallen mogelijk om de rechterlijke uitspraak
aan een “hogere” rechter voor te leggen.
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter: de rechter moet onafhankelijk staan ten opzichte
van de regering en het parlement. De rechter moet vrij en onafhankelijk staan ten opzichte
van de procespartijen ( is er een vermoeden van onpartijdigheid, dan kan de rechter
gewraakt worden en wordt er een andere rechter aangewezen). De rechter kan zichzelf ook
verschonen wanneer hij meent niet onpartijdig tegenover een zaak te staan, bijvoorbeeld als
een procespartij vrienden of familie is, of als nevenfunctie schijn van partijdigheid in een
bepaalde zaak kan wekken (ook dan wordt er een andere rechter aangewezen).
- Uitspraak binnen een redelijke termijn: de landelijke Rolreglementen voor de rechtbanken
en voor kantonzaken, waarin de regels staan voor de procesvoering, noemen een
standaardtermijn van 6 weken.
*niet alle rechtszaken zijn openbaar. In het personen- en familierecht worden de zaken als regel
behandeld achter gesloten deuren ( familiezaken, zoals echtscheidingszaken, zaken over gezag en
omgang en kinderbeschermingsmaatregelen, worden in de regel niet openbaar behandeld vanwege
het zeer privacygevoelige karakter van deze zaken, de rechterlijke uitspraak is altijd openbaar, ook
als de zitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden)
*rechters volgen de uitspraken van de Hoge Raad. Als er eenmaal een bepaalde uitspraak is gedaan
door de Hoge Raad, zullen de lagere rechters hun uitspraken daar meestal op afstemmen. Een
andere uitspraak doen heeft dan niet veel zin, de kans is dan groot dan het vonnis in Cassatie wordt
vernietigd door de Hoge Raad.
2
,Specifieke kenmerken van (enkel!) Burgerlijk recht:
- Lijdelijkheid van de rechter: de procespartijen bepalen zelf óf er wordt geprocedeerd en
over welke onderwerpen de rechtszaak gaat. Procespartijen hebben het recht om de
rechtszaak tijdens het proces te stoppen. De rechter is passief wat betreft de inhoud van de
rechtszaak ( lijdelijkheid van de rechter). Betekent bijvoorbeeld dat hij feiten voor ‘waar’ mag
aannemen wanneer deze door de tegenpartij niet worden weersproken. Ook mag hij in zijn
uitspraak niet meer toewijzen dan door de wederpartij is geëist.
- Rechter niet lijdelijk bij bewaken voorgang: bij het bewaken van de voortgang van de
rechtszaak heeft de rechter geen passieve maar actieve rol. Hij moet ervoor zorgen dat de
procedure niet onnodig ( door een van de procespartijen) wordt vertraagd.
- Verplichte procesvertegenwoordiging: procespartijen kunnen hun rechtszaak niet zelf
voeren. Zij moeten daarvoor een advocaat inschakelen. Deze advocaat is hun
procesvertegenwoordiger. Hij dient stukken in, vraagt om uitstel en voert zo nodig ook het
woord tijdens een zitting
*verplichte procesvertegenwoordiging geldt niet voor kantonzaken
H2. De bevoegdheid van de rechter
Absolute en relatieve competentie ( bevoegdheid).
Een college is bevoegd als het college op basis van de wettelijke regels een zaak mag behandelen en
daar een uitspraak over mag doen.
De wettelijke regels over de absolute competentie beschrijven welk type gerecht bevoegd is om de
zaak te behandelen. Er zijn 3 type gerechten in Nederland:
1. De rechtbank
2. Het gerechtshof
3. De Hoge Raad.
De regels over absolute competentie zijn te vinden in de Wet RO en gedeeltelijk ook in het Rv.
Nederland kent 11 rechtbanken en 4 gerechtshoven.
Relatieve competentie beschrijft bij welke van die 11 rechtbanken of 4 gerechtshoven de zaak zal
worden behandeld.
De wettelijke regels over de relatieve competentie zijn te vinden in het Rv, vanaf art. 99.
Rechterlijke indeling = geregeld in de Wet op de rechterlijke indeling.
11 rechtbanken
4 gerechtshoven
1 Hoge Raad
32 zittingsplaatsen in totaal
Het werkgebied van een rechtbank = arrondissement
Werkgebied van een gerechtshof = ressort
3
, Iedere rechtbank en ieder gerechtshof heeft zijn eigen bestuur ( art. 6 Wet RO). Het bestuur stelt in
het bestuursreglement de indeling van de ‘kamers’= verschillende afdelingen van het gerecht vast
( art. 20 RO). Handelskamer voor handelszaken, familiekamer voor echtscheidingen en zaken over
ouderlijk gezag, en een kamer voor kantonzaken. Het bestuur stelt tevens vast of het hof stelt
daarnaast in een zogeheten zaaksverdelingsreglement vast welk type zaken in iedere zittingsplaats
wordt behandeld.
Absolute competentie: alle burgerlijke zaken gaan in eerste aanleg naar een van de 11 rechtbanken
in ons land ( art. 42 Wet RO).
Kantonzaken ( volgens art. 93 Rv):
Zaken betreffende vorderingen met een waarde van ten hoogste €25.000,-.
Alle aardzaken, ongeacht de waarde van de vordering:
- Een arbeidsovereenkomst.
- Een collectieve arbeidsovereenkomst
- Een agentuurovereenkomst
- Een huurovereenkomst
- Een huurkoopovereenkomst
- Een consumentenkoopovereenkomst
- Een consumentenkredietovereenkomst met een kredietsom van ten hoogste €40.000,-.
Voor het bepalen van de absolute competentie in waarde zaken wordt alleen gekeken naar de
hoogte van de waarde van de vordering. Eventuele nevenvorderingen in verband met de
proceskosten, renten vanaf de dag van de dagvaarding, of dwangsommen tellen niet mee voor de
competentiegrens (art. 93 Rv). Behalve wanneer deze direct wordt meegenomen in de eis in de
dagvaarding.
Alle zaken in het privaatrecht die geen kantonzaak zijn, gaan naar een van de andere civiele kamers
van de rechtbank ( bijv jeugd- en familiezaken, handelszaken, insolventiezaken).
Komt een rechter tot de conclusie dat een zaak, vanwege de regels van de absolute competentie door
een andere rechter niet worden behandeld, dan verwijst hij de zaak door naar de rechter die wel
bevoegd is ( art. 71 en 73 Rv).
Gerechtshof: doen vooral zaken in hoger beroep. Tegen uitspraken van de kantonrechter met een
waarde van minstens €1.750,-, én tegen uitspraken van de overige sectoren van de rechtbank, kan
hoger beroep worden ingesteld. De termijn voor het instellen van HB is, behoudens uitzonderingen,
3 maanden vanaf de dag van de uitspraak van het vonnis ( art. 339 Rv).
Hoge Raad: heeft als belangrijkste taak de rechtspraak in cassatie. Het gaat dan om een juridische
beoordeling van een uitspraak van een lagere rechter, als de Hoge raad meent dat een aan hem
voorgelegde uitspraak van een lagere rechter getuigt van een onjuiste rechtsopvatting of van verzuim
van vormen, casseert ( vernietigt/breekt) het hoogste college deze uitspraak.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller savi1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.