Samenvatting Hoofdstuk 11
Paragraaf 1
Bloed, lymfe, weefselvloeistof en cytoplasma behoren tot het inwendige milieu. Je longen, je
darmkanaal tot extern milieu.
Uitscheiding (excretie) is het proces waarbij een organisme afvalstoffen en overtollige stoffen
uit het bloed of lichaamsvloeistof kwijtraakt (dus interne milieu).
Een aantal processen in de stofwisseling produceert nutteloze tot schadelijke bijproducten
die uitgescheiden moeten worden omdat anders het organisme ontregeld of vergiftig raakt.
(homeostase ontregelt)
Plassen is uitscheiden, poepen niet, dit komt namelijk uit het externe milieu.
De uitscheidingsorganen zijn:
- Longen scheiden CO2 en waterdam uit.
- Lever, afbraakproducten, zoals gal en
medicijnafbraak.
- Huid, temperatuurregeling, zweetproductie.
- Nieren, urine.
- GEEN DARMEN die scheiden niets uit.
Door sensoren en receptoren worden bloeddruk,
lichaamstemperatuur, CO2 concentratie glucose concentratie ect.
gemeten en bijgesteld. Er is voor elke waarde een ‘norm’ vastgesteld.
Een regelkring voorkomt grote afwijkingen. Er is sprake van
homeostase, het in stand houden van een dynamisch evenwicht.
Regelkringen bestaan uit receptoren en effectoren die samen een
waarde rond de norm proberen te houden.
De sensor, in dit geval een temperatuurzintuig neemt veranderingen
waar, vergelijkt die in met de waarden in het temperatuurcentrum, als
hij afwijkt wordt een effector uit of aan gezet. Bij het sporten zijn dit de
zweetklieren en haarvaten. Door deze negatieve terugkoppeling koel
je af. Antagonistische werkingen, tegengestelde werkingen. In de
warmte ga je niet rillen. Deze systemen worden door hormonen in je
lichaam aangestuurd.
De kerntemperatuur, de temperatuur in het centrale deel van je lichaam waar de vitale organen
liggen, varieert normaal erg weinig. De norm ligt vast op ongeveer 37 graden. Oorzaak is
warmteproductie in je cellen, vooral van je lever. Omdat enzymreacties het beste verlopen bij een
optimumtemperatuur, moet de temperatuur niet van de norm afwijken.
De hypothalamus bevat receptoren die aan de hand van de bloedtemperatuur de kerntemperatuur
registreren en het bevat de norm en het regelcentrum van de kerntemperatuur. De temperatuur in
de buitenste lagen van het lichaam, de schiltemperatuur, varieert met de temperatuur van de
omgeving. De receptoren hiervoor liggen in de huid en de skeletspieren, dit zijn aparte koude- en
warmtereceptoren.
, In koud water daalt de schiltemperatuur, warmte wordt aan het lichaam onttrokken. De
koudereceptoren registreren dit en geven het door aan het regelcentrum. Zonder tegenmaatregelen
zou ook de kerntemperatuur dalen, met als gevolg onderkoeling. Daarom ga je rillen als je het koud
hebt. Spieren worden samengetrokken en creëren warmte. Kippenvel is een autonoom proces. De
functie is het isoleren.
Bij koorts zie je bleek en ril je van kou, dit hoort eigenlijk bij een lage temperatuur. Dit komt omdat
de hypothalamus de norm heeft verhoogd. Hierdoor gaan effectoren aan de slag alsof er
onderkoeling dreigt.
Oorzaak= reactie van het lichaam op een infectie met virussen of bacteriën.
Gevolg=
- Hypothalamus heeft norm voor lichaamstempratuur verhoogd
- Dit stimuleert productie van afgifte van afweerstoffen, waardoor lichaam infectie kan
bestrijden.
- Verhoging onder invloed van cytokinen (signaalstoffen) geproduceerd door witte bloedcellen
bij ontstekingen.
Effect: Voor de tijd ga je rillen, klappertanden, je hebt het koud. Dat komt omdat het lichaam
de temperatuur omhoog wil brengen. Dit is autonoom. Je bent wit, weinig bloed door de
huid. Na de piek ga je juist zweten, om de warmte kwijt te raken. Hier ben je vaak rood
omdat er meer bloed door je
huid wordt gepompt om de
warmte kwijt te raken.
Paradox= koorts is nuttig want je gaat
afweerstoffen produceren, maar te
lang en te hoog is niet goed, want dan
gaan de eiwitten denatureren. Kan
levensbedreigend zijn.
Niet alleen je lichaamstemperatuur
blijft constant, het interne milieu mag
niet teveel variëren. Het
regelcentrum voor de samenstelling
van het interne milieu bevindt zich
ook in de hypothalamus.
Gluconeogenese glucose, nieuw,
aanmaken het maken van glucose
uit niet-koolhydraatbronnen.
Bijvoorbeeld vetten en eiwitten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittdroste. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.