Wat een chronische aandoening is (definitie) en het verschil tussen een langlopende – en
levensbedreigende chronische aandoening
Welke modellen gehanteerd worden als er blijvende gezondheidsproblemen blijken te zijn
(fasemodel en taakmodel)
Welke factoren van invloed zijn op het omgaan met (coping) een crisis in iemands
gezondheid (crisistheory van Moos)
Wat het coping proces inhoudt (adaptieve opgaven en coping vaardigheden) (crisistheory
van Moos)
Chronische aandoening = langdurige ziekte die progressief is en nooit weer overgaat. Dit
komt heel veel voor.
Prevalentie
- 26% van de populatie in het westen heeft een chronische ziekte
- 33% van de populatie heeft echte problemen ( dit betekent dat ze medische hulp nodig
hebben) bij een chronische ziekte
Disease = wat is er mis in het lichaam -> objectief
Ziekte = klachten van het persoonlijk gedrag; cognitie, emotie, actief -> subjectief
Consequenties voor een chronische ziekte
- somatisch = lichamelijk
- psychologisch = cognitie, emotie, gedrag
- social = SCEBS model
chronische neurologische ziekten hebben naast deze drie nog een probleem die het met zich
meebrengt en dat is psycho- neurologische problemen, zoals aphasia, apraxia, agnosia.
- Apraxia = moeite met het begrijpen, herinneren en het niet doen van activiteiten
- Agnosia = moeite met het begrijpen van de situatie
- Aphasia =
- Aanpassingsreactie -> depressie komt vaker voor dan andere ziektes
,Reactie van mensen die een chronische aandoening gediagnosticeerd krijgen:
Niet iedereen maakt deze fases door
Een patiënt kan passief worden als hij zich bewust is van deze situaties
Task – model is een voorbeeld van een task theorie -> als je de diagnose krijgt dan ga je door een
soort crisis. De patiënt moet zich aanpassen aan veranderingen, dit heeft te maken met adaptieve
taken.
Crisistheorie (Moos) is ontworpen om het gedrag te beschrijven en te begrijpen van mensen die te
maken hebben met chronische gezondheidsproblemen.
Welke factoren beïnvloeden het proces?
- Ziekte gerelateerde factoren.
o Ervaren ziektedreiging (pijn, misvorming)
o Medisch behandelschema (pijn, bijwerkingen)
- Persoonlijke factoren en verleden
o Persoonlijkheid
o Leeftijd, geslacht, sociale klasse, religie, zelfrespect
o Mate van zelfbeschuldiging voor conditie
- Psychische en sociale maatschappelijke factoren
o Fysiek ->Ziekenhuis en thuisomgeving
o Sociaal -> Sociale steun & Steungroepen (emotionele en informatieve
ondersteuning)
Deze factoren beïnvloeden het coping proces.
Een vergelijking van persoonlijke factoren en verleden + persoonlijke factoren
- Attributie
, - Copingstijl
- Locus of control
- Demografische factoren
- Emotionele geteldheden
- Pijn en somatisatie
Coping proces tijdens crisis theory
- Hoe vatten mensen dit op?
- Cognitieve beoordeling van de ziekte: hoe zie je de ziekte
o Schade/ verlies
o Bedreiging
o Uitdaging
- Adaptieve taken, waar je je aan moet aanpassen
o Gerelateerd aan ziekte
▪ Aanpassen aan symptomen / handicap
▪ Aanpassen aan de ziekenhuisomgeving en medische procedures
▪ Ontwikkel een goede relatie met gezondheidswerkers
o Gerelateerd aan psycho-sociaal functioneren
▪ Beheers negatieve gevoelens
▪ Zorg voor een bevredigend zelfbeeld, gevoel van competentie
▪ Behoud relaties met familie en vrienden
▪ Bereid je voor op een onzekere toekomst
Coping skills/ strategie
- Hoe gaan mensen er mee om?
- Voorbeelden van coping skills zijn:
o Denying or minimizing the seriousness of the situation
o Seeking information
o Recruiting practical and emotional support
o Learning to provide one’s own medical care
o Setting concrete limited goals
o Considering possible future events
o Gaining a manageable perspective
Coping = een proces/ de manier waarop je met dingen omgaat. Deze manier kan meer emotie
georienteerd zijn of probleem georienteerd zijn.
Je hebt drie verschillende soorten coping -> passief, actief en vermijdende coping
Uitkomst van de crisis theorie
- De meeste mensen passen zich aan maar voelen zich vaak niet beter dan de mensen die
niks doen
Wat depressie is, welke symptomen bij depressie horen en welke behandelingen er zijn.
Wat de prevalentie van depressie is in het algemeen en bij patienten met een
neurologische aandoening
, Welke vragenlijsten er gebruikt kunnen worden bij het vermoeden van psychosociale
problematiek
Omdat depressie veel voorkomt onder patiënten met neurologische aandoeningen, is aandacht voor
deze problematiek noodzakelijk.
Depressie = een stemmingsstoornis; abnormale depressieve stemming die niet bij de situatie
past.
Er is sprake van één of meer episoden van depressie zonder dat de patiënt een manie heeft
gehad. tijdens een episode van depressie ervaart de betrokkenen een sombere stemming of
verliest belangstelling of plezier in alle of vrijwel alle activiteiten gedurende een periode van
minstens 2 weken.
Manie = korte periode van euforisch gevoel en daarna een dip.
Prevalentie in het algemeen:
- 5% van de bevolking
- Tweemaal zoveel vrouwen als mannen (waarschijnlijk maatschappelijke tendens)
- 20% van de vrouwen en 10% van mannen lijdt ooit aan depressie
Prevalentie bij CNA
- 40% van parkinson patiënten
- 40% van patiënten met CVA (post stroke depression)
- 50% van MS – patiënten
Depressie en CNA
- Depressie kan een reactie zijn op de ziekte
- Het is mede veroorzaakt door de ziekte
- Opvallende gewichtsafname of toename
- Slapeloosheid of juist veel slapen
- Vermoeidheid en gebrek aan energie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dinekehoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.13. You're not tied to anything after your purchase.