Samenvatting H1 Lichaamstaal
De communicatietheorie van Watzlawick bevat basisaannames:
1. Het is onmogelijk om niet te communiceren.
2. Er is sprake van een inhouds- en betrekkingsniveau.
a. Inhoudsniveau: wat er gezegd wordt, wat het onderwerp is van het gesprek.
b. Betrekkingsniveau: de betrekking tussen personen.
Non-verbale communicatie is zonder woorden. We maken voor 70 tot 80% gebruik van deze
vorm van communicatie.
Als de lichaamstaal in overeenstemming is met de inhoud van iemands boodschap, dan
noemen we dat congruent. Wanneer dit niet zo is, dan heet het incongruent.
Universele emotionele uitdrukkingen zijn emotionele uitdrukkingen die overal op de wereld
door mensen herkend worden.
Er zijn verschillende persoonlijke zones:
De persoonlijke zone/interpersoonlijke ruimte: 45-120cm
De intieme zone: 0-45cm
De sociale zone: 120-360cm
De publieke zone: groter dan 360cm
Mensen met een hoge status maken hun lichaam groot, terwijl mensen met een lage status
zichzelf klein maken.
Contact maken met mensen is één van de belangrijkste competenties voor een sociaal werker.
,Samenvatting H2 Vooroordelen, stereotypen en discriminatie
Doordat wij denken in schema’s hoeven wij niet ieder aspect in een situatie grondig te
bestuderen om tot een oordeel te komen.
Stereotypen zijn algemene ideeën die we hebben over een groep als geheel, waardoor we
bepaalde verwachtingen hebben over de individuele leden van die groep.
Stereotypering is het toeschrijven van bepaalde kenmerken aan een persoon puur en alleen
op grond van de sociale groep waartoe die persoon behoort.
Vooroordelen: negatieve houdingen, overtuigingen en gevoelens tegenover een individu
vanwege zijn of haar lidmaatschap van een bepaalde groep.
Discriminatie betekent dat wat je doet, dus hoe je handelt: dat je onterecht onderscheid maakt
tussen groepen, waarbij je de ene groep benadeelt ten opzichte van de andere.
Dehumanisering: mensen worden als minder dan mens beschouwd.
Participatie: mensen van alle soorten en maten mogen, willen, kunnen en moeten meedoen in
onze maatschappij.
Kennis hebben van vooroordelen is belangrijk zodat je jezelf erop kunt betrappen en ze kunt
bijsturen.
Sociale cohesie is het groepsgevoel en de binding in een groep/wijk.
,Samenvatting H3 Emoties
Volgens de tweefactortheorie van emotie van Schachter en Singer, kunnen verschillende
emoties in feite uit dezelfde lichamelijke sensatie ontstaan, maar zich in de beleving van elkaar
onderscheiden door de interpretaties van de persoon in kwestie.
Emoties bestaan uit vier componenten:
Een fysiologische arousal (lichamelijke prikkel); de lichamelijke sensaties die je voelt
o Komt vanuit de James-Lange-theorie
o Somatische markers zijn herinneringen die worden gekoppeld aan lichamelijke
toestanden.
Een cognitieve interpretatie; je overtuigingen en gedachten, dus wat je denkt over de
situatie.
o Komt vanuit de Cannon-Bard-theorie
Subjectieve gevoelens; hoe je het persoonlijk beleeft.
o Het valideren van het gevoel is dat je het gevoel leert benoemen.
Gedragsmatige expressie; welke emotie je laat zien.
o De basisemoties zijn: woede, afkeer, angst, geluk, verdriet, minachting en
verrassing.
o De primaire emoties zijn de pure emoties die zich vaak automatisch aan ons
opdringen en een universele gezichtsuitdrukking kennen.
o De secundaire emoties gaan vaak gepaard met een overtuiging of gedachte
over een situatie. Het kan ook een mengelmoes van meerdere emoties zijn.
Emotieregulatie is het herkennen, ervaren en op een constructieve wijze hanteren van een
emotie die aanwezig is. Om dit te doen moet je:
De emotie herkennen
De emotie toestaan
o Je biedt holding: door zelf bewust aanwezig te zijn en het contact met je cliënt in
het hier-en-nu verankerd te houden zorg je voor veiligheid en bewaak je dat je
cliënt zich niet verliest in herinneringen of toekomstbeelden (containment).
Bewust handelen
Volgens de zelfdeterminatietheorie (ZDT) van Deci en Ryan, hebben mensen drie belangrijke
basisbehoeften: de behoefte aan verbondenheid, competentie en autonomie.
Gevoelsreflectie is dat de sociaal werker het gevoel van de cliënt spiegelt.
, Samenvatting H4 Overdracht en Tegenoverdracht
Overdracht verwijst naar de irrationele gevoelens die een patiënt ten opzichte van de sociaal
werker ervaart. Bijv. de patiënt vindt jou lijken op zijn moeder die altijd streng was. Het herhalen
van een relatie uit het verleden in het hier-en-nu. De situatie is onaf of niet verwerkt.
Psychoanalytische benadering van Freud. De nadruk ligt op de rol die het onbewuste speelt
bij het ontstaan van problemen.
Een freudiaanse verspreking is als iemand iets onbewust laat vallen (a slip of the tongue). In
dromen komt het onbewuste naar boven.
Projectie is de neiging om onze eigen verwachtingen te zien en te beluisteren in het gedrag
van de ander. Bij projectie gaat het over je eigen gevoelspatronen en overtuigingen projecteren
op een ander. Dit hoeft niet te maken hebben met eerdere ervaringen.
Tegenoverdracht: irrationele gevoelens die te maken hebben met vroegere relatiepatronen
worden door de therapeut aan de patiënt toegeschreven.
Om jezelf te onderzoeken kan je de volgende basisvragen stellen. Dit zijn basisactiviteiten, die
een zich voortdurend herhalende cyclus vormen
Wat neem je waar? (Observatie)
Wat ervaar je? (Registratie)
Wat denk je daarover? (Evaluatie)
Wat wil je daarmee? (Navigatie)
Wat doe je? (Interventie)
Persoonlijk positief leiderschap volgens Bouwkamp: Het registeren, stilstaan bij en
onderzoeken van de eigen reacties, gevoelens, behoeften en gedachten en ze op een
persoonlijke manier gebruiken in de hulpverleningsrelatie.
Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij sociaal werkers een beroep
doen op collega’s om mee te denken over persoons- en beroepsgebonden vraagstukken en
knelpunten uit de eigen werksituatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Heleen12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.25. You're not tied to anything after your purchase.