Alle hoorcolleges Inleiding Internationaal Publiekrecht samengevat :)
2 views 0 purchase
Course
Inleiding Recht
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Alle hoorcolleges {Week 1 t/m 6} van het vak 'Inleiding Internationaal Publiekrecht', aan de Universiteit van Leiden, samengevat. Zowel de dia's van de presentaties, als de belangrijke besproken leerstof van de hoorcolleges worden genoemd in deze samenvatting. In deze samenvatting staat dus alles ...
IR- HC1- Terreinverkenning, Week 1
Prof. Dr. Mr. A. Ellian
1. Wat is recht?
Het recht is het te weeg brengen van een maatschappelijke orde, politieke orde. Elke
politieke orde moet een rechtsorde hebben.
Om te kunnen anticiperen op het gedrag van anderen.
Het geheel van normen die het maatschappelijke verkeer in goede banen leidt.
Doel? -> realiseren rechtvaardigheid/rechtsvrede.
A. Pitlo – ‘Zonder samenleving is er geen recht, zonder recht geen samenleving denkbaar.’
John Austin – ‘Orders backed by threats’ -> Recht wordt opgevat als een bevelingsstructuur.
A. Hart – ‘Het recht komt tot stand volgens een bepaalde procedure die onderworpen is aan
regels.’
Oliver Wendell Holmes [Rechtspraak Realist] – ‘The prophecies of what the courts will do
and nothing more pretentious are what I mean by law’
Recht is hetgeen wat de rechter ervan maakt; is een interactie tussen rechter,
rechtzoekende en samenleving. Het Recht staat centraal, de rechtspraak, niet zo zeer de
wet. [Common Law]
Immanuel Kant – ‘De wet staat centraal’
Orde à Om orde te hebben, heb je een machtsconstructie nodig. Een aantal mensen
moeten daarvoor een macht centrum creëren. Zij moeten een politieke orde tot stand
brengen en een rechtsorde hebben.
- Morele orde: Niet afdwingbaar
Een innerlijke houding (Geen slechte intenties hebben)
- Rechtsorde: Afdwingbaar (Staan sancties voor)
Een uiterlijke gedraging
In de wet is er kritiek op legisme [onrechtmatigheid VS onwetmatigheid]:
- Leemtes in de wet
- Onduidelijke wetten
- Vage bepaling
Iemand kan volgens de wet goed hebben gehandeld, maar ‘wij’ weten dat hij onbehoorlijk
heeft gehandeld, in maatschappelijk bewustzijn gehandeld. Dus iemand kan ook
onbetamelijk hebben gehandeld, in de strijd met het collectieve rechtsbewust zijn… à Dat is
dat bepaalde handelingen niet goed worden bevonden, ongeacht of het in de wet staat.
, ROOS COCO
2. Basisbegrippen
Ius positivum = Het positief recht. Het geheel van het recht dat door een staat is
uitgevaardigd. à Recht dat we in wetboeken vinden, het wordt ergens opgenomen.
- De bevoegde instantie
- Volgens vastgestelde procedure
- Gehandhaafd met dwang
Ius consitutum = Het ‘natuurrecht’. Het recht zoals wij zouden willen dat geldt, of zoals het
zou moeten zijn, het ideale recht.
- Hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen
- Als toetssteen voor de geldigheid voor de wetten
Objectief recht = Het geheel van geldende rechten in een land.
Subjectief recht = Individuele bevoegdheden die een mens heeft. Afgeleid van objectief
recht.
Formeel recht = Bepaalt hoe het materieel recht wordt gerealiseerd. Omvat regels mbt de
toepassing van het materieel recht.
Materieel recht = Betreft de gedragingen van mensen.
De wet in formele zin = Betreft gezamenlijk besluit van de S-G en de regering (koning +
ministers). Hoogste vorm van wetgeving.
De wet in materiële zin = De wetten die aan iedereen verbonden zijn.
3. Rechtsgebieden
Positief recht:
1. Publiekrecht
Verticale relatie.
n OVH
Wet, Beleid en Bestuurlijke beslissingen
n Handhavers
Handhaving
n Individuen (burgers)
Verenigingen
(VB. Staats- en bestuursrecht, Strafrecht, Belastingrecht)
4. Rechtsbronnen
Je kunt verschillende identificatiemiddelen gebruiken voor geldend recht om rechtsbronnen
te vinden.
De rechtsbronnen:
- Wet
- Gewoonte
- Rechtspraak
, ROOS COCO
- Verdrag
Voor de rechtsbronnen kun je ook een thematische ordening van rechtsbronnen
aanbrengen.
Na 1648 (Vrede van Westfalen) à Het moderne statensysteem.
De wereld werd opgedeeld in nationale staten.
Territoriale jurisdictie = De wet geldt voor het land waarin deze wordt uitgevaardigd. [Krijg je
soevereine staten die hun eigen wetten en rechtsorde vormgeven.]
Wat wil een staat via wetten gedaan krijgen? -> Controle uitoefenen; Preventie/voorkoming
nastreven
Verschillende landen, Verschillende prioriteiten:
Engeland: Common Law à Uitspraken vd rechter staan centraal!
Nederland: Continentaal recht à De wet staat centraal!
Verenigde Staten: à Rechtersrecht en Wet
Verschillende tijden, Verschillende prioriteiten:
Een aantal belangrijke trends
19e eeuw: De wet en de gewoonte
20e eeuw (begin): De rechter
20ste eeuw (tweede helft): Het verdrag (tussen internationale staten)
Hiërarchie van de wetgeving:
1. Verdrag -> Verdragen (tussen internationale overheden/organisaties) die iedere
verbindende bepaling hebben: Art. 93 + 94 GW.
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten gemaakt door de nationale wetgeving (Tweede Kamer)
5. Wetten gemaakt door lagere overheden (Gemeente, Provincie) -> Wetten van lagere
overheden worden getoetst.
! Een hogere wet gaat voor een lagere wet. [Lex superior derogat legi inferiori]
! Een latere wet gaat voor een eerdere wet. [Lex posterior derogate legi priori]
! Een bijzondere wet gaat voor een algemene wet. [Lex specialis derogat legi generali]
n ! Art. 120 GW: ‘De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van
wetten en verdragen.’
- De wetten in formele zin zijn onschendbaar.
- Het rechterlijke toetsingsverbod.
! Wetten in formele zin mogen alleen worden getoetst aan Art. 93 + 94 vd GW.
{Alle wetten die een iedere verbindende bepaling hebben, bepaling die aan elke
burger verbonden is, zijn als deze in strijd is met een internationaal verdrag (BV.
EVRM), niet geldig.}
Toetsingsverbod, wrm? => Democratie, Rechtszekerheid, Trias Politica // Afgeleide ‘Triasleer
van Montesquieu’
Om van een gewoonte te spreken moet aan 2 voorwoorden worden voldaan:
- Herhaling van gedragingen (usus)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rooscoco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.