100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie aantekeningen Regeling en waarneming 5 VWO $3.23   Add to cart

Interview

Biologie aantekeningen Regeling en waarneming 5 VWO

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een uitgebreid document met aantekeningen over het thema Transport uit het leeropdrachtenboek Biologie voor jou VWO 5. Deze aantekeningen zijn meegeschreven met de uitleg van een docent. Dit is een uitgebreid document, waarin veel details benoemd worden en waarin in eigen woorden uitleg wordt ge...

[Show more]

Preview 3 out of 16  pages

  • July 4, 2022
  • 16
  • 2021/2022
  • Interview
  • Unknown
  • Unknown
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Regeling en waarneming
Aantekeningen
§1
Kernwoorden:
- Interne milieu
- Regelmechanismen
- Normwaarde
Temperatuur 37 graden niet constant. Als je het koud hebt, warm je jezelf op, je past jezelf aan. Transpireren. Je
schiet boven je norm uit. Dat zie je in de afbeelding. Alle waardes die we meten, die reguleren we. We proberen
op de normwaarde uit te komen, dit is geen constant getal!
Normwaarde




Negatieve terugkoppeling: je gaat het proces remmen. Inwerken tegen wat er gebeurt. Je rent  temperatuur
stijgt. Negatieve terugkoppeling laat je weer afkoelen. Tegen het proces in.
- Toename van het resultaat remt het proces.
- Afname van het resultaat stimuleert het proces.
Als je lichaam een hoge temperatuur heeft, werken de enzymen minder goed. Dit is het geval als je ziek bent. Je
hebt een infectie, die moet je gaan tegenwerken. Temperatuur lichaam omhoog, enzymen werken minder goed.
Koorts van 39 graden  veroorzaakt door: stoffen in je lichaam passen de normwaarde aan. Hierdoor wordt het
proces niet geremd zodra je temperatuur stijgt, omdat je de normwaarde nog niet bereikt hebt. Zodra de infectie
verdwijnt, verdwijnen de stoffen ook die de normwaarde bepalen. De normwaarde daalt dan weer naar 37
graden.
Hoe raak je warmte kwijt, transpireren/zweten. Transpiratievocht komt op je huid te liggen, zout.
Koud  Sluit doorbloeding van de huid af om zo min mogelijk warmte te verliezen. Onderkoelt geeft een bleke
huid. Bloed (en dus warmte) naar de belangrijkste organen gehaald, om zo min mogelijk warmte te verliezen. Je
gaat trillen/aanspannen spieren  warmte produceren (tot je ATP op is).
Wat gebruiken wij voor de regeling?
- Het endocriene stelsel of hormoonklierstelsel (langzame processen).
- Het autonome zenuwstelsel of vegetatieve zenuwstelsel (snelle, kortdurende processen).
Veel processen vinden onbewust plaats (vullen van je blaas met urine).
Als je in het zwembad onderwater je adem inhoudt, krijg je een signaal dat je weer adem moet halen. Dit signaal
komt door een te hoge CO2 concentratie. (niet O2 tekort). Je houdt langer vol door niet te bewegen  minder
dissimilatie  minder verbranding  minder CO2 toename. Negatieve terugkoppeling hier: Je verlaagt je CO2
voordat je het water in gaat, in het water verhoogt je CO2 concentratie langzaam weer.



Hormoonstelsel = langzaam, werkt met stoffen, geen vast begin- en eindpunt.
Zenuwstelsel = snel, werkt met impulsen, altijd vast beginpunt en vast eindpunt

,§2
Exo is buiten, exocliene klier.
Endo geeft hormonen af aan de bloedbaan. Moet uitkomen bij de doelwit cel en dus heel het lichaam
door, daardoor moet je wachten op effect.
Alvleesklier maakt insuline ??
Hypofyse dicht bij hersenen, koppeling tussen zenuwstelsel en hornoonstelsel. Hormonen zijn eiwitten.
De hormoonspiegel en of deze op pijl gehouden wordt is afhankelijk van hoe snel je afbreekt en
opbouwt.
Vegetatieve zenuwstelsel = onbewuste/autonome zenuwstelsel.
Peptidehormoon:
- Eiwithormoon
- Lastig/niet door het celmembraan (fosfolipiden)
- H2O oplosbaar
- Insuline
- Second messenger
- Snelle/kortdurige beïnvloeding
Steroïdhormoon:
- Vethormoon
- Wel door het celmembraan
- Vet oplosbaar
- Testosteron
- Hormoonreceptorcomplex
- Langzaam/langdurige beïnvloeding


Hydrofiel Golgiblaasje met hormonen binnenin
Hydrofoob Omringd met fosfolipiden



Hormonen door celmembraan




Golgiblaasjes brengen de hormonen naar het celmembraan. De hormonen kunnen dan toch het celmembraan
passeren. Transport van de eiwitten naar buiten, exocytose. De eiwitten zitten dan in de bloedbaan. Hormoon
komt bij receptor. Steroïdhormonen koppelen met een ander molecuul  genregulatie.
Peptidehormonen hebben een receptoreiwit nodig.

Second messenger = G-eiwit

, Hormoonreceptorcomplex




Adrenaline op receptoreiwit  in powerpoint goed omschreven, evt aantekeningen in schrift.
Signalen in hersenen kruisen elkaar. Signalen rechts komen linker hersenhelft binnen!
Pons = de brug tussen linker en rechter hersenhelft die informatie uitwisselt.
Kleine hersenen regelen beweging.
Hypothalamus:

- Maakt zelf hormonen
- Zijn zenuwcellen (die zelf hormonen maken).


Hypothalamus


Hypofyse


Voorkwab = adenohypofyse
Achterkwab
Voorkwab:
Releasinghormoon vrijgemaakt, hormonen aan de voorkwab vertellen wat er moet gebeuren. De hypofyse kan
dan hormonen vrijmaken. Releasing hormonen RH  dan het hormoon in hypofyse  hormoon gemaakt en
naar doelwitorgaan. Hormoon om aan te zetten tot hormoonproductie.
Achterkwab:
Neurohormoon opgevangen in achterkwab. Afgegeven aan bloedbaan. Hypofyse hoeft alleen door te geven. Er
hoeft geen hormoon geproduceerd te worden.
Koud  verbranding nodig. Releasing hormoon zorgt ervoor dat hypofyse het juiste hormoon maakt. Naar
doelwit  meer verbranding!
De centrale thermosensoren in hypothalamus meten de temperatuur. Te koud  neurosecretorische cellen
(geven opdracht)  TSH-RH (releasing hormoon)  hypofyse voorkwab  TSH  schildklier  thyroxine 
warmte  temperatuur stijgt  boven normwaarde  negatieve terugkoppeling.
Stress:
ACTH beïnvloedt. Hiervoor wordt dus RH gemaakt, naar bijnieren.

De hersenen, hypothalamus en de hypofyse geven signalen om hormonen te produceren.
Aantekeningen paragraaf 2 & 3:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijn66. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart