Uitgebreide en gestructureerde samenvatting van de theorie behandeld in nectar flex leerboek 6vwo (4e editie).
De samenvatting is goed opgebouwd en bevat naast theorie ook aantekeningen en afbeeldingen ter ondersteuning.
Bij klassiek veredelen van planten speelt geslachtelijke voortplanting een rol.
Bij geslachtelijke voortplanting komt stuifmeel uit de meeldraden op de stempel: de
bestuiving
De mannelijke gameten (geslachtscellen) groeien via stuifmeelbuizen naar het
vruchtbeginsel op of in de bloembodem. Hier versmelten ze met de vrouwelijke
gameten (eicellen) in de zaadbeginsels: de bevruchting.
Bij veredeling voert een veredelaar de bestuiving uit:
Bij een jonge bloem bloemblaadjes en meeldraden wegknippen moederplant blijft
over;
Met een penseel stuifmeel van de gewenste
vaderplant op de stempel van de stampers
aanbrengen;
Na de bevruchting groeit uit het vruchtbeginsel en
de bloembodem een rozenbottel: schijnvrucht met
daarbinnen kleine vruchtjes met één zaad: uit zaden
kunnen weer nieuwe rozenplanten groeien.
Geslachtelijke voortplanting levert nieuwe combinaties van
allelen bij de nakomelingen.
Door het herhaaldelijk selecteren op bepaalde kenmerken
verdwijnen (per ongeluk) andere eigenschappen
bepaalde allelen verdwijnen uit de genenpool.
In de wilde rozenpopulatie vinden kruisingen willekeurig
plaats en verarmt bij gelijkblijvende omstandigheden de
genenpool niet.
,Ongeslachtelijke voortplanting
Rozenkwekers maken voornamelijk gebruik van ongeslachtelijke voortplanting:
Ook wel vermeerdering genoemd.
Hierbij gaat het niet om het verkrijgen van nieuwe combinaties eigenschappen, maar
wel om het vermeerderen van een goed gelukt ras.
Nakomelingen zijn genetisch identiek aan ouderplant (kloon).
Grauwe schimmel
De grauwe schimmel (Botrytis cinerea) tast planten aan.
Ontwikkelt heel snel resistentie tegen de gebruikte schimmelbestrijdingsmiddelen,
de fungiciden.
Om besmetting te voorkomen is kennis van levenscyclus nodig:
- Schimmels groeien uit sporen: haploïde cellen die dienen voor de vermeerdering
van schimmels. Schimmelsporen zweven overal in de lucht.
- Als een spore van de grauwe schimmel op een bloemblad of vrucht komt, dan
kiemt hij de plant in
Levert haploïde cellen die de plant binnendringen en daar een netwerk van
schimmeldraden vormen, het mycelium, dat door hele plant heen groeit.
- De aangetaste plantendelen kleuren bruin en verrotten doordat de plantencellen
afsterven.
- De grauwe schimmel vormt een grauwgrijs pluis: de sporendragers. De nieuwe
sporen daarin verspreiden zich.
In tomaten zijn resistentiegenen tegen grauwe schimmel ontdekt.
- De kennis, genoom, kan toegepast worden bij veredelen tomatenrassen
- In de buurt van gewenste gen zoeken ze naar makkelijk zichtbaar te maken stukje
DNA om te gebruiken als herkenningspunt: DNA-marker.
- Met behulp hiervan kunnen veredelaars bij de nakomelingen van kruising snel
vaststellen of deze over een of meer resistentiegenen beschikken.
Dit is geen genetische modificatie maar selectie op DNA-niveau.
, Planten uit het lab
Bij het bouwen van resistentiegenen via genetische modificatie ontstaan planten
met extra genen die coderen voor de nieuwe eigenschap, gmo-planten
transgene planten
Gmo-planten waarbij genen van planten van dezelfde soort zijn ingebouwd
cisgene planten
Genetische modificatie:
- Laborant isoleert gewenste gen uit cellen donororganisme
- Kiest geschikt bacteriesoort om gen over te brengen in cel van ontvangende plant
- Bouwt het over te brengen gen in bij een plasmide (kleine cirkelvormige stukken
DNA), dit dient nu als vector (transportmiddel).
- Plaats bacterie in andere bacterie en laat die bacterie delen tot een kloon,
allemaal met de plasmide met gewenste gen.
- Brengt kloon in kweek met losse, niet-gedifferentieerde plantencellen.
- Bij een aantal plantencellen dringt de plasmide met gewenste gen binnen,
waarna enzymen het gen inbouwen in het DNA van de plantencel
Doordat de laborant aan het over te brengen gen een markergen heeft
gekoppeld dat bijvoorbeeld codeert voor resistentie, kan hij de cellen met
gewenste en aan het markergen gekoppelde gen selecteren.
De cellen zonder markergen gaan na toevoegen antibioticum dood.
Cellen die overblijven gaan op weefselkweek: in een steriel groeimedium
ontstaat uit elke cel eerst klompje cellen en vervolgens na toevoeging van
juiste groeistoffen een geheel nieuwe plant.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittdroste. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.