Begrippenlijst:
● atrofie= afname cel grootte
● hypertrofie= toename cel grootte
● involutie= afname cel aantal
● hyperplasie= toename cel aantal
● metaplasie= differentiatie
● hypoplasie= onvolledig uitgegroeid
● aplasie= onvolledig aangelegd/gedifferentieerd
● dysplasie= abnormale organisatie
● agenesie= niet aangelegd
● afasie= taalbegrip
● afasie broca= motorisch/expressief → intact taalbegrip, kan niet omzetten
in woorden
● afasie van wernicke= sensorisch/ receptief → verstoord taalbegrip
● gangreen= necrose en rotting
● coagulatie necrose= afsluiting arteriële bloedtoevoer (hartinfarct)
● colliquantie necrose= bacteriële infecties (herseninfarct)
● fibrinoïde necrose= vasculitis
● verkazende necrose= tuberculose
● cutaan= via huid/ slijmvliezen
● achondroplasie= dwerggroei (primordiale dwerggroei is er ook)
● acromegalie= reuzengroei
● melanomen= pigmentcellen huid
● carcinoom= epitheel (adenoom = benigne)
● sarcoom= steun-bindweefsel (osteoom = benigne)
● arteriole= drukregulatie, sterk effect bloeddruk, gladde spierweefsels
● venule= dunwandig, heropname weefselvocht intravasculair, belangrijk bij acute
ontstekingsreactie (oedeem)
● capillaire= dunwandig, groot volume, trage bloedstroom, uitwisseling intra-
extracellulaire vloeistof
● dyspnoe= kortademigheid
● tachycardie= snelle hartslag
● oligurie= minder urine productie
● anurie= geen urine productie
● nycturie= s nachts veel plassen
● polyurie= veel plassen
● mictie = frequentie plasdrang
● stenose= vernauwing van een opening
● aneurysma= verwijding van een vaatwand
● trombose= verstopping bloedvat door bloedstolsel
● virchow trias=, schade vaatwand (endotheel), bloedflow (te snel/te langzaam),
stollingsfactoren in bloed
● embolie= verstopping bloedvat ontstaan op andere locatie
● cyanose= blauwe verkleuring (rechts naar links)
● ventilatie= actief voortdurend verversing van alveolaire lucht voorraad
● diffusie= passief transport gassen van hoge naar lage partiële druk
● pleuritis= complicatie in de longenvliezen
● meningitis= complicatie hersenvliezen
, ● sarcopenie= verlies van spiermassa leeftijdsgerelateerd
● uremie= retentie afvalstoffen
● dysartrie= spraakstoornissen
● ataxie= evenwichtsstoornis
● dysfagie= slikproblemen
● acalculie= niet meer kunnen rekenen
● agrafie= niet meer kunnen schrijven
● agnosie= niet visueel kunnen herkennen
● neglect= inattentie voor ruimte helft
● anosognosie= ontkennen van functieverlies
● metastasering= uitzaaiing
● enteraal= via maag/ darmstelsel
● parenteraal= bv. aerogeen, cutaan, hematogeen
● immuniteit: actief (ziekte/ vaccinatie antigeen), passief (borstvoeding / inenting
antilichamen)
● endemie → epidemie → pandemie
● reconvalescentie= herstel periode
● Hydrostatische druk= verschil intra- en extravasculaire druk(hoe vol zit mijn vat)
● oncotische(colloïd-osmotische) druk= eiwitconcentratie
● Oedeem:=vochtophoping in interstitiële ruimte, verstoring in evenwicht
hydrostatische of oncotische druk
● decompensatio cordis= hart kan niet goed rondpompen voor metabole activiteit
● hypoxemie= tekort aan zuurstof
● sepsis/pyemie= bloedvergiftiging
● luchtgeleidingssysteem= hogere luchtwegen, trachea bronchi, bronchioli
● Gas uitwisselingssysteem= bronchioli respiratorii, ductuli alveolares, alveoli
● bronchiale boom= trachea, bronchi (kraakbeen). Bronchioli (glad spierweefsel)
● Overgang/respiratoire zone= bronchioli respiratorii, alveoli
● epitheel(hoge luchtwegen)= cilium, slijmbekercellen, basale cellen, submucosal
gland
● diffusiecapaciteit bepaald door= oplosbaarh. gas, drukverschil membraan, opp, dikte
● hypoxemie= verlaagde PO2 (<10)
● hypercapnie= verhoogde PCO2(>6)
● Hypocapnie= verlaagde PCO2(<4.6)
● haemoptoë= ophoesten van bloed
● atopie= combinatie astma, rhinitis, eczeem
● cromonen= mestcel bescherming
● dubbele vergrijzing= grijze druk en oudere worden ouder
● centernarian= 100 gehaald
● supercentenarians= >110
● MET (metabolisch equivalent)= energieverbruik t.o.v. rust
● Dialyse=hemo(in machine gefilterd) peritoneaal= buikvlies gebruiken voor dialyse
● Insuline stimuleert transport glucose, glycogenese, lipogenese, eiwitsynthese
○ remt gluconeogenese
● retinopathie= verandering aan bloedvaten in netvlies
● ablatio retinae= loslaten van retina
● osteoblasten= opbouw botweefsel osteoclasten=afbraak botweefsel
● osteocyten= handhaving botstructuur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne.381. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.