Sociaal recht heeft betrekking op de rechtspositie van de werknemer in de private sector (het
bedrijfsleven), de publieke sector(ambtenaar), en de semi publieke sector, zij zijn verbonden
aan organisaties binnen de privaat sector zoals ziekenhuizen en onderwijs. Er zijn 6 belangrijke
rechtsbronnen waar het recht te vinden is tussen werkgevers en werknemers.
- Arbeidsovereenkomstenrecht: Dit vind je in het Burgerlijk Wetboek dit kan je vinden in
boek 7 titel 10. Deze wetsartikelen lopen van 610 tot en met 745. enkele belangrijke
wetten zijn de wet flexibiliteit en Zekerheid. het doel van deze wet is dat het de
werkgevers Mogelijk wordt gemaakt flexibeler en slagvaardiger over personeel te
beschikken. Anderzijds wilt de wetgever extra bescherming en zekerheid bieden. Dit is
geen op zichzelf staande wet maar is verwerkt in titel 7;10 BW.
- Vermogensrecht in het algemeen; De arbeidsovereenkomst is een obligatoire
overeenkomst. voor de arbeidsovereenkomst betekent dit dat de werkgever verplicht
heeft loon te betalen en dat de werknemer de plicht heeft Arbeid te verrichten. In de wet
gaat de speciale regeling voor de algemene regeling. als de speciale regeling geen
antwoord geeft moet de algemene regeling gevolgd worden
- Overige wetten: er zijn veel afzonderlijke wetten die betrekking hebben op werkgevers
en werknemers. Bijvoorbeeld de wet minimumloon, de wet Arbeid vreemdelingen,
ziektewet en dergelijke
- De jurisprudentie: Dit is door de wetgever gemaakt recht. De rechter kan als
rechtsvormer optreden. Er is nadere interpretatie vereist. De regels zijn eveneens van
toepassing in de privaat sector. Het geheel van gepubliceerde uitspraken noemen we
jurisprudentie.
- De CAO: Deze worden gesloten tussen individuele werkgever of een of meer
werkgeversorganisatie of vakbonden. De cao-afspraken kunnen de regels uit het
arbeidsovereenkomstenrecht terzijde schuiven of het kan gunstiger uitvallen dan wat het
Burgerlijk Wetboek inhoudt. Er kunnen ook kwesties aan de orde worden gesteld die niet
in de wet staan. bijvoorbeeld arbeidstijden en pensioenen.
- Het verdrag; een overeenkomst gesloten tussen twee of meer landen. In een aantal
gevallen kunnen Burgers rechtstreeks op zo'n verdragsbepaling beroepen.
De werknemer heeft bescherming nodig tegen de vaak machtiger werkgever. Deze
bescherming kwam tot stand door het dwingend recht. Hierbij mag de werkgever niet afwijken of
niet ten nadele afwijken. In het laatste geval kan de werknemer zich altijd beroepen. Dwingend
recht herken je vaak aan elk beding strijdig met enige bepaling van dit artikel is nietig of
vernietigbaar. Bij driekwart dwingend recht wordt expliciet in het wetsartikel aangegeven dat
afwijking slecht mogelijk is bij CAO. Artikel 7;628 lid 5 zegt dat van lid 1 voor het eerste halfjaar
van de arbeidsovereenkomst bij schriftelijke overeenkomst ten nadele van de werknemer kan
worden afgeweken. Een mondelinge Afspraak is dus niet voldoende. Dit is semi dwingend
recht. Bij een mondelinge afspraak met een andere inhoud, kan de werknemer zich alsnog
beroepen op de wettekst. Als je bij individuele, schriftelijke afspraak van de inhoud van een
wettekst mag afwijken, dan mag dat zeker bij cao waarbij altijd 1 of meer vakbonden betrokken
,zijn. Bij een bepaling van semi dwingend recht mag wel bij cao worden afgeweken.
Wetsartikelen hebben het karakter van aanvullend recht als gezwegen wordt over de vraag of er
van mag worden afgeweken en zo ja hoe.
De absolute competentie gaat over welk soort gerecht bevoegd is. De relatieve competentie
gaat over Welke van de vele rechters van een bepaald soort is bevoegd. bij alle civielrechtelijke
zaken moeten bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt. bij het arbeidsrecht moet bij de
civiele sector rechtbank worden ingesteld deze civiele sector bestaat uit de gewone rechter en
de kantonrechter. Arbeidsgeschillen worden door de kantonrechter beslist en de hoogte van het
gevorderde bedrag speelt geen rol. er bestaat een uitzondering en die betreft de bestuurder van
een naamloze of besloten vennootschap. deze bestuurder wordt ook wel statutair directeur
genoemd. De gewone rechter is dan van toepassing Mits het een vordering betreft van meer
dan €25.000 of waarbij het bedrag onbepaald is. Er zijn 11 arrondissementen. De plaats waar
de kantonrechter gevestigd is wordt vestigingsplaats genoemd. De regels omtrent de relatieve
bevoegdheid: A0 de woonplaats of vestigingsplaats van de wederpartij of b) de plaats waar de
Arbeid gewoonlijk wordt verricht. als een situatie snel moet worden beslist kan je een kort
geding aanspannen. Dit is een snel afgewikkelde , informele en mondeling gevoerde procedure
voor Spoedeisende gevallen. De rechter in kort geding wordt ook wel de voorzieningenrechter
genoemd.
Hoofdstuk 2 Arbeidsovereenkomst
Er zijn drie overeenkomsten waarin Het verrichten van arbeid Centraal staat:
- de arbeidsovereenkomst: 7;610. de enige partij verbindlich tegenover de andere partij Arbeid
te verrichten de werkgever verbindt zich Loont te betalen en de werknemer staat in dienst van
de werkgever. Hij staat in gezagsverhouding tot de werkgever.
- de overeenkomst tot aanneming van werk: de ene partij, de aannemer, verbindt zich
tegenover de andere partij en werk van stoffelijke aard tot stand te brengen. De aanbesteder
verbindt zich een bepaalde prijs te betalen. tussen aannemer en aanbesteden bestaat geen
arbeidsovereenkomst.
- de overeenkomst van opdracht de ene partij de opdrachtnemer verbindt zich tegenover de
andere partij werkzaamheden te verrichten, dit geschiedt anders dan op basis van een
arbeidsovereenkomst, de werkzaamheden bestaan uit iets anders dan het tot stand brengen
van een werk van stoffelijke aard.
Er is sprake van een gezagsverhouding wanneer de werkgever gerechten gist tijdens het werk
eenzijdige instructies aan de werknemer te geven die Deze heeft op te volgen. De
arbeidsprestatie is nog onbepaald Dat wil zeggen dat tijdens het werk nog opdrachten en
aanwijzingen kunnen worden gegeven. De Hoge raad heeft richtlijnen aan de rechtspraak
gegeven Op welke wijze de gezagsverhouding tussen twee personen moet worden vastgesteld.
Een belangrijke arrest is het Groen/Schoevers arrest. De Hoge raad heeft er twee criteria
aangegeven: Wat hebben de partijen ten tijde beoogd. De partijbedoeling moet altijd eerst
worden vastgesteld. en hoe hebben partijen vanaf het moment dat de overeenkomst is gaan
werken feitelijk uitvoering aan de overeenkomst gegeven. Er moeten nog twee elementen
worden bekeken. In de eerste plaats moeten we beoordelen of en in hoeverre de overeenkomst
, lijkt op de arbeidsovereenkomsten. De werknemers moeten zich namelijk aan allerlei formele
regels houden. Des te meer verschillen des te eerder wordt het antwoord geen
arbeidsovereenkomst. Alle kenmerken moeten in onderling Verband in ogenschouw worden
genomen. We spreken in dit verband van een toets aan het formele gezagscriterium. Hierbij
staat Centraal de mate waarin de betreffende overeenkomst lijkt op de reguliere
arbeidsovereenkomst. in de tweede plaats wordt gezien in hoeverre de Ondernemer bevoegd is
te werker eenzijdige instructies te geven. Bespreken in dit verband van een toets aan het
materiële gezagscriterium.
bij de beantwoording van de vraag of het formele gezagscriterium voldaan is, kunnen
verschillende aanknopingspunten een rol spelen:
- continuïteit als de werknemer gedurende een bepaalde werktijd in een vaste regelmaat
werkzaam is voor de wederpartij.
- Eindverantwoordelijkheid: draagt een ander dan degene die de arbeidsprestatie verricht
de eindverantwoordelijkheid voor het resultaat, dan duidt dit op het bestaan van een
arbeidsovereenkomst.
- loonbetaling en andere Arbeidsvoorwaarden: wordt de Werken betaalt vaste
werknemers normaal in de onderneming worden betaald, dan kan dat een aanwijzing
zijn dat er aan het formele gezagscriterium voldaan is. En handig schema staat op blz
43.
uitzendbureaus mogen geen uitzendkrachten sturen naar ondernemingen waar gestaakt wordt.
binnen het uitzenden treffen en driehoeksverhouding aan samengesteld uit de uitzendkracht,
uitzendbureau (uitlener) en de opdrachtgever (inlener).
1. Opdrachtgever / uitzendbureau. Er is een Leerovereenkomst of een overeenkomst van
opdracht tot stand gekomen. Specifieke rechten en plichten vloeien uit dergelijke
overeenkomsten niet Voort
2. inlener/ uitzendkracht. hoe deze overeenkomst gekwalificeerd moet worden is niet
duidelijk.
3. Uitzendbureau/ uitzendkracht. Dit is een voorovereenkomst. Zodra beide
overeenkomen dat de uitzendkracht bij een inlener zou gaan werken ontstaat tussen de
uitzendkracht en het uitzendbureau en arbeidsovereenkomst. Deze benadering wordt
ook wel de twee fasen theorie genoemd. door de wet flexibiliteit en Zekerheid wordt er
bepaald dat de uitzendkracht werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst.
De gedetacheerde werknemer werkt op basis van een arbeidsovereenkomst als gevolg van
bepaalde omstandigheden wenste werkgever hem echter voor een bepaalde periode uit te
lenen aan een andere werkgever. bijvoorbeeld wanneer de eerste werkgever geen werk heeft
maar de andere werkgever juist verlegen zit om arbeidskrachten. het blijkt dat de overdragende
werkgever aansprakelijk is voor de schade door de werknemer tenzij de werkgever geen enkele
zeggenschap heeft over de gedragingen van de werknemer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillwolffers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.